3.5.1. De belegering van Tyrus (332).
Wat
Assyriërs, Nieuw‑Babyloniërs en
Perzen niet vermochten,
deden
tenslotte de Grieken en Macedoniërs.
Ze deden het ook anders, want
de
eigenlijke overwinnaar
van Tyrus is
Deiades, die de
genietroepen
aanvoerde. Hij wist tenslotte
zodanige condities te scheppen,
dat de
Macedoniërs door een opening in de
muren in de stad konden doordringen.
Vrijwel de enige manier om Tyrus
toendertijd te veroveren was door het
aanleggen van een dam. Dat werd dan
ook geprobeerd, maar dicht bij Tyrus
wordt het water aanmerkelijk dieper
en dat maakte de damaanleg een stuk
moeilijker. Bovendien
bestookten de Tyriërs
onophoudelijk de
Macedonische en
Griekse genietroepen. Dat gebeurde vakkundig
met
branders, zodat de troepen van
Alexander genoodzaakt waren op de dam
zelf verdedigingstorens op te
richten. Die werden
dan weer door
de Tyriërs in brand gestoken.
Het werd Alexander duidelijk, dat
Tyrus ook van de zee ingesloten moest
worden, want daarlangs ging de
bevoorrading van de stad. Men had immers
ervaring. Belegeringen van vele jaren
hadden de Feniciërs in vroeger
tijden volgehouden. Bovendien gokten
ze erop, dat de
Perzen te hulp zouden snellen.
Op dit moment ging zich dodelijk voor
Tyrus het gebrek
aan eendracht
wreken binnen het Fenicisch
kamp. De
half‑vergriekste Cyprioten en
Sidoniërs stelden al dan niet vrijwillig
hun schepen voor
blokkades
beschikbaar. Ook de Kretenzers en
Rhodiërs kwamen opdagen. De Tyrische
oorlogsvloot beet nog fel van
zich af,
waarbij vele schepen
van de
blokkadevloot tot zinken werden
gebracht, maar de overmacht is te groot.
Maand na maand gaat voorbij. Honger
en dorst kwellen de belegerden. De
dam vorderde slechts heel langzaam.
Nog een strohalm rest:
het verre
Carthago. Er is zelfs een Carthaagse
delegatie in de stad gekomen.
Dan slaat na zeven maanden het
boze noodlot toe.
In een onbewaakt
ogenblik, als de aandacht gericht is
op het
herstellen van de
eigen
vloot in de haven, weet een deel van
de belegeringsvloot de wallen van
Tyrus te bereiken, terwijl de
Macedoniërs aan de damzijde bressen in
de
muren weten te slaan. Er is dan tegen
de geoliede vechtmachine van de
Macedoniërs geen beginnen
meer aan. Toch moet straat
voor straat
veroverd worden tot aan de tempel van
Melkart en de koninklijke burcht toe.
Tegen de 8000 Tyriërs vonden de dood,
terwijl er 30.000
als slaven
werden verkocht. Van de mannen
overleven er 2000 in eerste instantie de
slachting, maar
worden daarna toch
door Alexander aan
het kruis
genageld. Alexander moet zeer
verbitterd zijn geweest
over de grote
weerstand, die
het kleine Tyrus
hem bezorgde. Zelfs
deze grote
veroveraar beging een oorlogsmisdaad.
De minstens even grote
generaal
Hannibal later, heeft zich daartoe
nooit in die mate laten verleiden.
Groots was het van Alexander nu
bepaald niet.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
MELQARTOFFER
In eerste instantie heeft ook
Tyrus zich aan Alexander over‑
gegeven en wel op dezelfde
manier, dacht men, als aan de
Assyriërs, Nieuw‑Babyloniërs
en Perzen. De Macedoniërs willen
echter veel meer dan een
formele onderwerping. Ze willen Tyrus
zelf als vlootbasis en dus
ook toegang tot de stad. Alexander
wil dan ook aan Heracles
(=Melkart) een offer gaan brengen en
dat wordt hem natuurlijk
geweigerd.
Zie Boek 112.ALEXANDER
DE GROTE
Harold Lamb, W de Haan,
Standaardboekhandel, Zeist, 1961,
Phoenix 45, i.e.v.v.H.J.Harting. Met
name van belang is
Hoofdstuk 10.'De Poorten van de Zee'.
INWONERTAL VAN TYRUS
TIJDENS HET BELEG
verkocht als slaaf 30.000
gekruisigd 2.000
gesneuveld 8.000
evacuaties ?
=======
TOTAAL minstens 40.000
3.5.2. De Carthaagse rol bij de val van Tyrus.
Tijdens het beleg van Tyrus bevond
zich een gezantschap van Carthago te
Tyrus. Dit kwam zijn jaarlijkse
formele verplichting ter offering aan de
stadsgod Melkart na. Tegelijkertijd
kon het goed de gang van zaken in de
gaten houden tijdens de belegering.
De Carthaagse vloot liet zich niet
zien in een poging tot ontzet van de
stad. Had zij dat wel gedaan, dan
was de val van
Tyrus mogelijk opgeschort
en misschien vermijdbaar
geweest, maar
dan had men
zich tevens de
toorn van de
Grieks/Macedonische wereld op de hals
gehaald en zou Alexander na Egypte
wellicht verder doorgegaan zijn in de
richting van Carthago. Hij heeft
daar, veel later, ook werkelijk
plannen voor gehad.
De Carthagers laten de moederstad aan
haar lot over. Wel sturen ze nog
een gezantschap naar het legerkamp
van Alexander om op
de hoogte te
blijven van wat daar gebeurt.
Toch ligt er niet levensgroot de
vraag, of de Carthagers er niet beter
aan gedaan zouden hebben om Tyrus te
hulp te snellen. Na
de val van
Tyrus is Carthago geheel op zichzelf
aangewezen om te overleven, terwijl
anders hun thuisbasis mogelijk bereikbaar
zou zijn gebleven voor nog moeilijker tijden.
De afweging was echter zeer
moeilijk, want Carthago
had net aan de
Crimisos op Sicilië in
339 een rampzalige
nederlaag geleden tegen
Timoleon uit Corinthe. Daarbij kwam
een belangrijk deel
van de z.g.
Heilige Bond om het leven. En
dat waren de
eigen zonen, die
daar
gesneuveld waren. Desondanks was er
nu een duurzame vrede met Syracuse
bereikt en die wilden ze angstvallig
intact houden.
Bovendien zouden ze, indien de vloot
oostwaarts ging, het
eigen land
grotendeels onbeschermd achterlaten.
De afstand heeft natuurlijk ook een
rol gespeeld. De vloot was niet
binnen enige afzienbare tijd terug. Er
kon van alles gebeuren. Carthago zou
een dodelijk eigen risico op zich
geladen hebben, terwijl het juist als
nieuwe hoofdstad voor de Feniciërs bestemd was.
Mogelijk zijn dit o.a. de redenen
geweest, waarom Carthago zich muisstil
hield in de periode, dat de Tyriërs
hun laatste grote strijd streden.
Overigens, de Carthaagse afvaardiging
in Tyrus kon na
afloop van de
strijd ongedeerd vertrekken.
Azemilkos of Azroumelkart is de
laatste vrije koning van Tyrus. Wanneer
de Macedoniërs de stad binnendringen, zoeken
velen asiel in de
tempel
van Melkart, omdat men
weet hoezeer Alexander
gehecht is aan
dit
heiligdom, dat hij identificeert met
Heracles. Ook Azemilkos
en de
Carthaagse afvaardiging doet dat. De
tempel is zowat het enige, dat in
332 door de Macedoniërs wordt
gespaard.
TYRUS:SOER:CôR:
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie ook Deel Twee B, 3.13. blz 133.
HERBOUW TYRUS
Ondanks de verwoesting van
332 wordt de stad toch weer snel
hersteld. Na zijn zegetocht
naar Egypte houdt Alexander namelijk
al weer feesten ter ere van
Heracles en vaardigt vanuit Tyrus
diverse bestuursmaatregelen
af.
Zie:
ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN:
H.R.van Diessen, Apeldoorn 2000.
Kaart 66A.De inname van Tyrus
(333/332 v.C).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten