3.4.4. Intermezzo.
De
kooplieden in Carthago vinden het nu genoeg. Er wordt geen geld meer
beschikbaar gesteld voor de huurlingen. Carthago denkt al weer aan vrede
en
de winst opleverende handel. Ten snel denkt men aan vrede. Een oorlog
tegen Grieken (en later bij Romeinen nog meer) is pas echt gewonnen,
wanneer die volken ook ultiem verslagen worden. En dat is iets, wat de
in
wezen vredelievende Carthagers nooit goed begrepen hebben.
Het leger van Hannibal wordt dus ontmanteld, waarschijnlijk tegen de zin
van de veldheer, maar zeker tegen de zin van de Mamertijnen, die hun
broodwinning verloren zien gaan. Hannibal krijgt wel een triomfale
ontvangst in Carthago, want hij heeft immers de twee dichtstbijzijnde
gevaren op Sicilië met grondige precisie
verwijderd.
Toch is de oorlog, zo blijkt na verloop van tijd, nog niet afgesloten.
Hannibal had door zijn overwinningen wel het gezag gevestigd over geheel
West‑Sicilië en hij deelde alle in dat gebied gelegen Griekse,
Sicanische, Punische en Elymische steden in bij en onder Carthago. Met
deze ontwikkeling verlieten de Feniciërs en hun nakomelingen voor het
eerst de oude en tot dusver succesvolle politiek van het stichten en
behouden van kleine kuststeunpunten op Sicilië, die door een dicht
netwerk van verbindingen over de zee en een daarbij behorende grote
vloot
met elkaar verbonden
De
opkomst van de Grieken met veel meer mensen en schepen doorbrak deze
behoudende politiek. Al te veel steunpunten waren verloren gegaan en nu
voor het eerst had men daadwerkelijk iets terug gedaan. Bovendien
werden de achterlanden van de kuststeden onder meer controle gebracht.
De
Punische nederzettingen moesten letterlijk meer steun in de rug
krijgen. Hannibal uit de familie Mago was de eerste Feniciër in het
westen, die dit daadwerkelijk op grote schaal geprobeerd heeft op
Sicilië.
Syracuse lijkt te berusten in een wapenstilstand. Voor een ogenblik is
de
rust weergekeerd op het eiland. Door de gewelddadige hernieuwde
kennismaking met de Grieken na tientallen jaren min of meer afgescheiden
van het Griekse gebeuren geleefd te hebben, gaan de Carthagers er nu toe
over om de Grieken in een aantal zaken na te volgen. Pas nu ook gaan zij
over tot het slaan van eigen munten op Sicilië. Voorheen behielp
bijvoorbeeld Panormus zich met Griekse munten.
Binnen een jaar is de rust en de wapenstilstand voorbij. Op het moment,
dat Carthago het grootste deel van zijn
strijdkrachten op het eiland
heeft ontmanteld, verschijnt er weer een van de vele Griekse avonturiers
op
het toneel.
3.4.5. De acties van Hermocrates.
Na
Pentathlos en Doriëus komt ene Hermocrates zijn geluk beproeven op
het ongelukkige eiland. Hij is een Syracuser en komt na een Perzisch
avontuur nu naar Messana met in zijn kielzog
1000 huurlingen. Hij voegt
daar nog eens 1000 man aan toe uit het verwoeste Himera.
Het is oorspronkelijk zijn doel om Syracuse te veroveren, maar daar
wordt hem resoluut de toegang geweigerd. Daar wordt hem resoluut de
toegang geweigerd. Daarom gaat hij het maar ergens anders proberen en
hij marcheert naar het onverdedigde Selinous. Hij haast zich om de
acropolis te ommuren. Zijn strijdmacht groeit ondertussen aan tot 6000
man en daarmee plundert hij het land van Motya en Panormus.
In
407 verschijnt hij bij het verwoeste Himera, alwaar hij de
overblijfselen van de gesneuvelden Grieken (in 409 tegen Hannibal)
verzamelt en hij stuurt die in een
pathetische geste naar Syracuse toe.
Hij brengt daarmee waarschijnlijk weloverwogen Diokles van Syracuse in
diskrediet. Men herinnert zich weer, dat Diokles zo overhaast uit Himera
vertrok. Het wordt nog erger voor Diokles, wanneer hij weigert het
gebeente van de gevallen Grieken in ontvangst te nemen. Dan wordt hij
prompt verbannen door de Syracusers, maar ook Hermokrates laten zij niet
binnen.
Na opnieuw een kort oponthoud te Selinous
keert Hermocrates opnieuw
terug naar zijn oorspronkelijke doel Syracuse en dringt met 3000 man via
de
Achradina naar binnen. Op de Agora wacht hij af hoe de Syracusers
zullen reageren. Die reactie is niet mis en voor hem ook totaal
onverwacht. In een hevig gevecht worden hij en zijn 3000 volgelingen
bijna allemaal afgeslacht. Slechts zijn strijdmakker Dionysius weet te
ontsnappen met een luttel aantal anderen. Met deze Dionysius zullen de
Syracusers én de Carthagers nog heel wat te stellen krijgen.
Zie: Dionysius I of Syracuse
and Greek Tyranny, L.J.Sanders, London /New York 1987.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten