dinsdag 16 september 2014

68.etnografische samenstelling


          1.16.   De etnografische samenstelling op Sicilië rond 900.

 

          De oostelijke helft van het eiland werd beheerst door de Siculiërs;  een

          volk, dat waarschijnlijk via Zuid‑Italië  daar  binnengedrongen  is.  De

          Sicaniërs, die daarvoor over het gehele eiland verspreid  waren,  werden

          terug verwezen naar de westelijke helft van het eiland. Op  de  westpunt

          van Sicilië ten zuiden van de grote baai van Castellamare woonde bij  de

          aankomst van de Feniciërs nog het legendarische volk der Elymiërs, dat

          een cruciale rol  in  de  geschiedenis  van  Sicilië  zal  gaan  spelen.

          Mogelijk is het Elymische volk gewoon een stam van de Sicaniërs geweest,

          maar zij zelf beroepen zich op een Klein‑Aziatische oorsprong.

          De Sicaniërs zijn vermoedelijk van Ligurische afkomst, getuige de vondst

          van klokbekers rond Palermo.

 

 

Map 40.2.La Sicilia antica, E.Gabba/G.Vallet.

 

          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 SICILIË

Palermo: begin bij Palaepoli, acropolis bij paleis van de Normandiërs, necropool aan de piazza Indipendenza (7e-3e). Tanit? Tofet aan het strand van Acquasante

Solonte op de berg S.Cristoforo, necropool te S.Flavia (6e-5e)

Pizzo Cannita, necropool te Portella di Mare (6e-5e)

Monte Porcara: nog geen opgraving

Monte Pellegrino: strijdtoneel Heircte?

Grotta Regina: graffitti en afbeeldingen Shadrapa

Drepanon: niets gevonden

Favignana: enige graven + NP inscriptie (2e-1e)

Levanzo: garum

Cossura: S.teresa: muren,heiligdom te Bagno dell’Acqua,teken Tanit(3e-1e)

Eryx: Elymisch, maar vanaf 4e Punisch Aštarte

Castellazzo di Poggioreale: muur

Monte Adranone: tempel

Rocca Nadore: nederzetting (4e-3e)

Montagna di Cavalti: nederzetting

Motya: ommuurd in 6e eeuw Tofet 1100 gedenkstenen Baal Hammon

Liliybaeum=Marsala: strijd, schip Baal Hammon Tofet en necropool

 

60.5 La civilisation Phénicienne V.Krings  E.J.Brill,Leiden,
     et punique: Manuel de                 1995
     recherche; Handbook of  oriental Studies.

 

 

 

          Zie Boek 35.SELINUNTE

          History and Guide. F.Bilello. Publishers Sava. Palermo 1982.

          De geschiedenis is zeer beknopt. Wel een goede beschrijving

          van de tempels. Reconstructies. Gids. Plattegronden.

          Portretten van enige Grieken. Foto's.

Blz 17 Diodoros: de eerste bewoners waren de Feniciërs in het 4554e jaar sinds de schepping van de wereld volgens de rekening van Eusebius en 100 jaar na de stichting van Megara (vlg.Thucydides VI). Stichtingsdata: vlg Diodoros 651, vlg Thucydides 630-623, vlg St.Jerome 646

De naam zou afstammen van SELINON = eppe, wilde selderij, schermbloemige plant.

 

 

          Zie Boek 111.THUCYDIDE : Livre I                                        

          La querre du Péloponnèse Jacqueline de Romilly, Société d'édition Les Belles Lettres

          Parijs, 1953. Eerste Feniciërs op Sicilië.

 

 

                Zie Boek 221.THOUKUDIDES _ NAVORSCHINGEN.

Vertaald uit het Grieksch door Mej.H.M.Boissevain en dr.H.J.Boeken. Haarlem  J.W.Boissevain & Co  19141924. De Feniciërs en Carthagers komen niet echt veel in beeld, maar de geschiedenis is van belang in deze cruciale periode van 431 tot 411 v.C, waarbij de Grieken juist elkaar bevochten en de Feniciërs en Carthagers juist buiten schot konden blijven. Weliswaar is het een 'oud' boek, maar dat doet niets af aan de waarde van de vertaling.

          221I.Voorgeschiedenis en aanleidingen.

          221II.Perikles

          221III.Plataia, Lesbos en Kerkyra

          221IV.Pulos, Brasidas in Thrakia, Wapenstilstand

          221V.De vrede van Nikias

          221VI.Sikelia 415414

          221VII.Gulippos, beslissing op Sikelia

          221VIII.Strijd om de eilanden, omwentelingen, Alkibiades op Samos

 

67.fysisch-geografische gesteldheid


          1.15.   De fysisch‑geografische gesteldheid van Sicilië.

 

          Sicilië is een bergachtig eiland in een driehoekige vorm, dat alleen  in

          het zuidoosten enige grotere kustvlaktes telt. Er om heen  liggen  enige

          eilandengroepen, zoals  de  Aegetische  en  Liparische  eilanden,  welke

          laatste groep van vulkanische oorsprong  is.  Het  oostelijke  deel  van

          Sicilië wordt gedomineerd door de grote Etnavulkaan.  Het  eiland  wordt

          doorsneden met enige kleinere rivieren als de Halykos en de Himeras. Ten

          tijde van de Feniciërs was het eiland nog tamelijk dicht bebost en had

          een mild subtropisch klimaat. Vooral in  het  noorden  en  westen  komen

          talrijke gebergten voor, die tot  direct  aan  de  kusten  reiken.  Deze

          gelede kust  was  met  zijn  beurtelings  voorkomende  baaien  en  kapen

          uitstekend geschikt voor het vestigen van factorijen en burchten  (Eryx,

          Heircte, Motya, Panormus, Solous, Drepana, Kephaloedium en Mylae).

 

          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

                                             900

          Boek 34.SICILY

          Phoenician, Greek and Roman. E.A.Freeman. Gresham Press.  London 1892. I.h.k.v.The Story of Nations. Enorm gedateerd,  maar niettemin een meesterwerk over de oude geschiedenis van  Sicilië. Plattegronden. Een mooie overzichtskaart. Oude  foto's. Foto's van munten.

Mogelijke Fenicische plaatsen: Ortygia + Thapsos (Tiphsach=Thapsalos) + Xiphonia + Pachynos (uitkijkpunt) + Makara (een Semietische godheid) + Selinus (Sela=de rots) + Mylae + Cephaloedium + Agathyrium + Charybdis + Zancle + Minoa + Inykon

Bewezen Fenicische plaatsen: -Panormus (gehele haven) = Machoshbim (kamp van de kleurbewerkers) = Machanat (ZIZ) > Machanaim (OT), -Solus = Soluntum = Sela + Eryx, -Motya, -Drepanum, -Lilybaion, -Thermai,  -Mondello.

blz 559: Phoenician Local Names in Sicily

 

Map 41.9.Ancient Sicily, M.I.Finley, 1979, London.

Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.

          19A.De omgeving van Utica (ca.1000 v.C).

          19B.De lokatie van Utica.

 

 

 

    Zie: Boek 17.UTIQUE

            A.Lèzine. Societé Tunesiennes de diffusion, Tunis, 1970.

            Veel citaten. 55 foto's. Diverse plattegronden.

Belangrijk als basis voor elke publicatie over Utica.

 

 

Zie Boek 244.TRINAKRA

Alexander Schenk Graf v.Stauffenberg. Sizilien und Grossgriechenland in archaischer und fruhklassischer Zeit. R.Oldenbourg Verlag, Munchen – Wien 1963. Voornamelijk vanuit Grieks oogpunt, maar zijdelings komen de Feniciërs en Carthagers ook in beeld. Chronologie. Munten. Losse kaart. Doorspekt met gedichten en odes In bijlages: chronologie, munten, dichter Stesichorus. Bijgevoegde kaart wijst Malaga als MAINAKE aan!

Blz

37            Daidalos – Minos – Kamikos – Engyon

120          Fenicische schepen lossen die van de Myceners af

137          Dorieus

188          slag bij Himera 198 kaartje

307          Malchus – Mago – Carthalo wijding Tyrus voor 573!?

333          Kadmos naar Lokroi en Zankle?

340          Kadmos wordt historisch gezien + aantallen Himera

 

HOE KOMT EEN STEEN UIT HET JAAR 2773? V.C NU HIER TERECHT?

Map 39.4.5.The Palermo Stone and the Archaic Kings of Egypt, P.F.O’Mara, La Canada (Calif.) 1979, OA XXI 1982 (recensie).

Map 39.4.6.The Chronology of the Palermo and Turin Canons, P.F.O’Mara, La Canada (Calif.) 1980, OA XXI 1982 (recensie)

Trinakria.

De legendarische figuur Kokalos van Kamikos is mogelijk de eerste naam, die opduikt. Het zou een Sicaniër zijn, die reeds leefde voor de inval van de Siculiërs. De plaats Kamikos ligt waarschijnlijk dicht bij Akragas. De Sicaniërs achten zich autonoom en er ligt mogelijk een raciale verbinding met de Basken.

Dan is er de Griekse legende van Daidalos, die vanaf Kreta naar Sicilië vlucht. Hij wordt achtervolgd door Minos, die zich wil wreken op Daidalos vanwege een door hem begane moord. Er volgt een zevenjarig beleg van Kamikos, waarna de Kretenzers zich terugtrekken op Italië, waar zij verder leven als Japygiërs?

Een derde invalshoek ligt bij het verhaal, dat de Kretenzers, die bij Troje vochten op hun terugreis terechtkwamen bij Engyum op Sicilië. Zij stonden onder de leiding van Meriones. Bij Minoa vinden we overigens het graf van een belangrijke onbekende Kretenzische koning.

De stichter van Gela is Antiphemos en hij verovert de Sicanische stad Omphake.

De Siculiërs vestigen zich in het begin aan de oostkust. Zij worden dan vooral beïnvloed door de Feniciërs.

Tenslotte zijn er dan de Elymiërs, die zich in de streek van Segesta hebben neergezet. Zij beroepen zich op hun Trojaanse oorsprong. Pausanias noemt hen echter als Phrygiërs.

De Fenicische handelaren hebben zich waarschijnlijk (cursief) en zeker in de volgende plaatsen gevestigd:

THAPSOS                              zie Tiphsach >>> Thapsakos
PACHYNOS                           = uitkijkpunt
MAKARA                = naam Semietische godheid
SELINUS                                zie Sela = de rots van de Acropolis
HIMERA                
PANORMUS          zie Ziz of Machanat >> Machoshbim = kamp van de

kleurwerkers, of Machanaim in het OT.

SOLUS                   zie Sela >> Soluntum
XIPHONIA
ORTYGIA                              betekent Syracuse: oosten?
MYLAE
KEPHALOEDION
AGATHYRIUM
ZANCLE                 zie: Danklon
MINOA                   Ras Melqart
INYKON
CHARYBDIS

ERYX                      samen met de Elymiërs

HEIRCTE
THERMAI
NAXOS
MONDELLO
MOTYA
LILYBAION                            van hier gaat het naar Libyë

Nadat Philokles bij toeval ontdekt, dat Sicilië geen schrikbarend land is, zoals de Feniciërs het altijd hadden afgeschilderd, komt de Griekse exploratie op gang.

 

66.versterking halverwege


          1.14.   Versterkingen halverwege.

 

Utica functioneerde al geruime tijd als tussenstation.  Daarnaast  namen de Feniciërs ook Melita (Malta) en Cossyra (Pantelleria)  in  gebruik. Ook  op  het  grote  eiland  Trinakria  (Sicilië)  stichten  ze  diverse steunpunten. De beheersing van Sicilië is van groot belang, want dit  is

het centrale kruispunt van de Middellandse zee. Feniciërs, Carthagers, Grieken en Romeinen zullen er dan ook fel om gaan strijden. Panormus (wellicht Ziz?) wordt een  van  hun  belangrijkste  steunpunten nabij  het  voorgebergte  Heircte.  Waarschijnlijk  zijn  ook  Pachynos, Thapsos en Mylae bijvoorbeeld in hun  handen  geweest.  Zij  voldoen  in ieder  geval  aan  de  omstandigheden,  waaronder  de  Feniciërs   hun nederzettingen probeerden te vestigen. en die waren meestal een kaap  of (bijna) een eiland voor de kust, waarmee ze in handelscontact wensten te komen. Zeker de straat tussen Italië en Sicilië moet  voor  hen  gunstig hebben geleken om er steunpunten te vestigen.

65.algemene situatie rond 900 v.C


          1.13.   De algemene situatie rond 900.

 

          In het oosten verkeert Fenicië in zijn grootste glorietijd  als  trait

          d'union tussen de handel en zeevaart op de Rode en de Middellandse  zee.

          Van Gadir tot Poent is een permanent bevaren zeeweg ontstaan,  die  zijn

          gelijke tot dan toe in de geschiedenis der mensheid niet  heeft  gekend.

          Grote oorlogen  komen  er  in  dit  uitgestrekte  handelsgebied  van  de

          Feniciërs nauwelijks voor. Toch pakken zich langzamerhand twee donkere

          wolken samen aan de horizon van de Fenicische wereld.  In  het  Nabije

          Oosten maken de Assyriërs  zich  gereed  voor  hun  vele  strooptochten,

          terwijl de Egeïsche wereld opnieuw ontwaakt en de zee als concurrent van

          de Feniciërs gaat bevaren. De eerste  overzeesche  steunpunten  worden

          door de Grieken al opgericht.

          Vanaf deze tijd gaan de Feniciërs steeds meer aandacht schenken aan de

          verbinding tussen het oude Fenicië en het aan de andere  kant  van  de

          Middellandse zee gelegen  Tartessië.  Vooral  als  rond  800  de  eerste

          Grieken zich in Rhodae in het uiterste noorden van Spanje  vestigen,  is

          het met de gemoedsrust van de Feniciërs al een beetje in dit deel  van

          de wereld gedaan.

 

 

          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

          * : Te Aliseda, Sevilla en Evora zijn bijvoorbeeld gouden voorwerpen en

              sieraden gevonden, die met behulp  van  de  Fenicische  technieken

              zijn bewerkt.

 

         Zie ook: 157.EL ORO EN LA ESPANA PRERROMANA Verschillende schrijvers.

Onder de directie van Juan Antonio Garcia Castro. 1989. Met name het hoofdstuk

CADIZ: orfebreria fenicia, is van belang.

 

              Zie:ECONOMY OF THE FENICIAN SETTLEMENTS IN SPAIN

                  Yu.B.Tsirkin blz 547 e.v. in:

                  STATE AND TEMPLE ECONOMY IN THE ANCIENT NEAR EAST II

                  E Lipinski/Departement Orientalistiek/Leuven 1979

                  ORIENTALIA LOVANIENSIA ANALECTA 6.

 

Sporen van de Fenicische aanwezigheid op de oostkust van Spanje:

- necropool Mas de Mussols

- scheepswrak Mazarron

- nederzetting La Fonteta

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.

          26A.Sicilië vòòr de aankomst van de Grieken.

          26B.Sicilië tijdens de Griekse kolonisatie (na 735 v.C).

 

          27A.Omgeving van Motya (VIIIe eeuw v.C).

          27B.Restanten van Motya (opgravingen Whitaker e.a).

 

          34A.Pantelleria.

          34B.Malta.

          34C.Gozzo.

 

          35A.De Balearische eilanden.

          35B.Het Fenicisch/Punische Ebusos.

 

          36A.Panormus.

64.Fenicische invloed op Spanje


          1.12.   De Fenicische invloed op Spanje.

 

          Allereerst vinden we die terug  in  diverse  naamgevingen.  De  Balearen

          hebben  hun  naam  gekregen  door  het  wapen  wat  de  inwoners  vooral

          hanteerden: de slinger. Dat is het  Fenicische  "Balear".  De  Grieken

          noemden de slinger "Gymnesia"  De volken Ilercavones en Ilergetes hebben

          de  Fenicische  stam  "Iler"  in  de  naam.  Verder  zijn  er  talloze

          Fenicische naamgevingen aan steden.

          De meeste Fenicische invloed vinden we terug  bij  de  Turden  in  het

          zuiden. Dit volk nam ook een  Fenicisch  schrift  in  gewijzigde  vorm

          over, evenals vormen van metaalbewerking.*

          Over het algemeen bleef de Fenicische invloed echter  beperkt  tot  de

          kusten met uitzondering van het dal van de Betis. Op het gebied  van  de

          handel en de scheepvaart, maar ook t.a.v. de Fenicische theogonie zijn

          er aanwijzingen, dat  de  Spanjaarden  van  het  eerste  uur  onderdelen

          daarvan hebben overgenomen van de Feniciërs

63.de bestuursvorm

          1.11.   De bestuursvorm in de Fenicische steden.
 
          De situatie in Gadir heeft zich  waarschijnlijk  ook  voorgedaan  in  de
          meeste andere westelijke Fenicische nederzettingen. Het was een  soort
          republiekijns bestuur met oligarchische trekken. De  magistraten  werden
          op een  of  andere  manier  gekozen.  Waarschijnlijk  heeft  hierbij  de
          maatschappelijke positie een rol gespeeld in de zin, dat men een  zekere
          welstand diende te bezitten.
          De nederzettingen waren door de verre afstand tot het  moederland  sterk
          op zich zelf aangewezen. Niettemin bleven het in de beginperiode  gewoon
          kolonies (in ieder geval formeel) van voornamelijk Tyrus en Sidon.
          De onvermijdbare grote vorm van autonomie leidde er niet toe, dat de ene
          Fenicische nederzetting de andere ging overheersen in Spanje of ergens
          anders in het westelijke deel van de Middellandse zee. Gadir heeft nooit
          een eigen rijk gesticht. Wel behartigde het de  belangen  van  Tyrus  en
          samen met  de  andere  Fenicische  kolonies  de  belangen  van  geheel
          Fenicië. Pas veel later zal Carthago als enige van  alle  Fenicische
          kolonies een eigen rijk stichten.
 
          Zie  verder  boek  DERTIEN  van  deze  geschiedenis,  waar  onder   7.2.
          uitgebreid ingegaan wordt op het bestuur in de West‑Fenicische  steden
          in het westen.
Het lijkt overigens tamelijk aannemelijk, dat de bestuursvorm van de meeste West-Fenicische steden niet veel afgeweken zal hebben van die van het latere Carthago:
 
Aristoteles.
Hij schrijft over het bestuur van Carthago c.340 v.C. Hij heeft er alle waardering voor. Er was namelijk nooit een echt grote rebellie en evenmin een dictator van allure. Het bestuurssysteem zit tussen aristocratie en oligarchie in.
Koning
Geen alleenheerser
Gerousia: raad van ouden
soms meer dan één
Hoge raad van 100
Erfelijk of voor het leven
Magistraten worden gekozen
Beperkte duur
Volksvergadering
bij grote beslissingen
 
          84.15.  Aristotle:On the Constitution of          Ancient History
                  Carthage, c.340 BC                        Sourcebook
 
          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX