donderdag 12 november 2015

149.Aanleiding voor de oorlog

4.2.      De eerste Romeins‑Carthaagse oorlog.
                        (ofwel de eerste Punische oorlog)

De Romeinen hebben deze komende oorlog(en) de Punische oorlog(en) genoemd. Indien de Carthagers gewonnen zouden hebben, dan zouden zij nu waarschijnlijk over de Romeinse oorlog(en) praten. Het is dan ook het meest objectief om de hierboven gebruikte aanduiding te gebruiken. Een andere goede term zou de negende Siciliaanse oorlog * kunnen zijn, zij het, dat de Grieken in deze komende oorlog op het land geen grote rol van betekenis zullen spelen. Niettemin zijn het wel weer de Grieken en is het een Griekse stad, die een rol speelt bij het uitbreken van de komende oorlog.

4.2.1.Aanleiding voor de oorlog.

Die was gelegen in de stad, die de smalle straat tussen Italië en Sicilië beheerste. Messana** was in handen van de Mamertijnen (zonen van Mars). Het zijn de (nakomelingen van) voormalige hulptroepen van Agathocles, Campaanse huursoldaten, die zeer uitgebreid de zeeroverij bedrijven. Daarmee komen ze in conflict met Hiero van Syracuse. Deze laatste vraagt de hulp van Rome en de Mamertijnen vragen de hulp van Carthago, dat een garnizoen stuurt. Rome stuurt twee legioenen naar Rhegion, nadat ook een deel van de Mamertijnen aan Rome hulp heeft gevraagd. O.l.v. Gaius Claudius gaan de Romeinen over de grens tussen oorlog en vrede.

De Romeinen o.l.v.Claudius proberen de Mamertijnen voor hun zaak te winnen, maar nog steeds is het niet echt oorlog tussen Rome en Carthago. De Carthaagse vlootvoogd Hanno doet nog een ultieme poging om de vrede te reddden. Deze Hanno treft in de stad de leiders van de Mamertijnen en ook de Romeinse bevelhebber Gaius Claudius en probeert om tot overeenstemming te geraken. Hanno wordt echter gevangen genomen en hij wordt gedwongen om opdracht te geven aan zijn garnizoen tot de aftocht. Rome had nu zijn bruggehoofd op Sicilië gekregen, maar dat ging wel op een zeer duistere wijze. Carthago stuurt een gezantschap naar Rome om de senaat te herinneren aan het geldende verdrag, waarbij Rome en Carthago hun afgebakende invloedsferen hadden afgesproken. Carthago eist het vertrek van de Romeinse troepen uit geheel Sicilië binnen een gestelde termijn en als die termijn afloopt, dan begint feitelijk de oorlog, want dit kan Carthago nooit laten passeren. Er wordt met Hiëro van Syracuse gemene zaak gemaakt en gezamenlijk zullen Carthagers en Syracusers proberen om de Romeinen uit Messana te verdrijven. Hanno, die in de Romeinse val was getrapt, eindigt op het schavot.