zondag 6 maart 2016

159. vervolg zeestrijdkrachten.

Zeestrijdkrachten (vervolg).

tabel 3a.Overgeleverde verliezen (265‑255).
                                   Carthago          Rome
MESSANA                               0         10
LIPARA                                               0         17
MYLAE                                    50          0
TYNDARIS                               18          9
ECNOMUS                               94        24
HERMAïSCH VG.            24 of 114         9
CAMARINA                              0         284
‑‑‑‑‑‑‑‑-----‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
TOTAAL                          186 tot 276    353

De Romeinen lijden duidelijk de meeste verliezen in de zeeoorlog tot en met het jaar 255. Het meeste daarvan komt echter door stormen en vermeende stormen. Natuurlijk vonden er in werkelijkheid meer verliezen plaats. Niet elk gevecht of geval van averij is opgetekend. Gedurende deze elf jaren moeten de Romeinen zeker tegen de 400 schepen verloren hebben.

tabel 3b.Overgeleverde aantallen buitgemaakte schepen (265‑255).
                                   Carthago          Rome
MESSANA                               10          0
LIPARA                                               17          0
MYLAE                                    0         34
TYNDARIS                               0         10
ECNOMUS                               0         64
HERMAïSCH VG.                     0         24 of 114
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
TOTAAL                                   27        132 of 246

Deze tabel met alleen de overgeleverde aantallen is nog minder betrouwbaar dan de voorafgaande tabel. De aantallen zijn voor de Romeinen zeker bij het Hermaïsch voorgebergte excessief hoog. Toch zullen de Romeinen meer schepen hebben buitgemaakt dan de Carthagers dat deden vanwege de Romeinse entertactiek.

Ondanks het feit, dat de Romeinen zwaardere verliezen lijden dan de Carthagers, verloopt toch de strijd op zee catastrofaal voor de Carthagers. De kleine oosterse stam had al moeite genoeg om een vloot van 200 hoofdzakelijk vijfdekkers te bemannen, maar met de verliezen van waarschijnlijk omstreeks 300 schepen in al die jaren met aan boord 90.000 mensen (!), werkt rampzalig voor Carthago. Slechts een minderheid van die 90.000 mensen zal zich in veiligheid hebben kunnen stellen.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


                THERMAE
                Dit is een verhaal apart. Al lang loeren enige Romeinse
                legerafdelingen op deze stad, maar al enige jaren houdt de
                stad het op de Carthagers. Dan geraakt bij toeval een
                poortwachter in Romeinse handen. Zij laten de man vrij op
                voorwaarde, dat hij de volgende nacht de poort zal openen.
                De poort gaat inderdaad open, maar nadat de voorhoede van
                Romeinen (1000 man) binnen is, wordt de poort weer gesloten.
                Wellicht sluiten de Romeinen zelf de poort om de buit met
                minder mensen te hoeven delen. Mogelijk is ook, dat de
                stadswacht de poort weer weet te sluiten. In ieder geval
                worden de 1000 binnen gedrongen Romeinen zonder pardon
                afgeslacht. Enige tijd later ziet de bezetting van Thermae
                het nutteloze van een verdere verdediging van de stad in
                en zij laten zich door de Carthaagse vloot evacueren.




In het jaar 255 moet Carthago dan ook waarschijnlijk al aan het eind van haar krachten zijn geweest. Daarentegen kon Rome weer met haar veel grotere bron aan mankracht de verliezen van ca.120.000 man (op zee en op Sicilië) veel beter compenseren. Geen wonder, dat dit feit en het verschijnen van Regulus het Carthaagse bestuur doet verlangen naar het eind van de oorlog. Die moet echter wel worden voortgezet, omdat Rome nog lang niet aan vrede toe is. Carthago vergroot opnieuw zijn krachtsinspanningen.

158. Zeestrijdkrachten in jaren 261-255 v.C.

4.2.11.  De zeestrijdkrachten in de jaren 261‑255.

Slechts fragmentarisch zijn ons overleveringen bekend van de sterkte van de vloten en de verliezen in diverse zeeslagen of stormen. Daarbij komt, dat sommige overleveringen twijfelachtig zijn. De volgende tabel laat de bekende aantallen zien en de vele leemtes daarin.

tabel 2.
                  Carthago    Rome
=======================================================
261
sterkte                 ..... .....
LIPARI                  +17     ‑17
aanbouw                 ..... +200
260
sterkte                   130   145
MYLAE                   ‑50   .....
aanbouw                 ..... .....
259
sterkte                 ..... .....
gevechten               ..... .....
aanbouw                 ..... .....
258
sterkte                 ..... .....
gevechten               ..... .....
aanbouw                 ..... .....
257
sterkte                    80   200
TYNDARIS                ‑18      ‑9
aanbouw                 ..... .....
256
sterkte                   350   330
ECNOMUS                   ‑94   +40
aanbouw                 ..... .....
255
sterkte                 .....   350
HERMAïSCH VG.           ‑24 (‑114?) ‑9
CAMARINA                     ‑284
resteert                70       80
aanbouw                 ..... +220
254
sterkte                 .....   300
=======================================================

Zo zijn er vele leemtes in onze kennis omtrent de krachtsverhoudingen tussen de Carthaagse en de Romeinse vloot. Echter door afleidingen en diverse aannames te plaatsen, kan toch veel teruggehaald worden.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX



                ANDERE CARTHAAGSE ACTVITEITEN in 255
                In het jaar 255 zitten de Carthagers beslist niet stil.
                In Afrika brengt Hamilcar de Numidiërs tot rust, die
                1000 talenten schatting moeten betalen en daarnaast nog
                eens 20.000 stuks vee moeten leveren. Ongeveer 3000 Libyërs,
                die waarschijnlijk aan Romeinse zijde hebben meegevochten,
                worden gekruisigd. Op Sicilië onderscheidt zich Carthalo
                door opnieuw Agrigentum of Akragas in te nemen. Hij verschanst
                zich er niet, maar verwoest de plaats zeer grondig, zodat het
                de Romeinen niet meer als steunpunt kan dienen. De Carthaagse
                vloot herovert Cossyra en vervoert opnieuw troepen naar
                Sicilië.


Zie: ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
79A.Overzichtskaart:De rampzalige tochten van de Romeinse vloot 255/253.
                79B.Storm Palinurisch voorgebergte 253 v.C.
                79C.Storm bij Pachynos 255 v.C.


vrijdag 4 maart 2016

157. Veldslag bij Tunes.



4.2.9.    De veldslag bij Tunes.

Regulus had het voor een belangrijk deel aan zichzelf te wijten, dat hij op den duur in dezelfde rampzalige positie verzeilde als Agathocles voor hem. Hij had tenminste de verbinding tussen zijn zeekamp te Clupea en het landkamp te Tunes veilig moeten stellen. Hij had ook de veldslag met zijn leger, dat slechts over 500 ruiters beschikte, niet moeten aannemen en rustig moeten wachten tot versterkingen zouden zijn aangekomen. Bovendien munten zijn diplomatieke acties om stammen en steden tot afval van Carthago te bewegen niet uit door genialiteit.

Zo kwam dan de lente van het jaar 255 met een zelfverzekerd Carthaags leger van 12.000 man voetvolk en 4000 ruiters, dat als eerste de slag aanbood. Regulus neemt de uitdaging onmiddellijk aan en nog wel na een lange vermoeiende mars rond een dichtbij gelegen meer in de nacht. Dit moet de Sebkhet Séjoumi geweest zijn.
De veldslag begon met het inzetten van de ruiterij, zoals dat meestal gebeurde. De 4000 verenigde Carthaagse en Numidische ruiters veegden de 500 Romeinse ruiters direct van het toneel. De Romeinse legioenen, nu door de ruiterij van Xanthippus omsingeld, gingen in wanhoop tot de aanval over en probeerde de 100 olifanten, die voor het Carthaags/griekse voetvolk stonden, te omtrekken. Dat lukte maar gedeeltelijk, met als gevolg, dat het Romeinse leger in tweëen werd gesplitst, dat helft na helft totaal werd geëlimineerd. Enkele Romeinse legerafdelingen weten nog wel tot het Carthaagse legerkamp door te dringen, maar worden daar ingerekend.

Regulus wordt gevangen genomen en meer dan 10.000 Romeinen worden gedood of geraken in gevangenschap. Slechts 2000 Romeinen weten Clupea nog te bereiken. Het te zeer overtuigd zijn van de eigen militaire kracht werkte fataal voor de Romeinen in dit geval. De verliezen aan Carthaagse zijde bedroegen uiteindelijk slechts 800 gesneuvelden. Xanthippus is de grote triomfator, maar zijn rol is in Carthago snel uitgespeeld, want even later vinden we hem terug in dienst van Egypte. Het is aannemelijk, dat Carthago snel deze vreemde condottière met pensioen heeft gestuurd. Wellicht had men angst voor het gevaar van een militaire dictatuur door de Griekse veldheer?


X.De olifanten en de ruiterij geven in deze veldslag de doorslag!
 

                 Voor de gebeurtenissen in het jaar 255 wordt verwezen naar:
                Polybius 1,36,11.

De geromantiseerde versie van:
180.DE GESCHIEDENIS VAN ROME
Mary MacGregor i.e.v.v.Jeroen Franke. van Dishoeck Bussum 1957.
Een jongensboek, maar daarom nog niet minderwaardig. Goede vertellingen in geromantiseerde vorm van legenden en gebeurtenissen. Selectie blz 114-115.

Xanthippus had in de Griekse oorlogen gevochten en hij was een bekwaam en en ervaren krijgsman. Hij zag spoedig in, dat het Carthaagse leger een fout had gemaakt door in de bergen te vechten. Hij sprak daarover met de bevelhebbers en toonde aan, hoe zij de vijand toch nog zouden kunnen overwinnen. Het duurde niet lang of hij werd tot opperbevelhebber over het gehele Carthaagse leger benoemd. Hij wist het geschokte zelfvertrouwen van de soldaten te herstellen en hun moed en vechtlust aan te wakkeren. Toen leidde hij het leger naar een open vlakte. Het aantal soldaten was niet groot, maar hij stelde veel vertrouwen in zijn vierduizend ruiters en honderd olifanten. Regulus zou de strijd liever hebben vermeden. Maar als het Carthaagse leger nu sterk genoeg was om het plunderen te verhinderen, zou hij weldra geen proviand meer hebben, en dus was een veldslag onvermijdelijk. Toen de Carthagers de gevreesde Romeinse legioenen zagen, sloeg hun de schrik om het hart. Maar Xanthippus sprak zijn mannen moed in en gaf weldra het sein voor de aanval. Op hetzelfde ogenblik kwamen ook de Romeinen in actie. Voor het Carthaagse leger was een rij olifanten opgesteld, maar de Romeinse linkervleugel trok daar omheen en viel het voetvolk aan. Dat stond op het punt om op de vlucht te slaan, toen Xanthippus aan kwam rijden, de orde herstelde, van zijn paard sprong en als gewoon soldaat met de anderen mee ging vechten. Ondertussen hadden de Carthaagse ruiters de Romeinse van het slagveld verdreven en de legioenen van achteren aangevallen. De olifanten, wild geworden door het krijgsrumoer, drongen aan de voorzijde op en vertrapten vele dappere soldaten. Het werd een grote nederlaag voor de Romeinen. Slechts tweeduizend soldaten wisten te ontkomen. Regulus zelf vluchtte met vijfhonderd soldaten, maar hij werd achtervolgd en gevangen genomen. In korte tijd verloren de Romeinen alles wat zij in Afrika veroverd hadden. In Carthago was men natuurlijk zeer verheugd. De mensen stroomden naar de tempels om dankoffers te brengen. Xanthippus, aan wie de eer van de overwinning toekwam, keerde met vele geschenken naar Griekenland terug.

Vragen:
1.Hoe kwam Xanthippus in Carthago?
2.Wat zou er met de oorlog gebeurd zijn, als hij opperbevelhebber zou zijn gebleven?

Constatering:

Het is niet aannemelijk, dat Xanthippus en zijn Griekse soldeniers Punisch spraken. Bij de Carthagers moeten vele tolken aanwezig zijn geweest, die zijn bevelen konden overbrengen.


                REGULUS & ZIJN FAMILIE
                Regulus weet in eerste instantie nog met enige tientallen
                ruiters te ontsnappen, maar wordt uiteindelijk door de
                ruiterij van Xanthippus toch achterhaald. Zijn gevangenschap
                heeft kwalijke gevolgen voor een tweetal voorname Carthaagse
                gevangenen. In de veronderstelling, dat Regulus onmiddellijk
                door de Carthagers is gedood, geven de Romeinse autoriteiten
                aan de 'weduwe' de gevangen genomen Carthaagse notabelen
                Bodostar en Hamilcar, op wie zij zich dan kan wreken. Bodostar
                en Hamilcar worden in een hele kleine cel gezet, waarin zij
                zich nauwelijks kunnen bewegen. Na 5 dagen sterft Bodostar,
                maar zijn lijk wordt niet bij Hamilcar weggehaald. Een Romeinse
                tribuun grijpt tenslotte in en weet de familie van Regulus te
                overreden om Hamilcar uit zijn benarde positie vrij te laten.
                Wellicht is dan ook het bericht binnen gekomen, dat Regulus
                krijgsgevangene is geworden.





dinsdag 1 maart 2016

156.De Romeinen in Afrika.


4.2.8.    De Romeinen in Afrika.

Ongemerkt landen de Romeinen in Clupea. Vulso gaat met het merendeel van de vloot terug. Regulus blijft achter met 15.000 man voetvolk en 500 ruiters. In de haven van Clupea blijven 40 schepen om dit steunpunt te beveiligen. Vrij snel na de ontscheping gaat Regulus op mars naar Carthago. Ondertussen worden 20.000 gevangenen gemaakt. Het zijn voornamelijk slaven, die hun bestaan in Italië zullen moeten gaan voortzetten.
De Carthagers hebben inmiddels een driehoofdige legerleiding benoemd. Het zijn Hasdrubal (zoon van Hanno), Bostar en Hamilcar. Deze laatste wordt later uit Sicilië teruggeroepen en komt met 5000 man voetvolk en 500 ruiters. Voor Adyn of Adys, dat op c.25 kilometer van Carthago ligt, komt het tot een nachtelijk(?) treffen. Dit Adyn is mogelijk het bekende Uthina of Oudina. De Romeinen vallen met twee kolonnes het Carthaagse legerkamp aan. Een van die kolonnes wordt teruggeslagen, maar de andere bereikt zijn doel. De Carthagers moeten hun legerkamp opgeven en trekken zich terug op Tunes.



XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


 Alles geraakt weer in paniek, net zoals bij Agathocles een halve eeuw geleden gebeurde. Ook Tunes kan niet worden gehouden en Regulus betrekt posities in en rond Tunes.
De oorlog leek gewonnen voor de Romeinen. Vele puno‑Lybische dorpen en steden gaven zich over aan Regulus en de Numidiërs zagen hun kans schoon om ook in de buit te delen door en masse de voorheen Carthaagse gebieden af te stropen.
Ook de Carthaagse koopliedenadel denkt, dat de oorlog verloren is, ofwel probeert tijd te winnen en informeert naar de vredesvoorwaarden. Het wellicht wankelmoedig geworden Carthaagse bestuur legt het hoofd te snel in de schoot. Van de andere kant overvragen de Romeinen bij hun vredesonderhandelingen meestal, waardoor in ieder geval bij de Carthagers de oorlogen onnodig verlengd worden. Ook ditmaal waren de vredesvoorwaarden veel te streng.
a.Opgave van Sicilië, Sardinië en Corsica.
b.Overgave van de vloot!
Zo streng waren de voorwaarden op het eind van de oorlog in het jaar 241 niet eens!
Dit soort klare taal brengt de Carthagers weer bij hun positieven en alle krachten worden samengebald om de dreigende ondergang het hoofd te kunnen bieden.
De volgende maatregelen worden genomen:
a.Hamilcar komt terug uit Sicilië met geharde geoefende soldaten (5000
  man voetvolk en 500 ruiters) en hij krijgt dezelfde rang als de andere
  Carthaagse generaals Hasdrubal en Bostar.
b.De Numidiërs worden in grote getale omgekocht om met hun ruiters tegen
  de Romeinen te vechten.
c.De Griekse veldheer Xanthippus werd aangetrokken met een aantal huur‑
  lingen. Hij krijgt het opperbevel over het leger, dat in het volgende
  jaar met een nieuwe afdeling olifanten de Romeinen te lijf zal moeten
  gaan.

Xanthippus stamt uit Sparta en hij beschikt over een groot organisatietalent. Het is zijn grote verdienste voor Carthago, dat hij de losse legereenheden van Carthago in de winter van 256/255 tot een samenhangend leger smeedde. Zijn strategisch inzicht zou verder bij de veldslag tegen Regulus ten goede komen.
Regulus liet ondertussen de winter zonder veel acties van zijn kant voorbij gaan. Hij probeerde met zijn geringe leger niet eens een beleg van de grote stad, maar bracht zijn leger binnen de veilige muren van de burcht van Tunes. Slechts kleine afdelingen liet hij de landengte bewaken.


XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

DE EERSTE ROMEINS‑PUNISCHE OORLOG IN DE RINGMAPPEN:

Ringmap titel                                        schrijver                bron
nummer
======================================================================
2.20.Rome en Karthago        Vogt
3.4. Karthago,Syracuse
     und Rom                 Meier Welcher Ranke gesellschaft Heft 25/26
7.1. Aufstieg und Nieder‑
     gang Roemischen Welt    Temporini     Berlin/New York 1972
7.2. Karthagos Kampf um
     die Vorherrschaft       Hoffmann      in:Aufstieg und Untergang der
                                            Roemischen Welt (341)
7.3. Die beiden ersten
     Roemisch‑Karthagischen
     Vertrage                Petzold       Tubingen in:Aufstieg(364)
7.4. Zur Vorgeschichte der
     Ersten und Zweiten
     Punischen Krieges       Hampl         Innsbruck in Aufstieg (412)
12.18 Rhoemischen Geschichte Th.Mommsen    Wien/Leipzig 1932
12.19 Rome und Karthago      Vogt          Leipzig
13.16 The Punic Wars         Caven         Univ of London 1980
16.1  History of Sicily      Freeman       Oxford, Clarendon Press
16.2  De antieke wereldzee   Sprey         Den Haag 1946 Servire
16.3  Punica fides           Thiel
16.4  De Romeinse strategie  
      ter zee in de 1e pun.  Thiel
      oorlog
16.5  Der Erste Punische Krieg
      und das Problem des    Heuss        Darmstadt, Wissenschaft‑
      Imperialismus                       lichen Buchgesellschaft
16.6  De Romeinen            Stover       Baarn, Meulenhoff
26.3  Geschichte der         Meltzer      Berlin 1979
      Karthager                          (uittreksels H v Diessen)
40.2. La Sicilia antica      Gabba/G Vallet
40.3. Acragas Graecia        J A de Waele Den Haag 1971
41.4. De buitenlandse politiek van Hiero II van Syracuse (264‑263) Dr H T Wallinga
41.5. Ancient Sicily         Finley, M I, 1979 London
42.1. Geschichte der Karthager Werner Huss, Munchen 1985
42.4  The Phoenicians        FIAT Biompiani tentoonstelling catalogus 1988 Venetië
                           Palazzo Grassi.
49.2. DIE KARTHAGER               Huss         Bamberg



155.Zeeslag bij Ecnomus.


4.2.7.    De zeeslag voor Ecnomus.

In het jaar 256 verschijnen de consuls L.Manlius Vulso en M.Atilius Regulus met (volgens Polybius) 330 schepen aan de zuidkust van Sicilië. Aan boord vertoefden 40.000 soldaten, waarvan een deel aan land gezet moest worden in Afrika. Zij ontmoeten daar een grote Carthaagse vloot, die hen de oversteek naar Afrika willen beletten. Volgens Polybius is dit het grootste hem bekende zeegevecht, wat ooit heeft plaats gevonden.
De Carthaagse vloot stond onder bevel van Hamilcar en Hanno en vormde een brede lange linie met de linkervleugel o.l.v.Hamilcar ter hoogte van de Siciliaanse kust. De rechtervleugel staat o.l.v. Hanno en heeft tot taak om de Romeinen te omsingelen.
De Romeinse vloot had zich in een driehoek geformeerd, dat weer in drie eskaders uiteen viel. Een vierde eskader volgde op enige afstand als reserve‑eenheid.
Het Carthaagse midden week met opzet terug, maar de vleugels van de Carthaagse vloot vielen het derde en vooral het vierde Romeinse eskader aan. Het derde Romeinse eskader met de vrachtschepen werd naar het strand gejaagd en ook het vierde eskader werd door de Carthagers omsingeld en met vernietiging bedreigd.



XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Zie de mappen:
57.34  The prefabricated Punic Warship        H Frost
57.49  Die Punische Kriege im griechischer    J Irmscher
           Sicht
57.50  Polybius on the Punic Wars. The        G Schepens
           Problem of Objectivity in History


                 HAMILCAR & HANNO
                Bij de Carthaagse vloot vinden we beide aanvoerders terug
                als bevelhebbers. De aanwezigheid van Hamilcar wijst er op,
                dat het aantal zeesoldaten (Epibaten) door Carthago op haar
                vloot wellicht is uitgebreid.


Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
           77A.Zeeslag voor kaap Ecnomus 256 v.C.
           77B.Zeeslag voor kaap Ecnomus 256 v.C.


  
Kaart 4a.Zeeslag voor Ecnomus           EERSTE FASE






                                                                       doorbraak Romeinse
                                                                       vloot door het
                                                                       Carthaagse midden
                        CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
            CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
CCCCCCCCCCCCCCCC                                                          CCCCCCCCCCCCC
CCCCCC                                                                                                 CCCCCC
                                                                                                                                  kust
                                                                                                                                  van
                                                                                                                                  Sicilië
                                                                    RRR
                                                                RRRRRRRRRRRR
                                                   RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
                                   RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
                        RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR

                                   OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
                                   OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO


                                                                       Romeinse transport‑
                                                                       vloot verjaagd naar
                                                                       het strand





                                               RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
                                               RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR


                                                           Romeinse reserve

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

C          =          Carthaagse schepen
R          =          Romeinse schepen
O         =          Romeinse transportvloot


                                CARTHAAGS VLOOTBESTAND BIJ ECNOMUS

                               De Carthaagse verliezen in deze zeeslag komen vooral
                               in het laatste deel tot stand (50 van 64 schepen in
                               totaal, die buitgemaakt zouden zijn).

                               Carthaagse            volgens de overlevering reële inschatting
                               vloot 256
                               ------------------‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
             sterkte bij begin      350          200
             verliezen              ‑94          ‑64
             sterkte aan eind       256          134
                               ‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑------------------‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑



  
De eerste twee Romeinse eskaders staakten de achtervolging van het middendeel van de Carthaagse vloot, die met opzet het sterkste deel van de Romeinse vloot wilden weglokkken. Regulus en Vulso hadden echter de bedoeling van de Carthagers begrepen. Het was de Carthagers namelijk waarschijnlijk te doen om de vrachtschepen, waarop de Romeinse expeditiemacht voor Afrika zat.
De voorste Romeinse eskaders keerden nu in allerijl terug en nu dreigden de Carthagers op hun beurt in het nauw te komen. Daarop volgde een algehele terugtocht van de Carthaagse eenheden. De Romeinen claimen met recht de overwinning. Ze beweerden 30 Carthaagse schepen tot zinken te hebben gebracht en nog eens 64 te hebben buitgemaakt. Aan eigen zijde werd een verlies van 24 schepen gerapporteerd. Niet duidelijk is, of dat alleen oorlogsschepen waren, of dat daarbij ook nog een aantal transportschepen moet worden opgeteld.
Veelbetekenend is wel, dat de Carthaagse oorlogsvloot, ondanks deze verliezen intact bleef en nog steeds probeerde te beletten, dat de Romeinen overstaken naar Afrika. Volgens Zonaras moet de gehavende Romeinse vloot zelfs terug naar Messana om zich te herstellen en schepen zij eerst nu pas de expeditiemacht in?
De Carthaagse vloot was in eerste instantie er in geslaagd om de vijand buiten de Afrikaanse deur te houden, alhoewel haar verliezen waarschijnlijk groter waren dan die van de Romeinen. Admiraal Hanno deed dan ook in deze tijd een vredesaanbod, waarschijnlijk ook om tijd te winnen. De Romeinen gingen er niet op in.
Even later deden de Romeinen de daadwerkelijke oversteek naar Afrika. Komt het nu pas tot de omsingelingsslag of hebben de Carthagers zich reeds teruggetrokken op Afrika? Uiteindelijk lag de Carthaagse vloot onder leiding van Hanno in de golf van Carthago op de Romeinen te wachten, maar de Romeinen landden in Clupea aan de oostkust in Byzacium.
Hamilcar was ondertussen bij Sicilië gebleven.

IX.
 
          1EEN VISIE UIT DE 19e EEUW NA Chr:

            46.CARTHAGE AND THE CARTHAGIANS
            R.Bosworth Smith, M.A., Longmans,
            Green and Co, New York
             & Bombay, 1897.

Een zeer gedateerd boek, maar inhoudelijk nog steeds verrassend goed gedetailleerd aan informatie.
 

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


                                                                                                                      256
                                                                                                                944 n Z


                               ROMEINS VLOOTBESTAND BIJ ECNOMUS
                               (alleen de oorlogsschepen)

                               Romeinse              volgens overleveringen reële inschatting
                               vloot in 256
                               --------------‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑-‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
             sterkte begin       330            230
             verliezen           ‑24            ‑30
             buitgemaakt         +64            +34
             sterkte eind        370            234
                               ‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑----------------‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑

  
Kaart 4b.
Zeeslag voor Ecnomus.            TWEEDE FASE




                             CCCC CCC CCCC CCC CC CCCC






                                   RRRR
                                   RRRR
Romeinse voorhoede                 RRRR
keert terug                        RRRR
                                   RRRR
                                   RRRR
                                  RR RRR
                                 RRR  RRR
                                RRR    RRRR
                               RRRR     RRRR
                               VVVV      VVVV

                                   CCC>>   RR
                                   CCC>>   RR
                                   CCC>>   RR
                                   CCC>>   RR





CCCCCCCCCCCCC
CCCCCCCCCCCCC
VVVVVVVVVVVVV
RRRRRRRRRRRR
RRRRRRRRRRRR






XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  


16a‑


                Enige
                LITERATUUR EERSTE ROMEINS‑PUNISCHE OORLOG

                ‑ Punic wars, B.Caven, London Univ.1980 (map 13.20+106).
                ‑ Punica fides, J.H.Thiel.
                ‑ Roemische Geschichte, Th Mommsen, Leipzig 1932.
                               Hoofdstuk VI.Krieg um Sizilien.
                ‑ Vie et mort de Carthage, Gilbert‑Charles Picard & Collete Picard,
                               Paris, 1970 (Hoofdstuk IV. La première guerre contre Rome).
                ‑ Die Karthager, Werner Huss, Muenchen 1990.
                               Hoofdstuk 24. Der 1.Römische Krieg (264‑241).
                - Regulus en Afrique, M.Fantar. OLA 33 Leuven 1989.