zondag 17 mei 2015

133.het jaar 308 v C

          3.14.7. Het jaar 308 in Afrika.

          Nu de Carthagers ondervonden hebben, dat het erg moeilijk is om
          Agathocles gewapenderhand uit Afrika weg te krijgen, proberen ze het
          uitgebreid met omkoping. Daarin zijn ze vooralsnog nit erg succesvol,
          want slechts 200 huurlingen van Agathocles lopen daadwerkelijk over.
          Niettemin krijgt de Griek te maken met een gevaarlijke muiterij, die hij
          door een kordaat persoonlijk optreden in de kiem weet te smoren.
          Aanleiding voor de muiterij was een tweegevecht tussen ene dronken
          Lycissos en de zoon van Agathocles (Archagatos), waarin de eerste het
          onderspit dolf. De oorzaak lag veel dieper, namelijk een grote
          achterstallige soldij, want ondanks de vele buit en plundering, wilden
          de huurlingen hun geld zien. Veel tijd om onderling te twisten hebben de
          Grieken echter niet, want de Carthagers zijn druk bezig om hun Numidisch
          en Libysch achterland te heroveren. Zo ook in het land van de Zouphones
          onder de leiding van Clinon. Waar dat precies ligt, is nog niet nader
          getraceerd. Wel is bekend, dat Agathocles met 8000 man voetvolk, 800

          ruiters en 50 strijdwagens het Carthaagse leger daar opzocht.

              Chronologie volgens Meltzer in zijn:
              "Geschichte der Karthager", betreffende  Agathocles in Afrika.

              augustus    310                    landing in Afrika
              herfst      310                        veldslag voor Carthago
              winter      310/309                aanslag op Hadrumetum
                                                            ontzet Tunes
                                                            aanslag op Thapsus
                                                            tocht binnenland
                              309                        ontzet Tunes
                                                            aanslag op Clupea
                                                            bedwinging muiterij
              zomer       308                        expeditie binnenland
                                                            veldslag Zouphones
              herfst      308                         aankomst Ophellas
              zomer      307                        aanslag op Utica
                                                            aanslag op Hippo D
                                                            terug naar Sicilië
              herfst      307                         terug naar Afrika
                                                            laatste uitval
                                                            oproer huurlingen
                                                            vlucht uit Afrika

           Op met moment, dat Agathocles met zijn leger in dat land een rivier
          oversteekt, komt het met de troepen van Clinon tot een gevecht. Aan
          beide zijden zouden Numidiërs meevechten, maar die verbroederen zich
          snel en gezamelijk wachten zij de uitslag van het gevecht af. Op den
          duur moet Clinon zich naar zijn kamp terugreppen en wordt daarbij
          achtervolgd door Agathocles. Dan pas komen de Numidiërs ook in actie,
          want nu is de weg vrij voor een plunderaanval op het kamp van de
          Grieken, dat immers goeddeels verlaten is en volledig onbeschermd voor
          het grijpen ligt.
          Deze ontwikkeling dwingt de Grieken hun aanval af te breken op het kamp
          van Clinon. Zij moeten zelfs in allerijl proberen om nog iets van hun
          eigen kamp te redden. Zowel Carthagers als Numidiërs verdwijnen nu
          spoorslags in de nacht.
          Agathocles heeft wel 1000 gevangen gemaakt, waaronder 500 ex‑soldaten
          van Syracuse. Zij weten welk lot hen wacht en proberen te ontsnappen.
          Dat gelukt nauwelijks. Degenen, die gepakt worden, ondergaan een
          staaltje van Grieks barbarisme door middel van worging.



132.situatie op Sicilië

          3.14.6. De situatie op Sicilië.

          Op Sicilië is Hamilcar onverdroten verder gegaan met het onder zijn
          macht brengen van vrijwel het gehele eiland. Zelfs Deinocrates, de
          rivaal van Agathocles sluit zich bij hem aan. In 309 schijnt Hamilcar
          met 125.000 (???) man Syracuse bestormd te hbben, maar bij een
          nachtelijke aanval op de Epopilai, wordt Hamilcar bij Eurylaos gevangen
          genomen. Nadat hij spitsroeden moest lopen door de stad, wordt hij
          onthoofd en zijn hoofd stuurt men naar Agathocles. Deinocrates tracht de
          leiden de rol van Hamilcar over te nemen, maar het grote gecombineerde
          leger valt door meningsverschillen uit elkaar.
          Dan ontstaat er een verwarrende situatie, want Akragas vindt nu, dat het
          tijd is geworden om een eigen rol te gaan spelen in het machtsspel
          tussen Syracuse en Carthago.

                   AKRAGAS
                  Xenodikos bouwt een vrij sterk rijk op in Sicilië.
                  Gela, Herbessus, Entella, Leontinoi en Catane gaan
                  in zijn handen over. Tegen Leptinus en Demophilus met
                  hun leger uit Syracuse lijdt hij echter een zware
                  nederlaag. Daarna wordt de rol van Akragas weer
                  teruggebracht naar het tweede plan.
          Zo ontstaat er op Sicilië een driehoeksoorlog, wanneer Akragas onder
          Xenodikos zich teweer stelt tegen Syracusers en Carthagers. Xenodikos
          verovert Gela en doet uitvallen in de Carthaagse epikratie. De
          Carthaagse vloot blijft nog steeds Syracuse blokkeren en bij een
          zeegevecht voor Megara Hyblaea wordt een provinadvloot met 20
          begeleidende triremen door hen buitgemaakt. Grote veldslagen vinden er
          in deze jaren op het eiland verder niet meer plaats. De grote strijd
          wordt in Afrika gestreden.

131.vuur op de berg

          3.14.5. Het vuur op de Djebel Zaghouane.

          Ondanks zijn gewonnen veldslag is de situatie van Agathocles toch
          précair. Hamilcar is niet teruggekomen uit Sicilië en Carthago peinst er
          niet over om vrede te sluiten in zulk een nadelige positie. Agathocles
          bevindt zich met een deel van leger voor Hadremetum, dat zich maar niet
          wil overgeven, terwijl juist op dat moment de Carthagers een geslaagde
          aanval doen op het kamp van de Grieken bij Tunes. De vluchtende Grieken
          vinden een toevluchtsoord in Tunes, dat nu ook door de Carthagers belegerd wordt. Tenslotte ontvalt Agathocles ook nog de steun van Elymas (of Ailymas), een Libysche koning, die even daarvoor naar de Grieken was overgelopen. Agathocles bevindt zich dus in een allesbehalve rooskleurige situatie, die hij op de hem eigen wijze oplost, als het verhaal al op waarheid berust.

          Hij spoedt zich met een legergroep terug naar Tunes, terwijl hij op een
          punt, dat zowel in Carthago als in Hadremetum zichtbaar is, een groot
          vuur laat ontsteken. Dat moet wel de Djebel Zaghouane geweest zijn. De
          Carthagers bij Tunes denken, dat daar Agathocles met zijn leger op hen
          afkomt. In werkelijkheid is hij al veel dichterbij. De verdedigers van
          Hadrumetum denken, dat Agathocles nog meer hulp krijgt bij de belegering
          van hun stad. Het gevolg van dit alles is, dat de belegeraars van Tunes
          worden verrast door Agathocles en dat Hadremetum de moed in de schoenen
          zinkt en het verder maar opgeeft. Hierna keert Agathocles weer om naar
          het zuiden en valt Thapsus aan. De Carthagers bekomen van de schrik en

          zetten de belegering van Tunes weer voort.

130.Veldslag voor Carthago

          3.14.4. De veldslag voor Carthago.

          Alles loopt mis bij de Carthagers in de nu komende veldslag met de
          troepen van Agathocles. Ze pakken het ook volstrekt verkeerd aan. Het
          Carthaagse leger is in twee helften verdeeld en staat onder twee
          bevelhebbers. De 'Heilige bond' is in het hoogste gevaar weer
          opgetrommeld en staat onder de leiding van een Hanno en de andere helft
          in een van de Grieken opstelling staat onder de leiding van
          Bomilcar. Voor de falanx staan de strijdwagens opgesteld, maar die
          zullen maar nauwelijks in actie komen. Volgens Griekse geschied‑
          schrijvers zou het Carthaagse leger ca.45.000 man geteld hebben, waarvan
          1000 ruiters en 4000 man in strijdwagens. De Grieken telden nog geen
          20.000 man bij elkaar (incl.het scheepsvolk!). Reeds in het begin van de
          veldslag valt Hanno aan en dat had beter Bomilcar kunnen doen met zijn
          strijdwagens en sterkere opstelling. Deze laatste is nog bezig met het zoeken
          van een goede positie op een nabijgelegen heuvel en daardoor lijkt het
          erop, dat hij terugtrekt. De 'Heilige Bond' voelt zich in de steek
          gelaten. Elke samenhang tussen de onderdelen van het Carthaagse leger
          gaat nu verloren en de strijd ontaardt in een algemene vlucht door de
          Carthagers. Hanno is dan al gesneuveld.

                   AFVAL VAN ELYMAS
                  Na de slag voor Carthago, valt Elymas, een Libysch vorst,
                  van Carthago af. Hoeveel man achter hem stond is niet
                  bekend en evenmin welke stammen hij vertegenwoordigde.
                  Zijn afval zal echter niet lang duren. Binnen een jaar
                  zien we hem al weer binnen het Carthaagse kamp optreden.
          Er is wel eens gesuggereerd, dat Bomilcar verraad had gepleegd of in het
          geheim contact met Agathocles had gezocht teneinde de tyrannis in
          Carthago te verwerven. Er zijn geen bewijzen voor en het lijkt ook niet
          erg waarschijnlijk.
          In ieder geval verliezen de Carthagers minimaal 1000 man en Agathocles
          ongeveer 200 man (zie Freeman). Dat zijn verhoudingsgweijs zeer geringe
          aantallen. De veldslag zal wel niet hevig zijn geweest of niet lang
          hebben geduurd. Diodorus heeft het over 3000 gesneuvelden bij de
          Carhagers en 2000 man bij de Grieken.
          Het gevolg van de veldslag is wel, dat Agathocles nu de handen vrij
          heeft om een deel van het achterland te veroveren. Bomilcar vlucht naar
          Neapolis, een kleine stad ten noorden van Carthago en verzamelt tussen
          de 1500 en maximaal 4500 man. Kennelijk durfde hij niet rechtstreeks
          naar Carthago te gaan. Met zijn verzamelde manschappen gaat hij in vijf
          kolonnes op mars naar Carthago, maar hij wordt onderweg gestuit door
          regeringstroepen en gevangen genomen. Na zijn nederlaag tegen
          Agathocles voelde hij zich wellicht wel gedwongen om een staatsgreep te
          doen. Hij kende immers het systeem van vergelding op falende
          bevelhebbers. Net zoals Hanno de Grote en Mago mislukt ook hij erin en
          wordt doodgefolterd.

          Agathocles valt nu het andere Neapolis aan aan de oostkust en verovert
          dat. Daarna is het de beurt aan Hadremetum. Na grote aandrang uit
          Carthago besluit Hamilcar om van zijn Siciliaans leger 5000 man af te
          staan en hen naar Sicilië te zenden. Dat is eigenlijk een beetje vreemd.
          Want, wat de Carthagers in Afrika nodig hebben, is een goede veldheer.
          Er zijn soldaten genoeg.
                  HET RIJK VAN AGATHOCLES IN AFRIKA
                  In de loop van 309 weet Agathocles aldus een groot
                  deel van de CHORA van Carhago in handen te krijgen.
                  Neapolis, Hadremetum, Tunes, Thapsus, Missua en ook
                  Clupea geraken in zijn handen.
                  Na de verovering van Thapsus onderneemt Agathocles
                  eerst nog een tocht diep het binnenland in, ontzet
                  nog een keer Tunes en verovert tenslotte Clupea.