3.1.3. Sanherib.
Deze Assyrische koning maakt
definitief een einde aan elke Fenicische
illusie voor
zelfstandigheid. Hij verovert
volgens zijn eigen
reisverslag Sidon, Usju, Akko, Akzib,
Mahalliba, Sariptu en Bit‑Sitti.
Sariptu is natuurlijk Sarepta en Usju
is de oude kuststad
van Tyrus.
Tyrus zelf wordt dus
nog niet veroverd.
Al eerder biedt
de stad
jarenlang weerstand. Ook onder Sargon
II en Salmanassar V is er sprake
van een "Assyrische" vloot,
waartegen de Tyrische
vloot een zeeslag
wint. Deze "Assyrische" vloot
bestaat natuurlijk uit
gerecruteerde
schepen van voornamelijke andere
Fenicische kuststeden. Cyprus
en
Cilicië gaan nu ook
nominaal tot het
Assyrische rijk behoren.
De
dichtstbij gelegen toevluchtsoorden worden
afgesneden en Tyrus
kan
alleen nog maar steunen op zijn ver
verwijderde westelijke factorijen.
Fenicië staat voor zijn grootste
crisis tot dan
toe, want ook de
overzeesche factorijen hebben het
moeilijk. Die worden bedreigd door de
overal kolonies stichtende Grieken.
In het westen tracht Carthago te
redden wat er te redden is en in het
oosten zijn het Tyrus en Sidon onder
de leiding van Elouläos ofwel Luli,
die zich tegen de opmars van
Assyriërs blijven verzetten. In het begin
heeft Luli nog de steun van de
Philistijnen en van Hizqia van
Juda. De
helpers worden echter een voor
een de ring
uitgeslagen. Hosea van
Samaria wordt na een jarenlange
belegering verslagen en de bevolking
wordt gedeporteerd. Zelfs de steun
van en door farao Chabaka helpt niet
veel, want het Egyptische hulpleger
wordt bij Aqqaron
verslagen. Een
epidemie in het Assyrische leger
geeft nog even respijt, maar
op den
duur moeten ook Jeruzalem, Sidon en
Tyrus het hoofd buigen. Luli
moet
vluchten naar Cyprus. Tyrus wordt
schatplichtig en moet een vazalkoning
Baäl dulden. In Sidon komt de
vazal Tu'baäl (Ithobaäl).
Tyrus krijgt
echter geen Assyrische strijdmacht binnen
zijn muren. Kennelijk
heeft
men als enige een schikking kunnen
treffen met de Assyriërs en dat is
meer, dan de meeste andere steden en
staten van de Levant kunnen zeggen.
De eilandligging van Tyrus betaalt zich uit.
Het Assyrische leger was voor die
tijd een unieke zaak.
Het was een
staand leger, dat ten alle tijden kon
worden ingezet. Het waren ook geen
huurlingen; nee, de eigen bevolking werd
goeddeels gerecruteerd. Dat
leger behaalde zeer veel successen
met het gevolg, dat
het rijk van
Assyrië steeds groter werd. Op den
duur werd het
zo groot, dat
dat
tegelijk ook de eigen ondergang inluidde.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie Map 17.7.Ancient Records of Assyria and Babylonia,
D.D.Luckenbill, Univ.of Chicago Press, Chicago .
SUMUR=SIMIRRA=SIMYRA
Simyra wordt mogelijk de eerste
Assyrische provincie in Fenicië.
Naast Symira zelf gaan daartoe
ook behoren Arqa, Usnun en Siannu.
De zuidgrens is vermoedelijk het
Sa‑Â‑e gebergte. Naar het oosten
en noorden toe wordt de provincie
begrensd door het gebied van
Hamath.
DE ZEESLAG
Tijdens het beleg door
Salmanassar V tussen 724‑719 vindt er volgens
Menander van Ephesus een zeeslag
plaats tussen Tyrische schepen en
die van de andere Fenicische
steden. Dat zouden 12 Tyrische en 60
andere schepen geweest zijn.De
Tyriërs maken 500 gevangenen, terwijl
op de 60 andere schepen volgens
het bericht 800 roeiers zouden zijn
geweest. Deze cijfers zijn niet
met elkaar in overeenstemming.
VRAGEN: a.Hoe kunnen 12 schepen
maar liefst 60 andere verslaan?
b.Had ieder schip dan
slechts 13/14 roeiers?
c.Waren de Tyrische
schepen wellicht groter?
ANTWOORD:Het ware aantal andere
schepen moet 16 geweest zijn, want
dat komt qua bemanning
dan overeen met pentekonters(16x50).
Zie:Josephus:Antiquités Judaïques IX,14. (Map
35.2.1.Semitica XXVI 1976).
Une bataille navale
au VIIIe siècle, R Rebuffat.
BELEGERING
VAN TYRUS
724/723‑719/718 door Salmanassar
V en Sargon II
VERWOESTING VAN SIMYRA
in 720
TRIBUUTBETALING DOOR VRIJWEL ALLE
FENICISCHE STEDEN
Zie Nimrud brieven. In 1952 werd
een vertaling uitgegeven door
H W Saggs (IRAQ XVII
1955, 126 ff).
Niet alle provincies konden meer
door datzelfde leger
onder de duim
gehouden worden. Het overzicht voor
de koningen van Assoer, Kalach
en
Ninivé verdween.
Voorlopig breidt de
Assyrische macht zich
nog
onweerstaanbaar uit tot aan Egypte en
Cyprus toe.
......................................................................
TAMARTU
"Min of meer
vrijwillige" schenking.
Aan Assyrië doen dat
bijvoorbeeld:
MENAHEM VAN SAMSIMURUNA
ABDILI'TI VAN ARVAD
URUMILKI VAN BYBLOS
ETHBAAL VAN TYRUS
MITINTI VAN ASDOD
BUDUILI VAN BETH AMON
KAMMUSUNADBI VAN MOAB
AIARAMMU VAN EDOM
ENIG FRANS HISTORISCH WERK IN
DE LEVANT.
Zie:"Une
inscription phénicienne champlevée des environs
de Byblos ",
P Bordreuil.
"Essai sur cinq
sceaux phéniciens", A lemaire.
"L'Inscription de
Yehawmilk, roi de Byblos "
A Dupont‑Sommer.
"Trois sceaux nord‑ouest
sémitiques inédits", P Bordreuil.
"Fragment d'un
alphabet ouest‑sémitique du VIIIe siècle av JC", A Lemaire.
"Le sceau CIS II,74
et sa signification historique", A Lemaire.
"Les fonctions de RAB et de suffète en phénicie",
J.Teixidor.
^
^
in inscriptie Sidon (Louvre AO
1759):
1.HMNHT 'S(H) YTN
*BDMSKR RB *BR LSPT
2.RB S(H)NY BN B*LSLH L'DNY LS(H)LMN YBRK
' '
3.1.4. Egypte's rol bij de Assyrische onderwerping
van de Levant.
Lange tijd heeft Egypte werkeloos
toegezien, hoe haar bondgenoten
van
weleer langzaam werden opgeslokt door het
Assyrische rijk. Dat
komt
onder meer door interne strubbelingen
en revoluties. In het tweede deel
van de 8e eeuw moeten de Nubische
krachten opboksen tegen de
krachten
uit het noorden.
Pas wanneer de Assyriërs
Gaza bedreigen en
innemen, dan komen
de
Egyptenaren in actie. Niet eens
gebeurt dat door een openlijke oorlog,
maar meer door diplomatieke
contacten. Het blijft halfslachtig. Byblos,
Sidon en Tyrus worden benaderd om
zich teweer te
stellen tegen de
Assyriërs. In 701 komen Tyrus, Sidon,
Ascalon en Ekron in opstand samen
met het koninkrijk Juda. Egypte
stuurt nu ook troepen, maar die worden
al snel in de slag bij Altaku
(=Aqqaron) verslagen. Daarmee is de rol
van Egypte nog niet uitgespeeld. Men
blijft de Feniciërs, Philistijnen
en Hebreeën aanmoedigen. In de jaren
677‑671 proberen deze volken
het
opnieuw.
3.1.5. Onder het Assyrische juk.
De eerste tientallen jaren van de 7e
eeuw zuchten de Fenicische steden
onder het juk van de verschrikkelijke
Sanherib en zijn opvolgers. Niet
alleen de schatplicht is genoeg. Er
moet ook daadwerkelijk
voor de
Assyriërs gewerkt worden. Zo bouwen
de Feniciërs en Cyprioten talrijke
schepen te Ninivé aan de Tigris. Met
deze vloot zakt Sanherib af naar de
monding van de rivier om ook Elam een
afstraffing te geven.
De vloten van de Fenicische steden
blijven de zeëen bevaren, maar nu
niet meer primair ten eigen bate. Dat
alles heeft een grote exodus naar
de
ver verwijderde kolonies
ten gevolge in
het westen van
de
Middellandse zee.
In het westen van de Middellandse zee
vestigen de nieuwe emigranten zich
vooral in Carthago, welke stad op
haar beurt weer nieuwe
steden gaat
stichten, bijvoorbeeld op de Balearen
en op Sardinië.
Langzaam gaat Carthago zich ook
voorbereiden op de absolute leidersrol
in het westen van het Middellandse
zeegebied. Het krijgt die rol min of
meer opgedrongen door de bedreiging
van de Grieken in het westen en de
Assyriërs in het oosten.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie:"Les rélations entre l'Egypte et la Phénicie du voyage
d'Ounamon à l'expédition d'Alexandre."
van Jean Leclant.
Zie:
"Deux marchands de blé
phéniciens à Ninive", E Lipinski.
"Sull nome fenicio della porpora", G
Garbini.
"Il 'segno di Tanit' in Oriente", G Benigni.
"A gold ornament with the representation of an 'Astarte', V
Karageorghis.
Voor
specifiek de geografische implicaties van de Assyrische opmars:
Considérations géographiques sur la place occupée par
la Phénicie dans
l'expansion
de l'empire assyrien, G.Bunnens, OLA 15, Leuven ,
1983.
Zie
ook: Les rélations entre les cités
phéniciennes et l'empire assyrien
sous
la règne de Sennacherib, J.Elayi, SEMITICA XXXV.
Zie:ATLAS
VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 37A.Cyprus t.t.v.de Assyrische
schatplichtigheid.
Kaart 37B.Amathos (Eteo-Cyprisch).
Kaart 37D.Oud-Paphos.
Kaart 37E.Fenicisch Cyprus (VIIIe eeuw
v.C).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten