3.5.10. De Hellenistische chaos.
Voortdurend blijven Egypte en Syrië
met elkaar overhoop liggen. In de
zeventiger jaren
van deze eeuw
bevechten Ptolemeus Filometer
en
Antiochus IV elkaar, maar ook
intern in Egypte
gist het, want
daar
vliegen twee broers Filometer
en Fyskon elkaar
in de haren.
Rome
bemiddelt in deze kwestie en krijgt
steeds meer greep op het wel en wee
van de Hellenistische staten. Vooral
Pergamum ontpopt zich als
vriend
van de Romeinen en zal later als dank
zijn vergaarde rijkdom bij
Rome
moeten inleveren. In feite is er geen
staat meer in het gebied van de
Middellandse zee, die serieus de
Romeinen zal kunnen tegenhouden.
Ook
niet in het nog steeds omvangrijke
Seleucië, dat in 166 voor een parade
nog een legermacht van
30.000 man voetvolk,
5000 boogschutters en
slingeraars opstelde
én bovendien beschikte
over een aanzienlijke ruiterij.
Langzamerhand maakt Juda zich weer
vrij van Seleucië en Egypte, terwijl
de Parthen steeds verder naar het
westen opdringen. Van de imposante
vloot van vroeger is niet veel meer
over, want volgens het verdrag van
Apamea tussen Seleucië en Rome, is
het de Seleuciden verboden
om een
vloot uit te rusten. Dat
was een behoorlijke
slag voor Fenicië,
alhoewel de koopvaardij nog wel kon
doorgaan.
Al met al brokkelt de macht onder
Antiochus V van
het Syrische rijk
verder af, vooral als in 162 een
Romeinse commissie komt toezien op de
naleving van het verdrag van Apamea.
Zij constateren, dat dat er
weer
wel degelijk oorlogsschepen gebouwd
worden en dat geeft
moeilijkheden
met
Rome, terwijl er
bovendien een burgeroorlog
uitbreekt tussen
Demetrius en Lysias. Demetrius
ontsnapt op een gegeven moment uit Rome
aan boord van een Carthaags schip en
landt in Tripolis, alwaar hij het
vertrouwen wint van het Seleucische
leger. Hij volgt tenslotte Antiochus
V op en dempt enige opstanden in
Medië en Juda. In 150 moet
Demetrius
alweer het veld ruimen voor de zoon
van Antiochus V (=Balas) en zo volgt
burgeroorlog op burgeroorlog, waarmee
het rijk zich steeds
meer ver‑
zwakt. In 145 wordt de hulp
van Kretenzische huurlingen
ingeroepen.
Antiochus VI kan zich handhaven in
zijn hoofdstad, terwijl nummer
VII
sneuvelt tegen de Parthen.
Ondertussen hebben de Romeinen halverwege
de tweede eeuw
in koelen
bloede Carthago en Corinthe van
de aardbodem weggevaagd.
Dat waren
immers in economisch opzicht te grote
concurrenten voor de
Romeinse veelvraat.
In hoeverre Fenicië werkelijk
Hellenistisch geworden is, wordt in Deel
Drie verder uiteengezet. Ook Carl
Schneider in zijn
"Kulturgeschichte
des Hellenismus" gaat daar
(vanaf blz 744) op in.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
BESTUURSVORM
In de Hellenistische tijd
zien we langzamerhand in de Fenici‑
sche steden een koningsschap
verdwijnen ten gunste van een
republiekijnse staatsvorm.
gelijktijdig komen er eigen tijdreke‑
ningen naar voren. De
autonomie wordt erg beperkt, doordat het
verpachtingssysteem der
belastingen niet meer door de steden
zelf gebeurde, doordat men
garnizoenen in de steden moest dulden e.d.
Ondanks
de chaos reikt de handel nog ver:SHABWA
Map
51.4.SYRIA 1991
Poids
inscrit de la Syrie hellénistique et romaine, Pierre Louis Gatier.
Dus
tot in Zuid-Arabië aan toe!
3.5.11. De laatste Hellenistische
jaren.
Ondanks alle burgeroorlogen leven de
vergriekste Feniciërs in redelij‑
ke welvaart naast de Macedoniërs en
Grieken in het
Seleucische rijk,
waarbij de eigen taal sterk aan
betekenis heeft ingeboet. Het is vooral
het Grieks en Aramees wat gesproken
wordt. In de zoveelste burgeroorlog
wordt Antiochus XII verslagen door
Arelas II (86). In deze tijd bemoeien
de Romeinen zich volop met het wel
en wee
van Syrië. In de diverse
burgeroorlogen ondersteunen zij
consequent de meest zwakke partij. Aan
de
noordgrens heeft Mithridates
van Pontus een
omvangrijk gebied
veroverd, van waaruit hij probeert
de Romeinen tegen
te houden. Het
noordelijk deel van Fenicië
en Syrië doet
nog even mee
met de
desperate poging van Mithridates,
waar zich ook Tigranes van Armenië bij
aansluit. Alle pogingen lopen
echter op niets
uit en in
66 worden
Pontus, Armenië e.d. bij het Romeinse
rijk gevoegd of
tot vazalstaat
gedegradeerd. Een paar jaar later
is Syrië
aan de beurt.
Wisten de
Feniciërs in de
Hellenistische tijd nog
een redelijke mate
van
culturele en economische
zelfstandigheid te bewaren
onder een immer
zwaarder Grieks vernis; na 63
verdwijnt ook dit laatste restant.
ARADUS
In de Hellenistische tijd
opereert het vroegere Arvad min of
meer als vrije bondsstaat.
Het heeft het recht om vluchtelingen
asiel te verlenen. Dat levert
aardig wat geld op, want die
vluchtelingen waren meestal
van hoge komaf. De vluchtelingen
mochten de stad niet
verlaten. Aradus weet in deze tijd steeds
de sterkste partij te kiezen.
Ook bij de nadering van Antiochus
kunnen ze zelfstandig een
verdrag met hem sluiten te Marathus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten