3.5. Onder de Grieken.
Onder de Grieken staat hier als
begintitel. In feite
betreft het de
Helleense tijd, die vooral werd ingeluid
door de Macedoniërs
o.l.v.
Alexander de Grote. Deze bereikte in
het jaar 333 met zijn mengsel van
Macedonische en Griekse troepen de
Cilicische poort. Achter deze vlakte
bevindt zich een grote vlakte bedekt
met rode klei. Langs de
door de
Assyriërs gestichte stad Tarsus, ging
het in de richting van Fenicië.
Koortsen teisterden het
leger en Alexander
was aan een
draagbaar
gekluisterd. Desondanks werd in
zuidelijke richting opgerukt, totdat het
bericht kwam, dat het Perzische leger
zich in de rug bevond bij Issus.
Direct werd omgekeerd om slag te
leveren tegen een meer dan drievoudige
overmacht. Het Grieks‑Macedonische
leger telde 27.500 man.
Door
een phalanx‑manoevre werd
door de Macedonische
vleugel een
doorbraak bereikt, waardoor de
achterhoede van de
Perzen kon worden
aangevallen. Hierna geraakte het
leger van Darius geheel in wanorde. Er
volgde een meedogenloze achtervolging, waardoor
het Perzische leger
goeddeels uit elkaar viel.
Het
eerstvolgend doel was
Damascus, waar grote
voorraden werden
buitgemaakt. Darius zelf vluchtte
achter de Eufraat. De
wintermaanden
brachten de Macedoniërs door met het
weer op sterkte brengen
van het
leger en het bedrijven van een
soepele diplomatie t.o.v.Feniciërs en
Syriërs. Vele steden onderwerpen zich
dan ook zonder meer aan Alexander.
Tyrus trachtte tot onderhandelingen
te komen. Het
was ook de
minst
vergriekste stad der Feniciërs.
Nu was de positie van Alexander
niet erg
gunstig, want de
zee werd
beheerst door de vloten van Rhodos,
Egypte, Cyprus, Tyrus e.d. Dat waren
steden en landen, die voor het
grootste deel nog altijd, zij het formeel
het Perzische gezag erkenden.
Bovendien stond Darius achter de Eufraat
al weer klaar met een nieuw leger om
stug de strijd te hervatten. Het is
daarom, dat de Macedonische legerstaf
besloot, dat eerst
de zeezijde
beveiligd moest worden.
Door het gebrek aan eensgezindheid
der Feniciërs en
de vijandschap
tussen Tyriërs en Grieken, ging de
grootste stad van de Feniciërs van
het oosten toendertijd, zijn
ondergang tegemoet. Het zou wel de
zwaarst
bevochten overwinning van Alexander
worden. Maar liefst zeven
maanden
houdt de stad stand tegen vrijwel de
gehele omringende wereld.
Overigens verkeert juist in deze tijd een
Fenicisch eskader in de
Egeïsche zee en maakt daar het leven
van de Grieken erg zuur. De aanval
op Tyrus lost dit probleem op, want
dan trekt dit Fenicisch
eskader zich terug.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
DE
TUINMAN
In Sidon wordt de koning
Straton II afgezet en vervangen door Abdalonymus (een arme tuinman volgens het
aandoenlijke verhaal).
Zie Diod.XVII 46,6 en 47,6.
Zie Boek 160.QUINTE‑CURCE:Histoires
II.
De boeken VII‑X. H.Bardon, Société
d'édition Les Belles Lettres, Paris, 1965. 2e editie.
Strato heeft de stad aan Alexander
overgegeven, maar meer op aandrang van de bevolking dan uit eigen overtuiging.
Hij wordt dan ook niet meer waardig geacht om verder te regeren. En zo komt men
terecht bij Abdalonymus.
De tocht van Alexander naar het
oosten en de terugtocht van de vloot onder Nearchos en het leger onder
Alexander.
blz 397: het plan voor een tocht naar
Carthago en Gades en terug via Italia. Haat voor Carthago, want die stad zou
Tyrus ondersteund hebben. Plan voor de bouw van 700 schepen.
Map
15.2.Verhalen uit de oudheid, M.A.Schwartz, Elsevier. Quintus Curtius=Van
tuinman tot koning, blz 252 (Hist,Alexandri IV).
Map
23.6.C.Schneider, Hellenisering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten