3.14.7. Het jaar 308 in Afrika.
Nu
de Carthagers ondervonden hebben, dat het erg moeilijk is om
Agathocles gewapenderhand uit Afrika weg te krijgen, proberen ze het
uitgebreid met omkoping. Daarin zijn ze vooralsnog nit erg succesvol,
want slechts 200 huurlingen van Agathocles lopen daadwerkelijk over.
Niettemin krijgt de Griek te maken met een gevaarlijke muiterij, die hij
door een kordaat persoonlijk optreden in de kiem weet te smoren.
Aanleiding voor de muiterij was een tweegevecht tussen ene dronken
Lycissos en de zoon van Agathocles (Archagatos), waarin de eerste het
onderspit dolf. De oorzaak lag veel dieper, namelijk een grote
achterstallige soldij, want ondanks de vele buit en plundering, wilden
de
huurlingen hun geld zien. Veel tijd om onderling te twisten hebben de
Grieken echter niet, want de Carthagers zijn
druk bezig om hun Numidisch
en
Libysch achterland te heroveren. Zo ook in het land van de Zouphones
onder de leiding van Clinon. Waar dat precies ligt, is nog niet nader
getraceerd. Wel is bekend, dat Agathocles met 8000 man voetvolk, 800
ruiters en 50 strijdwagens het Carthaagse leger daar opzocht.
Chronologie volgens Meltzer in
zijn:
"Geschichte der
Karthager", betreffende Agathocles
in Afrika.
augustus 310 landing in Afrika
herfst 310 veldslag voor Carthago
winter 310/309 aanslag op Hadrumetum
ontzet Tunes
aanslag op Thapsus
tocht binnenland
309 ontzet Tunes
aanslag op Clupea
bedwinging
muiterij
zomer 308 expeditie binnenland
veldslag Zouphones
herfst 308 aankomst Ophellas
zomer 307
aanslag op Utica
aanslag op Hippo D
terug naar Sicilië
herfst 307 terug naar Afrika
laatste uitval
oproer huurlingen
vlucht uit
Afrika
Op
met moment, dat Agathocles met zijn leger in dat land een rivier
oversteekt, komt het met de troepen van Clinon tot een gevecht. Aan
beide zijden zouden Numidiërs meevechten, maar die verbroederen zich
snel en gezamelijk wachten zij de uitslag van het gevecht af. Op den
duur moet Clinon zich naar zijn kamp terugreppen en wordt daarbij
achtervolgd door Agathocles. Dan pas komen de Numidiërs ook in actie,
want nu is de weg vrij voor een plunderaanval op het kamp van de
Grieken, dat immers goeddeels verlaten is en volledig onbeschermd voor
het grijpen ligt.
Deze ontwikkeling dwingt de Grieken
hun aanval af te breken op het kamp
van Clinon. Zij moeten zelfs in allerijl proberen om nog iets van hun
eigen kamp te redden. Zowel Carthagers als Numidiërs verdwijnen nu
spoorslags in de nacht.
Agathocles heeft wel 1000 gevangen gemaakt, waaronder 500 ex‑soldaten
van Syracuse. Zij weten welk lot hen wacht en proberen te ontsnappen.
Dat gelukt nauwelijks. Degenen, die gepakt worden, ondergaan een
staaltje van Grieks barbarisme door middel van worging.