zondag 11 oktober 2015

148. De vredesperiode van 275 tot 264 v.C

4.1.      De vredesperiode van 275 tot 264.

Met de hulp van de Carthagers had Rome de laatste weerstand van betekenis op het Italisch schiereiland gebroken. Ook de Etrusken hadden er aan moeten geloven, nog voor Tarente op de knieën werd gedwongen. Het grote verbond van Carthagers met Etrusken had plaats gemaakt voor het verbond tussen Carthagers en Romeinen tegen de Grieken.
Dat verbond in de oorlog met Pyrrhus behelsde het volgende:
"Wanneer Pyrrhus Carthaags of Romeins grondgebied zou aanvallen, dan zou de niet direct aangevallene partij de ander bijstand verlenen. Men zou ook geen afzonderlijke vrede met Pyrrhus sluiten. Carthago stelt aan de Romeinen een oorlogs‑ en transportvloot ter beschikking. De bemanning van die vloot hoeft echter niet in Italië te vechten."
Als dit werkelijk de verdragsbepalingen waren, dan hebben beide partijen er zich niet al te nauw aan gehouden. Op het moment, dat Pyrrhus zich op Sicilië tegen de Carthagers keerde, zorgden de Romeinen ervoor om hun posities in Italië te herstellen of te verbeteren, maar kwamen de Carthagers niet echt daadwerkelijk te hulp. Overigens ging Carthago wta eerder over tot een afzonderlijk vredesaanbod aan Pyrrhus, hetgeen ook niet tot de latere afspraak behoorde. Aan de andere kant stelden de Carthagers wel hun vloot beschikbaar aan de Romeinen voor een tocht naar Rhegion.
Hoe precies de afspraken, daden en betrekkingen waren tussen Rome en Carthago tijdens de Pyrrhus‑oorlog is niet volledig bekend. Ook hier hebben de Romeinen een waarheidsverhullende sluier overheen gegooid teneinde vermoedelijk het niet nakomen van de eigen verplichtingen te verbergen.

Nadat Pyrrhus in 275 weer vertrokken was naar Epirus, kon Tarentum het nog een aantal jaren volhouden tegen de Romeinen. De Carthagers hebben inmiddels de zaken op Sicilië geregeld. Er is weer vrede met Syracuse en ook met Messana, waar Campaanse huurlingen de macht behouden hebben, wordt een overeenkomst gesloten.
In 272 bereiken de Romeinen de laatste verdedigingsmuren van Tarentum, maar ook de Carthagers zijn present met een grote vloot, die voor de haven voor anker gaat. Hierdoor wordt Tarentum ook van elke verdere zeeverbinding afgesloten en moet de stad zich overgeven. Aan wie is dan wel de grote vraag.

Een officier van Pyrrhus (Milo) verkoopt tenslotte de burcht van Tarentum aan de Romeinen op voorwaarde, dat hij zelf vrije aftocht krijgt. De Romeinen wantrouwen wellicht de Carthaagse admiraal, die ervan beschuldigd wordt de hele stad te hebben willen incasseren. Waarschijnlijker is, dat men alvast een excuus aan het verzamelen was voor hun eventuele latere acties!

                HIERO van Syracuse
                Omstreeks deze tijd treedt Hiero van Syracuse op tegen de
                Mamertijnen. Hij trekt op langs Messana en verovert eerst
                het achterland van de Mamertijnen, n.l. Mylae, Tyndaris,
                Abacaenum, Halaesa en Ameselum. Te Longamus in de buurt van
                Mylae vindt een veldslag plaats, waaruit Hiero als overwin‑
                naar te voorschijn komt.
                Dan vindt Carthago het tijd om in te grijpen. Men heeft zich
                immers verbonden met de Mamertijnen. Hannibal, die met een
                vloot bij Lipara ligt, vaart naar Hiero bij Mylae om hem ge‑
                luk te wensen met zijn overwinning, maar in feite gaat hij
                bemiddelen. Het komt tot een formele vrede tussen Hiero en
                de Mamertijnen. De Carthagers leggen een leger‑ en zeemacht
                in Messana.

Zie: De buitenlandse politiek van Hiero II van Syracuse (264-263 v.C), H.T.Wallinga (map 41.10).
Tijdschrift van Geschiedenis 1940.


          43.ROEMISCHE GESCHICHTE             
          Th.Mommsen. Phaidon Verlag Wien/Leipzig 1932.
          Dit imposant werk beslaat de gehele Romeinse geschiedenis.
          Van belang zijn de hoofdstukken II t/m XIV van deel II.
          o.a.:
                                        V. Karthago
                                   VI.Krieg um Sizilien
                                 VIII.Hamilkar und Hannibal
                                  IX.Hannibalische Krieg
                               XIV.Die Zerstörung Karthagos
blz:
181       Die Semitische Stamm steht inmitten und auch ausserhalb der Völker der alten Klassischen Welt => Fremdartigkeit.
196       Hij noemt terecht de 1e Punische oorlog: de oorlog om Sicilië
245       Die Stellung der Barkas zu Karthago hat manche ähnlichkeit met der Oranier gegen die Generalstaaten.

Deze admiraal zegt daarop alleen maar met het doel te zijn gekomen om de Romeinen bijstand te verlenen, zoals het verdrag tussen Rome en Carthago bepaalde. Hierna trekt de Carthaagse vloot zich terug naar de eigen wateren. De bewering van de Carthaagse admiraal lijkt vrij aannemelijk. Wat moest Carthago met een stad zo ver van hun eigenlijke belang (=Sicilië). Een stad als Rhegion lijkt veel meer in aanmerking te komen voor eventuele begerige Carthaagse blikken zo vlak bij Sicilië op het Italische schiereiland. Maar ook die stad valt in 270 definitief in handen van de Romeinen en dat zal zijn gevolgen hebben.

In 265 "herinneren" zich de Romeinen het Tarentijnse voorval. Tot die tijd heeft Rome namelijk de handen vol om in eigen gebied orde op zaken te stellen. Nog in het jaar 269 moet een uiterste poging gedaan worden om de laatste weerstand van de Samnieten te breken. Pas als Rome weer gereed is voor de volgende aggressie, dan komt die ook onvermijdelijk. Het begint met een Romeinse afvaardiging, die naar Carthago gezonden wordt om opheldering te vragen over een voorval van ZEVEN jaren terug. Het is een smoesambassade, die de Romeinen zenden met de vooropgezette bedoeling om een duidelijke aanleiding en excuus te vinden om een oorlog met Carthago te beginnen met als inzet de hegemonie over geheel Italië en uiteindelijk de toenmaals bekende wereld. De enige serieuze tegenstand in hun imperialistisch streven zullen de Romeinen inderdaad van de Carthagers krijgen.

De Carthagers moeten verbijsterd zijn geweest bij het verschijnen van de Romeinse afvaardiging. Wat wilde dat Rome eigenlijk? Ieder had toch wat het wilde? De Romeinse landstaat beheerste het Italisch schiereiland en de Carthaagse zeestaat het zo lang begeerde Sicilië. Het is ook nauwelijks voorstelbaar, dat Rome toen al serieus de onderwerping van het Carthaagse zeerijk als uiteindelijk doel nastreefde. *
Carthago reageert dan ook zeer gematigd op de Romeinse beschuldigingen en desavoueert de betreffende admiraal, die bij Tarentum volgens de Romeinen een dubieuze rol speelde. Carthago vermijdt een open breuk. Het heeft ook geen enkele baat bij de zoveelste oorlog, die het zou moeten voeren.

Ook in Rome is men nog verdeeld over de te volgen koers. De Senaat schijnt nog afhoudend geweest te zien. Was men wel klaar voor een volgende krachtmeting, zal men zich afgevraagd hebben. Het gaat te ver om te zeggen, dat er een oorlogs- en een vredespartij in Rome was. Veeleer was er een groep, die veel vlugger geneigd was de wapens op te nemen, dan andere groepen.

Hoe dan ook, Carthago en Rome staan aan de vooravond van het grootste en langste conflict uit de oudheid, zoals Polybius het later zal stellen.


XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

* Over de schuldvraag inzake de komende oorlog behoeft geen twijfel te  bestaan, zoals J.H.Thiel overtuigend heeft aangetoond in "Punica  fides" (map 16.3.blz 259-280). In deel drie wordt hier op teruggekomen.
Zie ook Map 12.5.De schuldvraag     G.de Sanctis         Bari 1932   i.e.v.v.P.Kneissl    p.161‑186


                HANNO'S
                Veel van de Carthaagse bevelhebbers hebben uiteindelijk een
                tragisch einde. Zo ook deze Hanno, die te goeder trouw slechts
                uitvoerde, wat hem waarschijnlijk was opgedragen, namelijk een
                terughoudende opstelling om het vooral niet tot oorlog te laten
                komen. Daarin past ook het volgende verhaal.
                Hanno bezit de burcht van Messana, als de Romeinen de stad binnen‑
                komen. Hij weigert eerst voor de volksvergadering van Messana te
                verschijnen, maar doet dat tenslotte toch maar om de Mamertijnen
                niet tegen zich in het harnas te jagen. Waarschijnlijk is door de
                Romeinen en een deel van de Mamertijnen afgesproken, dat hij daar
                dan gevangen genomen zou worden.
                Bij de teruggave van de Romeinse schepen na de eerste mislukte
                oversteek door Caudex, zou een andere Hanno mogelijk
                tegen de Romeinen de opmerking geplaatst hebben, dat zij op moesten
                passen om niet met Carthago in oorlog te geraken, omdat zij dan
                hun handen niet meer in de zee zouden kunnen wassen.


147. De Romeins-Carthaagse periode

4.DE ROMEINS‑CARTHAAGSE PERIODE.

Meer dan honderd jaar zal deze confrontatie duren, uitdraaiend op een gruwelijke doodstrijd van Carthago. Drie oorlogen zullen er voor nodig zijn, die samen 44 jaren in beslag zullen nemen. Een confrontatie tussen twee wel heel verschillende staten, systemen en volkeren. Tot een confrontatie moest het uiteindelijk wel komen, omdat Rome bewust voor de aggressie koos.

tabel 1.Verschillen tussen de Romeinse en Carthaagse staat.

CARTHAGO                           ROME
vooral een maritieme staat         vooral een landstaat
een grote vloot                    een sterk leger
factorijen en steunpunten          kolonies
Fenicische minderheid              Romeins/Latijnse meerderheid
primair een handelstaat            primair een boerenstaat
defensief ingesteld                aggressief ingesteld
huurlegers                         eigen staand leger
losse bondgenootschappen           sterke bondgenootschappen
naar een democratie neigende       aristocratie met democratische
aristocratische olichargie         trekken
relatief geringe bevolking         grotere bevolking
aziatisch/afrikaans                europees
geldeconomie                       grondeconomie
plantages en slaven                zelfstandige boeren
luxe                               soberheid

Er zijn nogal wat verschillen tussen de twee staten, die heel goed naast elkaar hadden kunnen blijven leven, als elke staat tevreden was geweest met wat het had.
Er zijn ook wel overeenkomsten. Beide staten worden beheerst door een grote stad met een dominante aristocratie. Misschien ligt hier ook wel, meer dan bij de verschillen, de grondoorzaak van het komende conflict. De aristocratie van Rome blijkt in meerderheid meestal een agressieve aard te hebben, terwijl die van Carthago in meerderheid juist meestal een defensieve houding aanneemt.


Carthago heeft de leiding genomen binnen de Fenicische stam om, zij het met moeite, de Griekse aanvallen en penetraties te kunnen afweren. De Romeinse agressie zal zelfs het inmiddels wel geharde Carthago te veel worden.

Zie ook: Rom und Karthago, Vogt, Leipzig 1943 Fritz Schachermeyer. Een racistische opvatting. (map 2.13).
Punic coinage on the Eve of the first War against Rome- A Reconsideration, L.Mildenberg, OLA 33, Leuven 1989. (Map 12.19).



146.Inleiding deel twee B

INLEIDING

Voordat de drie grote oorlogen tussen Romeinen en Carthagers uitbreken, verstrijken er nog een paar jaren, die op zijn minst hoopgevend waren voor de toekomst van de wereld rond het westelijk deel van de Middellandse zee. De betrekkingen tussen de Romeinen en de Carthagers waren nog vriendelijk. Eerstgenoemden hadden het druk met het consolideren van hun positie op het Apenijnse schiereiland en dachten er nog niet ernstig aan om een grote vloot te bouwen, die de Carthagers de heerschappij ter zee zou moeten betwisten.
Carthago aan de andere kant kan zijn vreugde niet op. De Grieken hebben eindelijk het loodje gelegd. Op Sicilië blijft alleen Syracuse nog autonoom. De Carthaagse vloot beheerst de zeëen en zelfs Massalia waagt het niet om ver van de eigen kusten te opereren. Het Afrikaanse achterland staat vrijwel geheel onder Carthaagse controle en in Spanje neemt de Punische invloed toe.
Carthago lijkt op het toppunt van haar macht en gedraagt zich bij tijden met enige hoogmoed. Volgens Zonaras verschijnt er in 272 een Carthaagse vloot voor de stad Tarente. Heel misschien komt het hier reeds tot een eerste kortstondige confrontatie met de Romeinen. Voor het overige heerst er een vreemde rust over het westelijke deel van de Middellandse zee. Het is de stilte voor de storm.
In het oosten stormt het nog steeds. De Diadochenrijken staan elkaar constant naar het leven en het is ook in deze tijd, dat de Parthen beginnen met de aantasting van het grote Seleucidische rijk. Niettemin onderhoudt Carthago zo goed mogelijke relaties met het Ptolemeëenrijk en het zwakker wordende Seleucië, zolang althans beide rijken niet met elkaar in oorlog zijn.
De Sahara wordt doorkruist met karavanen. Van verdere Atlantische reizen horen we daarentegen niets meer. Carthago is mogelijk tevreden met wat het heeft. Een voor dat kleine volk immens rijk en een nog groter afzetgebied, terwijl de andere Fenicische/Punische nederzettingen, ondanks hun tributen aan Carthago, goed kunnen meeprofiteren.

Het is alleen voor Carthago wat lastig om de vorsten van Numidië, Mauretanië en Iberië in toom te houden. Ook de Sarden wensen baas in het het binnenland van hun eiland te blijven, terwijl de Grieken zich schijnbaar op Sicilië in hun lot van schatplichtigheid schikken. Het ziet er allemaal veel te rooskleurig uit, zoals in de komende decennia zou blijken. Zodra de Carthagers op hun eigen domein zouden worden aangetast (en dat is de vloot en de zee), zou de opgeblazen ballon van welvaart, rijkdom en macht, zij het met moeite, kunnen worden doorgeprikt.