HERODOTUS vertelt:
"Na de zeeslag om
Milètos brachten de Phoinikiërs op bevel van
de Perzen Aiakès, de zoon van
Sylosoon, naar Samos terug, omdat
hij voor hen van grote waarde
geweest was en grote dingen tot
stand had gebracht. Van
degenen, die tegen Dareios in opstand
waren gekomen, waren de Samiërs
de enigen, van wie noch de stad
noch de tempels in brand
gestoken werden, omdat hun schepen in
de zeeslag waren
gedeserteerd."
Boek VI,25 i.e.v.v.O Damsté.
en:
".....,maar nadat de Perzische vloot na
de winter bij Milètos te
hebben doorgebracht in het
volgende jaar weer in zee gestoken
was, werden de eilanden, die
voor het vasteland lagen, Chios,
Lesbos en Tenedos,
gemakkelijk veroverd. Telkens als de vloot
weer een eiland veroverd had,
trachten de barbaren op elk
eiland, dat ze in handen
kregen, de bewoners als met een net te
vangen. Dat 'afvissen' doen
ze op de volgende wijze:de mannen
pakken elkaar bij de hand en
in een rij van de noord‑ tot de
zuidkust gaan ze voort en
lopen dan zo het hele eiland over,
terwijl ze de mensen opjagen.
Boek VI,31 i.e.v.v.O. Damsté.
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 47C.Zeeslag bij Ladè (494 v.C).
3.4.8.4.De strijd aan de Hellespont
(493 v.C).
Na de herovering van Ionië ging de
Fenicische vloot naar het noorden
en veroverde de gehele kust van de
Hellespont. De Byzantiërs
en de
Kalchedoniërs vluchten naar de Zwarte
zee, alwaar zij zich vestigen in
de stad Mesambria(?). De Feniciërs
zorgden met hun
vloot voor een
permanent bruggehoofd naar Europa
toe. De Pers Mardonius vestigt
voor
Darius een satrapie in Thracië.
Xerxes zou daar later dankbaar gebruik
van maken.
Hiermee is de Ionische opstand
bedwongen. Vele Ioniërs
vluchten naar
elders. Zo ook de Samiërs en de
Phokeëers. De strijd tussen Perzen
en
Grieken is echter nog lang niet
voorbij. De Fenicische
vloot keert
slechts korte tijd naar huis, want
Darius I was namelijk niet vergeten,
dat Athene en Eretria een aantal
schepen naar Milete hadden gezonden ter
ondersteuning van de opstand. Een
strafexpeditie zou snel volgen.
3.4.9. De Perzische oorlogen.
Zo noemen de Grieken deze oorlogen.
De Perzen en de Feniciërs zullen
ze wel de Griekse oorlogen genoemd
hebben. Deze in feite voor die tijd
te noemen wereldoorlog in drie delen
woedde door heel het middendeel van
de Middellandse zee, namelijk van Sicilië
tot aan
Klein‑Azië. In dit
deel wordt in principe alleen de oorlog
behandeld in Griekenland
en
omgeving. In de jaren na de
Ionische opstand zend
Darius aan alle
Griekse steden gezanten, die om aarde
en water komen vragen als tekenen
van onderwerping aan het Perzische
rijk. De meeste steden ten
noorden
van de Peloponnesos doen dat. Athene
en Sparta weigeren.
3.4.9.1.De eerste Perzische oorlog.
Eigenlijk is dit
een compleet mislukte
expeditie zonder veld‑
of
zeeslagen. Mardonius voert het
Perzische landleger tot
in Macedonië,
maar de ondersteunende vloot gaat in
een storm voor het
Athosgebergte
ten onder. Volgens Herodotus (boek
VI,44) gingen 300 schepen
verloren
met 20.000 mensen aan boord. Het
enige pluspunt voor de daar aanwezige
Feniciërs was, dat ze tenminste
nog het eiland
van een van
hun
voorvaderen terugzagen,n.l.het eiland
Thasos voor Abdera. Hier hadden
waarschijnlijk de Feniciërs eeuwen
terug intensief diverse mijnen geëxploiteerd.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
HERODOTUS vertelt:
"De Byzantiërs en de
Kalchedoniërs aan de overzijde wachtten niet
eens de aanval der Phoinikiërs
af, maar gaven hun gebied prijs en
gingen er vandoor de Pontos
Euxeinos in en daar vestigden zij zich
in de stad Mesambria. De
Phoinikiërs echter brandden de genoemde
gebieden plat en keerden zich ook
toen tegen Prokonnèsos en Aretakè
en nadat ze ook die aan het vuur
hadden prijsgegeven, voeren ze
terug naar de Chersonèsos om alle
overige steden te veroveren, die
ze bij hun vorige landing niet verwoest hadden.
Op Kyzikos deden ze in
het geheel geen aanval, want de Kyzikenen
hadden zich nog voor de nadering
der Phoinikiërs aan de koning
onderworpen door tot een
vergelijk te komen met Oibarès, de zoon van
Megabazos, de stadhouder in
Daskyleion. Op de Chersonèsos overwel‑
digden de Phoinikiërs alle steden
behalve Kardia."
Boek VI,33 i.e.v.v.O Damsté.
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE
STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 47D.Einde Ionische opstand (494/493
v.C).
HERODOTUS vertelt:
"Van Thasos staken zij over
en voeren vlak onder de kust van het
vasteland tot aan Akanthos en van
Akanthos voeren zij verder om de
Athoos heen. Tijdens deze passage
overviel hen een zeer krachtige
omstuimige noordenwind, die danig
huishield onder schepen en er vele
tegen de Athoos wierp. Er wordt
namelijk beweerd, dat er ongeveer
300 schepen zijn vergaan en meer
dan 20.000 mensen zijn omgekomen."
Boek IV,44 i.e.v.v.O Damsté.
Volgens H T Wallinga in "De
'volken aan de zee' en het Perzische
rijk onder Cyrus en Cambyses en
de Perzische zeemacht", bestaat de
Perzische vloot uit Perzische schepen en worden door de
'volken van
de zee' slechts de roeiers en
scheepsbemanningen geleverd. De door
Herodotus genoemde contingenten
zouden dan slechts slaan op de ge‑
leverde bemanningen.
Het is echter niet goed
voorstelbaar, dat Tyrus, Sidon en Arvad
ondanks
"onderworpenheid" afstand zouden hebben gedaan van hun eigen
oorlogsvloot. Het strookt ook
niet met de wetenschap, dat de Perzen
de Fenicische steden meer als
verbondenen dan als onderworpenen
beschouwden.
3.4.9.2.De tweede Perzische oorlog.
Na het échèque bij Athos proberen de
Perzen het op
een meer directe
manier en nu niet meer via de
Hellespont. Om ook van Athene en Sparta de
onderdanigheid te verwerven, laat
Darius daarom Datis en Artaphrenes met
een vloot naar
Hellas gaan. In
Delos wordt aan
Apollo een offer
gebracht, waarna de vloot koers zet
naar Euboea. De
op dat eiland
gelegen stad Eretria krijgt
de rekening gepresenteerd
voor het zo
lichtzinnig ondersteunen van de
Mileters. Eretria wordt platgebrand en
de bewoners gedeporteerd naar Susa!
Het volgende doel is Athene en de
Feniciërs e.a. zetten het Perzische
leger af bij Marathon op de kust van
Attica. Maar daar laat nu het land‑
leger van de Perzen het afweten.
Beide Perzische expedities hebben hun
doel niet bereikt, doordat
of de vloot,
of het leger
het in de
beslissende fase erbij lieten zitten.
Dit alles geeft de
Grieken een
aantal jaren de tijd om zich beter
te bewapenen teneinde
de volgende
stormloop te kunnen opvangen.
3.4.9.3.De derde Perzische oorlog.
Een opstand in Egypte en de dood van
Darius vertraagt deze voorgenomen
derde expeditie tegen de Grieken.
Xerxes is de opvolger van Darius
en
hij moet zich eerst met Egypte bezig
houden. Hij brengt dat land in nog
grotere afhankelijkheid van het
Perzische rijk en dan in 480 is de weg
vrij voor de volgende expeditie tegen
de Grieken, die overigens
samen
valt met de aanval
van de Carthagers
op Sicilië tegen
de aldaar
gevestigde Griekse kolonies. Vier
jaar lang worden
de voorbereidende
werkzaamheden verricht. Uit alle
delen van het Perzische
rijk werden
lichtingen opgeroepen. De Feniciërs
werden natuurlijk ingeschakeld bij
de vorming van de vloot, maar ook
moesten zij bijdragen bij het graven
van een kanaal door de engte van
Athos. Een nieuwe stroom zou de vloot
niet meer mogen verwoesten op dit
punt. De meeste opgeroepen
volkeren
groeven het kanaal gewoon kaarsrecht
naar beneden toe,
waardoor er
steeds weer aarde en steen naar
beneden viel, hetgeen het werk aanzien‑
lijk vertraagde. De, volgens
Herodotus, "slimme" Feniciërs
begonnen
hun deel van het kanaal met het twee
keer zo breed te graven als nodig
zou zijn,
waardoor een grote
V ontstond. Hun
werk vlotte echter
aanzienlijk sneller dan dat van de
anderen, omdat ze veel minder
last
hadden van vallend gesteente en ook
kon het afgegraven materiaal beter
naar boven gebracht worden. Het was niet zo
verwonderlijk, dat juist de
Feniciërs de goede methode toepasten,
want die hadden met het kanaal
van Necho al ervaring opgedaan. Het
kanaal door de engte van Athos komt
er tenslotte en zal lange tijd als
monument van de
macht van Xerxes
functioneren. De Grieken
verwaarlozen het op
den duur en nu
is er
nauwelijks iets meer van over.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Dat de Feniciërs aanwezig waren
bij Marathon, weten wij via een
door Pausanius beschreven
schildering in de stoa Poikilê. De Per‑
zische vloot verloor overigens
tijdens deze expeditie slechts 7
schepen (Herodotus, boek VI,115).
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 49A.De Fenicische bijdrage aan de
Perzisch-Griekse oorlogen.
Kaart 49B.Het Athos-kanaal.
Kaart 49C.De Hellespontbrug.
a.De overtocht over de hellespont.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Een andere grote klus, waarmee vooral
de Feniciërs belast worden, was
het slaan van een
immense brug over
de Hellespont. Het
werd een
schipbrug, die door kabels aan elkaar
werden gehouden. De kabels werden
door Egyptenaren en Feniciërs gemaakt
van papyros en wit
vlas. Een
storm gooit nog roet in het eten,
waardoor de Hellespont
de beroemde
geseling van Xerxes krijgt. De tweede
poging lukt echter. Een combinatie
van twee zware vlaskabels en vier
lichte papyruskabels blijkt voldoende
sterk. Bij Abydos wordt eerst nog een
enorme parade en vlootschouw met
een wedstrijd gehouden. Uit die
wedstrijd komen de Feniciërs van Sidon
als overwinnaars te voorschijn.
b.Samenstelling en sterkte van het
leger.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Nog steeds volgens Herodotus moet het
leger 1.700.000 man geteld hebben.
Een
immens groot aantal,
waaraan Perzen, Meden,
Assyriërs, Baktriërs,
Indiërs, Ariërs, Kaspiërs, Arabieren,
Libyërs, Skythen, Parthen, Ethiopiërs
e.d. bijdragen. Waarschijnlijk is 10%‑20%
van dit enorme aantal dichter
bij de waarheid. In dit leger werden
strijdwagens, kamelen en paarden in
grote getale meegevoerd. Elk volk had
zo zijn eigen strijdwijze en ook
specifieke bewapening.
c.Samenstelling en sterkte van de
vloot.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Diverse volken leveren maar liefst
1207 oorlogsschepen. Dit zijn vooral
triëren, d.w.z.erg snelle
oorlogsschepen met aan beide zijden drie rijen
roeiers naast en schuin boven elkaar. In de
lijst zijn niet opgenomen de
schepen, die Xerxes vorderde van de
Thracische kust. Dat zouden er 120
geweest kunnen zijn. Bovendien had de
vloot de beschikking over nog 3000
transportschepen van allerlei
kaliber.
tabel 6.Samenstelling en sterkte van
de vloot.
Feniciërs en
Syriërs 300 Egyptenaren 200
Cyprioten 150 Ciliciërs 100
Ioniërs 100 Pontiërs 100
Cariërs 70 Aioliers 60
Lyciërs 50 Doriërs(Azië) 30
Overigen 17 Pamphyliërs 30
TOTAAL
1207
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
PRIVILEGES
De Feniciërs bekleden een
bevoorrechte positie binnen het
Perzische rijk. Dat blijkt o.a.
uit het relatief geringe tribuut.
Het blijkt ook uit het feit, dat
zij hun eigen koningen konden
behouden. Wellicht is dat dan ook
de reden, waarom de Fenicische
vloot in handen van de Feniciërs
bleef. Niet voor niets worden de
aanvoerders van de Fenicische
contingenten bij naam genoemd door
Herodotus.
HERODOTUS vertelt:
"Zelf heb ik ook die mijnen
gezien en verreweg het wonderbaarlijkste
daarvan was wat de Phoinikiërs
hebben ontdekt, die samen met Thasos
dat eiland hebben gekoloniseerd,
dat nu nog zijn naam ontleent aan
die Phoinikiër Thasos. De
Phoinikische mijnen liggen op Thasos
tussen de plaats, die Ainyra heet
en Koinyra tegenover Samothrakè
en het is een berg, die bij het
speuren helemaal omgewoeld is."
Boek VI,47.i.e.v.v.O Damsté.
De echte oorlogsvloot, waarmee Xerxes naar het
hartje van Hellas trok,
was beduidend minder dan de 1200‑1300
vermelde schepen. Waarschijnlijk
waren er vier vloten van ongeveer 200
schepen, zoals Richard B.Nelson in
zijn boek "The battle of
Salamis" betoogd. De overige 400‑500 zijn
er
ofwel niet (overdrijving van de
aantallen door Herodotus en Aeschylus),
ofwel ze zijn hoogstens als
ondersteunende en bewakingsschepen op de
reis naar Midden‑Griekenland her
en der
en zeker bij
de Hellespont
achtergelaten.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
HERODOTUS vertelt:
"Het aantal triëren bedroeg
1207 en ze werden door de volgende
volken geleverd: de Phoinikiërs
samen met de Palestijnse Syriërs
leverden er 300 en zij waren als
volgt uitgerust: op het hoofd
droegen zij helmen, die vrijwel
geheel op de Griekse wijze waren
vervaardigd, ze hebben linnen
pantserhemden aan en droegen schilden
zonder rand en speren. De Phoinkiërs
woonden volgens henzelf
oudtijds aan de Rode zee, maar
vandaar verhuisden zij en wonen nu
aan de kust van Syria. De streek
van Syria en het gehele gebied tot
Egypte toe heet Palaistinè."
Boek VII,89.i.e.v.v.O Damsté.
en:
"Op alle schepen voeren
Perzen mee en Meden en Saken. De best
varende schepen van al dezen
werden geleverd door de Phoinikiërs en
in het bijzonder door de
Sidooniërs. Zij allen ....stonden onder
leiding van eigen landgenoten....
Boek VII,96.i.e.v.v.O Damsté.
VLOOTCOMMANDANTEN:
Sidon:Tetramnèstos, zoon van
Anysos.
Arvad:Merbalos, zoon van Agbalos.
Tyrus:Mapèn, zoon van Siroomos.
Het eerste grote treffen tussen de
Perzen en de Grieken vindt
op zee
plaats bij Artemision. De Grieken
hadden er 271 schepen verzameld, die
in twee afzonderlijke slagen de
Perzische vloot trachtte op te houden.
......................................................................
d.Zeeslagen bij Artemision.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Het plan is schitterend. Een vloot
van 200 Perzische schepen moet om het
eiland Euboea heenvaren en zo de
Grieken bij Artemision
in de rug
aanvallen. De Grieken wachten echter
niet af en
vallen brutaal de
Perzische vloot aan, waarbij ze een
verrassingssuccesje behalen.
Even later wordt een Cilicisch
smaldeel nog door hen gehavend.
De om
Euboea heengezonden andere Perzische
schepen gaan in een storm verloren,
waardoor weer een plan van Xerxes in
duigen valt.
De tweede zeeslag bij Artemision
schijnt een gelijkspel geweest te zijn.
De Grieken verliezen echter dermate
veel, dat zij hun positie niet meer
kunnen houden. In deze tweede zeeslag
weren de Egyptenaren zich nog het
best. Van de Feniciërs horen we
niets.
......................................................................
e.Zeeslag bij Salamis.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Na de eliminatie van Leonidas met
zijn Spartanen te Termopylae is de weg
vrij naar Attica. Athene wordt ingenomen
en Xerxes besluit
met een
laatste zeeslag bij het eiland Salamis
de Grieken definitief
op de
knieën te brengen. De Grieken vechten
daar zeer doelmatig, terwijl
de
vloot van Xerxes nauwelijks enige
samenhang en enthousiasme vertoont.
De Grieken vechten ook voor hun huis
en haard. Het heilige vuur bij de
vloot van Xerxes ontbreekt.
Bovendien schijnen de
Ioniërs niet zo'n
fatsoenlijke rol gespeeld te hebben.
Sommige eskaders daarvan lopen naar
de Grieken over en eigenlijk is
dat niet zo
verwonderlijk. Diverse
Fenicische kapiteins, die daardoor in
de verdrukking kwamen, beroepen
zich daarop. Xerxes overziet de
situatie niet goed,
wordt mogelijk
verkeerd voorgelicht en laat nota
bene zijn beste zeelieden onthoofden,
omdat ze niet goed genoeg gevochten
zouden hebben.
De Grieken gaan met de overwinning
strijken, mede, omdat de Perzen
de
Fenicische en Ionische schepen in te
nauwe wateren laten opereren en
doordat de Egyptische vloot in het
geheel niet aan de zeeslag deelneemt.
Bij de Feniciërs dreigt dan ook
muiterij. Xerxes laat ze daarom maar
na enige tijd met de Egyptenaren
vertrekken.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 49D.Zeegevechten bij Artemision (480
v.C).
Kaart 49E.Salamis (480 v.C).
Boek 117.THE BATTLE OF SALAMIS
Richard
B.Nelson, London 1975. Teveel
aannames in het begin, waardoor de
statistieken over de sterkte van de vloten aanvechtbaar worden. Veel
cijferwerk. Xerxes gebruikte zijn oorlogsschepen verkeerd: ook voor de
schipbrug.. Hij begint met 1327 schepen en houdt er nog 257 schepen van over.
De Grieken hebben er vlg Herodotos 380 en vlg Aeschylus 310. Wargaming the
battle. Zie mijn eigen artikel hierover!
Voor een nadere
bestudering van de sterkte van de Griekse
en Perzische
vloot in deze episode wordt verder verwezen naar:
DE STERKTE VAN DE
GRIEKSE EN DE PERZISCHE VLOOT IN 480 V.C,
H.R.van Diessen,
Apeldoorn, 2000.
Hieruit moge
blijken, dat bij Salamis er 400 Griekse en 545
Perzische oorlogsschepen aanwezig waren en dat
effectief aan
de strijd slechts
360 Griekse en 423 ‘Perzische’ schepen hebben
deelgenomen !!!!
f.Een speculatie.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑-------
Door de nederlaag bij Salamis valt
het grootse plan van de
Aziatische
volken der Perzen, Etrusken,
Carthagers en Feniciërs in duigen.Ook in
Campanië en op Sicilië loopt het mis.
De van
drie kanten aangevallen
Griekse wereld weerstaat alles. In de
bestudering van de geschiedenis is
het niet op zijn plaats om te
speculatieve beschouwingen op te
nemen.
Evenwel, de gevolgen van een
eventuele overwinning der Oosterse volken
bij Himera en Salamis zouden
veelomvattend geweest zijn.
De Etrusken
zouden zich meester hebben gemaakt
van het gehele Italiaanse vasteland,
terwijl de Carthagers Sicilië zouden
hebben uitgeschakeld als basis voor
Griekse kolonisaties. De Perzen
zouden de dominantie over het oostelijke
deel van de Middellandse zee hebben
gekregen. De Aziaten zouden
Zuid‑
Europa en Noord‑Afrika zijn gaan
exploiteren. Salamis heeft dat verijdeld.
g.De afloop van de Perzische
oorlogen.
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑-------------------
De Perzen blijven onder Mardonius nog
een tijd in Hellas met het leger,
maar stukje bij beetje het veld
ruimen. Van de Perzische vloot is na het
wegtrekken van de Feniciërs en de
Egyptenaren niet veel meer over en
het restant wordt bij Mykalè door de Grieken
opgeruimd.
In de tijd na 480 weten vele Griekse
koloniën op de Aziatische kusten de
vrijheid weer te herwinnen en sluiten
zich aan bij het steeds machtiger
wordende Athene.
Afbeelding 19. Plan van een
Fenicische triëre.
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t t t t t t t t t t t t t
t t t t t t t t t t t t
z z z z z z z z z z z z
z z z z z z
t t t t t t t t t t t t t t
t t t t t t t t t t t
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
brug middengang >>>> ram
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
t t t t t t t t t t t t t
t t t t t t t t t t t t
z z z z z z z z z z z z
z z z z z z
t t t t t t t t t t t t t
t t t t t t t t t t t t
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t:25 buitenste roeiers
z:middelste roeiers t:binNenste roeiers
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Geen opmerkingen:
Een reactie posten