1.9. Twistappel tussen Egypte en de Hethieten.
De sinds
1900 in Klein‑Azië wonende Hethieten breiden omstreeks 1350
tijdens de
regering van koning Sjoepiloelioemas (1375‑1335) hun invloed
over Noord‑Syrië
en een deel van Fenicië uit. Dit leidt onvermijdelijk
tot een
botsing met Egypte.
1.9.1. De opkomst van het Hethietenrijk.*
Vanaf
ca.1700 begint de uitbreiding van het kleine koninkrijk rond de
hoofdstad
Hattusa. Vooral koning Labarna I en II verenigen in deze tijd
de
naijverige stadsstaten aan hun grenzen. Na de strooptocht van Mursili
I tot aan
Babylon toe omstreeks 1600, treedt er een kortstondig verval
in. Gebieden
aan de zuidgrens van het Hethietische rijk gaan verloren.
Met koning
Telipinu begint er een grootscheepse "revival" totdat tegen
het einde
van de 14e eeuw Egypte ingrijpt en de Hethietische opmars tot
staan
brengt.
1.9.2. De veldslag bij Kadesj.
Deze
veldslag in Syrië is in details overgeleverd. Op een reliëf te
Luxor staat
het grote gevecht (overigens nogal ten gunste van
Egyptenaren)
afgebeeld. Kadesj is een dorp in Syrië, waar de legers van
Ramses II en
Moewatallisj elkaar ontmoet hebben. De beide
legeraanvoerders eisen de overwinning voor zich op. De waarheid is, dat
het een
onbesliste strijd was, want sindsdien ligt de grens tussen het
Egyptische
en het Hethietische rijk langs of in de nabijheid van de
Orontesrivier, die langs het dorp Kadesj stroomt.
Feit is, dat
na de slag Noord‑Fenicië bij het Hethietenrijk hoort en
Midden en
Zuid‑Fenicië nog Egyptisch blijft.
Het verloop
van de veldslag in 1287 v.C. is min of meer als volgt: **
Het
Egyptische leger schijnt een omvang van 20.000 man gehad te hebben,
die verdeeld
waren in vier eenheden,n.l.:Amon, Re, Ptah en Sutekh.
Ramses II
verkeerde in de mening, dat Moewatallisj met zijn eveneens
20.000 man
sterke leger bij Aleppo verkeerde. In werkelijkheid hadden de
Hethieten
zich achter Kadesj verborgen.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
* Zie Boek 192.CAPPADOCIë ömer Demir, i.e.v.v.Geert de Vos.
Internationale vereniging voor het onderzoek van oude beschavingen, 3e herziene
uitgave. Ankara 1990. Wieg der geschiedenis (göreme). Van belang vanwege de
nabijheid bij Karatepe en Cilicië. Het nederlands houdt niet over. Het gaat
over de Hittieten blz 14 + 78 + 88 Kayserli en Nigde. Foto's, plattegronden,
kaarten.
**.Op
de muren van de rotstempel te Abu Simbel staat in hiëroglyphen het gekleurde
verslag van de veldslag door de berichtgever van Ramses II.
Zie:ZIJ ZAGEN HET GEBEUREN, hoogtepunten uit
de geschiedenis opgetekend door ooggetuigen, H.Pleticha, Van Goor Zonen, Den
Haag, 1977, hoofdstuk:Farao's en veroveraars, De list van de Hettieten, blz 14.
KAMID EL‑LOZ
De eerste Fenicische
nederzettingen moeten niet alleen
aan de kust van de Levant
gezocht worden. Ook in het binnenland
tot in de Be'Ka vallei zijn
sporen teruggevonden. Daar moet toen
ook een meer gelegen hebben
en moerasland. Wellicht is Kamid
el‑Loz identiek aan Kumida,
dat in de el‑Amarna brieven naar
voren komt. In ieder geval
zijn daar spijkerschrift tabletten
gevonden, die een
correspondentie weergeven tussen de farao
en een plaatselijk heerser.
Ook is een ostraka bekend geworden
met een
"oudfenicisch" letterschrift, dat stamt uit de 13e
en 12e eeuw.
ZIE: Boek FRÜHE PHÖNIKER
IM LIBANON (boek 46)
20 JAHRE DEUTSCHE
AUSGRABUNGEN IN KAMID EL‑LOZ
1983 Institut für Vor‑
und Frühgeschichte und
Vorderasiatische
Archäologie der Universität des
Saarlandes,
Saarbrücken. Catalogus.
Groet-voorwoord van de ambassadeur
Mahmoud Hammoud: "Sie umsegelten den
afrikanischen und vielleicht sogar den amerikanische Erdteil"???
blz 28: EA 198: Arahattu man van
Kumudi t.t.v. Amenophis III (1390-1352)
blz 39: Nefertem godheid van de
parfum ! -> zie ook Baal Hammon
spijkerschriftvondsten spreken van
Hapiru, Zalaja man van Damascus, land Kasja, land Meta, Biridija, mensen van
Mahla.
blz 44: oud-fenisch op scherven van
13e-12e eeuw
blz 45: 2 oegaritische spijkerschrift
inscripties
blz 47: kruikhandvat met fenicisch
stempel
VOORWERPEN TEMPEL MYCEENSE ZAKEN
blz 79: vroeg fenicisch ivoor
spelletjesdoos
blz 95: harnas onderdelen
Catalogus met 112 voorwerpen,
tijdtabel
GLI AVORI KAMID EL
LOZ
S Moscati, Roma RSF
XVII, 1989 (paleofenicisch c.1400 v.C)
Zie
Boek 192. Cappadocië. à Hethieten op blz 14,77,88.
Een
andere plaats aan de rand van het oude Fenicië:
Map
1.20.Tell Arqa. J.P.Thalmann. Irqatu 20 km noord van Tripoli. Opgraving
1972-1974. Vooral bekend van het 2e millennium.
TUDHALIJA van het Hethietenrijk (1250‑1220).
Gedurende een groot deel van de
regering van Tudhalija en Ramses II
bestaat er een tamelijke rust in het
gebied, waarin de proto‑
Fenicische steden zich bevinden.
Oegarit en Arvad bevinden zich in de
Hethietische invloedssfeer en de
andere proto‑Fenicische steden zijn
tribuutplichtig aan Egypte. Tudhalija
of Toedchaliasj moet echter wel in
het noorden en westen van zijn rijk
zware strijd voeren.
Zie Boek 66.DAS ALTERTUM
Weltgeschichte. F.Busigny. Eugen
Rentsch Verlag. Zurich/Stuttgart 1965. 54 afbeeldingen, 9 kaarten. Complete
beschrijving van de oude geschiedenis, waarin o.a. hoofdstuk B.III. Phönikien
und Palästina en hoofdstuk E.V. Die Unterwerfung der Mittelmeerländer van
belang zijn in dit kader. Ugarit.
Merkwaardige uitspraken op de
volgende blz:
90 De
kanaänieten worden al op 4000 v.C gesteld (?!)
92 "Ugarit, wo das Phönikische Element die Oberhand
gewonnen hatte."
94 "Isebel.... ein Verderbliche Rolle gespielt"
RICHTEREN
De Israëlieten weten niet tot de
vlakten van Kanaän door te dringen,
omdat ze de "ijzeren wagen"
niet hebben. Komen ze wel in de vlakte, dan
als onderworpen volk. Zo meldt
Genesis 49,15, dat sommige "Joodse"
stammen in de vlakte tribuutplichtig
waren en dwangarbeid verrichten.
Ramses denkt
met zijn legereenheid Amon snel Kadesj te kunnen bezetten.
De
legereenheid Re volgt op enige afstand. terwijl de andere twee
legereenheden Ptah en Sutekh juist ver achterblijven.
Muwatallisj
weet met vooral zijn 10.500 man in maar liefst 3500
strijdwagens onbespied rond Kadesj te
trekken en valt de legereenheid Re
met groot
geweld in de flank aan. Daarop vallen de Hethieten het kamp
van de farao
te Kadesj zelf aan, dat zij ook nog weten binnen te
dringen.
Ramses laat daarop tegenaanvallen uitvoeren en alarmeert zoveel
mogelijk
troepen in de achterhoede. Het zijn tenslotte de "recruten uit
het land
Amurru", die de farao uit zijn netelige positie bevrijden. Zij
worden
daartoe in de gelegenheid gesteld, omdat de Hethieten het niet
kunnen laten
om op grote schaal te gaan plunderen.
De Hethieten
trekken zich tenslotte terug op Kadesj, dat Ramses
kennelijk
niet weet te veroveren, ondanks de aankomst van de Ptah‑
eenheid.
Het was dus
een onbesliste strijd. Beide partijen hadden veel verliezen
moeten
incasseren. Pas 15‑20 jaar later schijnt er een vredesverdrag tot
stand te
zijn gekomen. Een groot deel van Syrië blijft onder de
Hethieten.
1.9.3 Algemene situatie in de 13e eeuw.
Verhoudingsgewijs is het toch een tijdperk van enige welvaart en
vooruitgang.
En dat hing ten nauwste samen met het machtsevenwicht
tussen de Egyptenaren en de Hethieten. Een
machtsevenwicht, wat
feitelijk
tot stand kwam door de onbesliste slag bij Kadesj. Vooral de
machtige
positie van het Hethietenrijk bewaart Egypte en de Levant
voorlopig
voor de latere chaos.
Chattoesilis
III volgde Muwatallisj op en regeerde in tamelijke rust het
volk van de
Hatti (zoals het ook wel genoemd wordt) tot 1250. Zijn zoon
Toedchaliasj
IV had heel wat meer moeite om de
stabiliteit in zijn
gebied te
bewaren. Hij moest zware oorlogen voeren tegen Assyrië in
oosten en
tegen Arzawa in het westen. Op een gegeven moment komt zelfs
Alasiya
onder de Hethieten.
Onder
Arnoewanda IV begint omstreeks 1200 het Hatti‑rijk uiteen te
vallen. Dan
ook krijgen de zeevolken hun kans. Reeds bij de slag bij
Kadesj
spelen de zeevolken een rol. Ramses wordt daar namelijk
ondersteunt
door de Sjerden (Sjardana) en de Hethieten door de Loekkos
en de
Dardany.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
MERNEPTAH 1224‑1214
Deze Egyptische
farao moet het begin van de
aanvallen van de
Zeevolken zien in te dammen. Hij
weet ook een
Lybische inval te keren en ook een
opstand in Kanaän
in 1219 te dempen. Nog steeds is
Tyrus Egyptisch
volgens een dagboek van een
Egyptische
grensbeambte.
Zie:ATLAS OF THE
BIBLICAL WORLD
J RHYMER, AMSTERDAM 1983
Zie:STUDI PHOENICIA XI, OLA 44, Leuven 1990
-Asher
et le royaume de Tyr, A Lemaire
-The Territory of Tyre and the Tribe of
Asher
Zie
Map 43.7.Altsyrien. H.Th.Bossert. Tubingen.
Het
evenwicht tussen de grote rijken in het Midden‑Oosten stelt de
kleinere
volken in staat om een meer onafhankelijke houding in te nemen.
De Feniciërs
of nog steeds de voorvaderen daarvan buiten hun
evenwichtspositie als handelaren en diplomaten zeer gewiekst uit. Dat
komt later vooral tot uiting in het
typerende verhaal van de Egyptenaar
Wen‑Amon,
die moest ondervinden, dat Zakar‑Baäl van Byblos het zich kon
permiteren
om te gaan onderhandelen met de farao Nesubanebded. Dat was
tot dan toe ongehoord. Er werd voordien aan de
farao geleverd. De nu
langzaam
opdringende zeevolken zullen bij dit onafhankelijkheidsproces
sterk
bijdragen.
SETHOS II
Onder deze Egyptische farao breekt er aan de
Kanaänietische
kust een complete anarchie uit.
Het Egyptische
gezag vervalt zienderogen. Zelfs doet
ene Aram‑Naharajim
van Amurru een overigens mis‑
lukte poging om
Egypte te veroveren.
......................................................................
SCHEMA:WAT WE
LEZEN UIT DE EL AMARNA BRIEVEN
Arvad
V Sa.Gaz volk?
Milim‑volk‑‑‑‑>
Irqata & Ardata.
Simyra
[belegering]
^
^ Yapa‑addu?
^
Beryt Abd‑Ashirta
Aziru AMURRU
Rib‑Addi
Gebal(byblos)[belegering] ^
^ ^
^ ^
Sidon Zimrida{in
verbond met}‑‑‑‑‑
^
^
Abi‑Milki Tyrus Usju HABIRI
Hazor‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑^
......................................................................
GELIDONYA
In 1958/1959 na
Chr werd aan de zuidkust van Turkije
bij Kaap
Gelidonya een schip gevonden vanuit de 12e
eeuw. Dit schip was beladen met koperen
staven en
platen, die de
vorm van ossehuiden hebben. Hun
grootte:60 x 45
cm. Daarnaast werden rechthoekige
tinstaven, 60
verschillende gewichten, glaskralen,
gereedschap,
scarabeëen en keramiek gevonden. Het
geeft een indruk
van de soort handel, die in deze
streken werd
bedreven. Kaap Gelidonya ligt vlak bij
Finike=Phoenikous, een aanlegplaats, waar fris water
ingenomen kon
worden door de schepen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten