3.4.10. Sidon en Tyrus in het
defensief.
Vooral de derde Perzische expeditie
naar Hellas heeft de
Fenicische
scheepsmacht behoorlijk aangetast.
Bij Artemision boeten
ze mogelijk
enige tientallen schepen in. Indien
zij daar deelgenomen hebben aan de
omtrekking van Euboea en daarbij in de
gememoreerde storm terecht gekomen
zijn, dan zal men nog meer
verliezen hebben moeten
incasseren. Bij
Salamis raakten ze ook tientallen
schepen kwijt, zodat aan het eind van
de oorlog hun totale sterkte wellicht
gehalveerd was. Geen wonder, dat
men eerst weer op verhaal wil komen.
De Feniciërs gaan in het defen‑
sief en zullen eerst weer in
actie komen, als
de Grieken hun
eigen
domein gaan aantasten. Ook in het
westelijke deel van de
Middellandse
zee gingen de Carthagers in het
defensief.en vermeden het angstvallig om
met de Siciliaanse Grieken in
conflict te raken. Wanneer ook de Etrusken
in 474 een rampzalige nederlaag
lijden op zee bij Kyme
is het grote
pleit ten voordele van de Grieken
beslecht, zo lijkt het.
Athene gaat zijn gouden tijd
tegemoet. De Feniciërs worden
door de
Atheense expansie bijna afgesneden
van de kolonies in het
westen. De
oude
verbindingsroute via Cyprus‑Rhodos‑Kreta‑Sicilië is
al lang
opgegeven. De route via Egypte‑Libyë naar
Carthago functioneert maar
gebrekkig, omdat de Grieken van Cyrene
zich aan de
Perzische heer‑
schappij weten te onttrekken. De reis
naar Carthago wordt steeds vaker
in een keer volbracht en is bovendien
onveilig.
3.4.11. De Atheense aanvallen.
Reeds in 478 verschijnt de eerste
Griekse vloot bij Cyprus om dat van de
Perzen afhandig te maken. Deze
Griekse vloot bestaat uit 30 Attische, 20
Peloponnesische en een onbekend
aantal andere schepen. Toch is de vloot
niet groot genoeg om doorslaggevend
succes te boeken. De
Cypriotische
Feniciërs blijven de Perzen trouw en
de Griekse vloot onder Pausanias
keert onverrichterzake terug om het
bij de Bosporus opnieuw te proberen.
Daarna blijft het gedurende een tiental
jaren tamelijk rustig. Athene is
druk bezig om zijn thalassocratie in
te richten.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
DE NIEUWE WELVAART IN FENICIË
Aan het eind van de
Fenicische beschaving onder vreemde
heerschappij komen de
Fenicische steden nog een maal tot
grote bloei. Tekenen daarvan
zijn de tempel van Amrit ofwel
Marathos, het podium en fort
te Byblos, het vele geïmporteerde
Attische keramiek, het podium
van Esjmoen bij Sidon en de
schilderingen van Haimon te
Athlit.
Pas in 466 komt de volgende serieuze
aanval en wel aan de zuidkust van
Klein‑Azië. Aan de kust van Pamphylië
verschijnt een Griekse vloot onder
Cimon. Een Perzische vloot van 200
schepen trekt zich terug op de rivier
Eurymedon, terwijl vanuit Cyprus een
ontzettingsvloot van 80 Fenici‑
sche schepen zich naar het
strijdtoneel rept. Niettemin schijnt
Cimon
zowel een grote zee‑ als landzege
bevochten te hebben.
In 465 wordt Xerxes
vermoord door Artabanos.
Na enige opvolgings‑
perikelen volgt Artaxerxes hem op.
Dat alles is aanleiding voor Egypte
het Perzische juk voorlopig van zich
af te schudden. Rond 460 verovert
de Lbyër Inaros de Nijldelta op de
Perzen en zoekt hulp bij Athene. De
Delisch‑Attische zeebond reageert
onmiddellijk en zendt een grote vloot
van 350 schepen naar de Nijldelta. In
459 gaat de vloot op weg en doet
even Cyprus aan, waarbij in Soli en Paphos
wordt geland. Vandaar wordt
naar de Nijldelta overgestoken.
Er volgt een
lange belegering van
Memphis, want de Perzen zijn
inmiddels weer teruggekeerd met een sterk
leger in Egypte.
Nu komen ook de Feniciërs weer
volop in actie.
Reeds bij Cyprus
wachten ze de Griekse vloot op en
vervolgen die naar Egypte. O.l.v. de
Perzische bevelhebber Megabazus weet
de Perzische bezetting van Memphis
nog steeds stand te houden,
terwijl de Feniciërs
de Griekse vloot
nabij het eiland Prosopitis in de val
laten lopen. Wat gebeurt er? De
Feniciërs spreken hun
waterstaatkundige kennis weer
eens aan. Een
Nijlarm wordt eenvoudig
afgetapt door het
graven van een
kanaal,
waardoor de Griekse schepen
hopeloos op het
droge komen te
liggen,
waarna ze een gemakkelijke prooi voor
de landtroepen van Megabazus zijn
geworden. Ook een door Athene uitgezonden hulpeskader
van 50 triëren
vermocht niets te kunnen redden. Bij
de kaap van
Mendes worden de
Griekse schepen
onderschept en tegen
het strand gedrukt
door de
Fenicische vloot. Een deel van de
Atheners op Prosopitis
weet te
ontkomen en vlucht naar Cyrene. Dat
alles gebeurde in de jaren 456‑454
Niet lang daarna moet er ook nog een
zeeslag hebben plaatsgevonden in
het hartje van Fenicië. Ktesius
heeft het over
een zware Atheense
nederlaag voor Byblos. Na die ramp is
de Fenicische vloot weer
voor
een korte tijd heer en meester
in het
meest oostelijke deel
van de
Middelandse Zee.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie:
ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN:
H.R.van Diessen, Apeldoorn 2000.
Kaart 53.De Atheense opmars
(479-449 v.C).
In 449 komt de laatste grote aanval
van de Grieken. O.l.v Cimon komen ze
met 200 oorlogsschepen opzetten. Daar worden
140 van naar
Kition op
Cyprus gestuurd, terwijl 60 schepen
koers zetten naar Egypte, waar het
nog steeds roerig is.
Op het moment,
dat Pericles de
strijd wil
afbreken, vallen de Perzen en
Feniciërs aan. Voor Salamis op Cyprus vindt een
zeeslag plaats, waarbij de Grieken
100 schepen zouden hebben veroverd.
Ook vindt er een veldslag
plaats, waarvan de
uitkomst ongewis is.
Niettemin trekken de Grieken zich
terug en komen er vredesonderhandelingen
op gang te Susa, waarna de
Kalliasvrede tot stand komt. Hierin wordt bepaald,
dat Athene de kusten van Klein‑Azië behoudt of krijgt. Grieken en Feniciërs
kunnen weer een tijd lang in vrede
met elkaar gaan leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten