3.4.1. Het beleg van Selinous.
Hannibal heeft ondertussen niet stil gezeten en heeft een leger van
Grieken (!), Carthagers, Iberiërs, Libyërs, Sarden e.d. bijeengehaald.
De
Griekse schattingen lopen uiteen van 100.000 tot 200.000 man. Het
werkelijke aantal zal wel weer zo'n kwart tot een vijfde van dit getal
geweest zijn. De legermassa van Hannibal werd met o.a. 4000 ruiters en
zes stormtorens overgezet door 60 triëren en
1500 transportschepen (?)
overgezet naar de punt, waar later Lilybaion zal ontstaan. De
transportschepen krijgen daarna een ligplaats in de lagune bij Motya.
Het moet een imposant gezicht geweest zijn. De samengebundelde kracht,
die Carthago kon verzamelen op een enkel punt teneinde met één grote
vernietigende veldtocht het Griekse gevaar op het eiland te bedwingen.
Er
zijn tienduizenden soldaten van vele verschillende volkeren, die
Carthago voor zich liet vechten tegen een meestal geldelijke vergoeding
en/of met de toezegging van plundering en buit. De veldtocht, die
Hamilcar in 480 begonnen was, werd voortgezet om de twee grote
steles Selinous en Himera uit het Carthaagse vlees te trekken.
Hannibal marcheerde met dit bonte leger snel langs de kust naar Mazara.
Die voorpost van Selinous werd gemakkelijk ingenomen en voort ging het
in de richting van Selinous. Eenmaal
daar aangekomen werd de stad
zorgvuldig ingesloten. Nog op de eerste dag van de belegering wisten
de
Campaniërs een doorbraak te forceren, maar zij werden tenslotte door
de
verdedigers teruggeslagen.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
* Hannibal Barcas zou in de derde
eeuw een onverzoenlijke haat hebben
gehad jegens de Romeinen en
daarom volgens hen de oorlog uit wraak‑
gevoelens zijn begonnen.
Zie: SELINUNTE
F Bilello, Palermo 1982.
KARTHAGO UND SEIN GRIECHISCHE UND ITALIENISCHE BEZIEHUNGEN
F von Bissing.
STERKTE CARTHAAGSE STRIJDKRACHTEN
vlg Ephoros 200.000 man voetvolk en 4000 ruiters
vlg Pausanius 100.000 man+60 grote schepen+500 kleinere schepen
+ strijdkrachten van Segesta.
TERRITORIUM VAN SELINUNTE/SELINOUS.
De lengte van oost naar west bedroeg in 409 ongeveer 58 km en de
breedte van noord naar zuid was 30 km. De totale oppervlakte be‑
droeg dus 1740 km2. De stadsbevolking in vredestijd had een aantal
van 40.000 inwoners. In het territorium moeten c.50.000 mensen
geleefd hebben.
IJlboden van Selinous zwermen natuurlijk uit over Sicilië om hulp te
vragen, maar Syracuse verkeert nog steeds in staat van oorlog met Katane
en
Naxos, terwijl Gela en Akragas nogal traag reageren. Ofwel de Grieken
zijn verrast door de snelle opmars van de Carthaagse troepen, ofwel gaat
men er van uit, dat Selinous wel stand zal kunnen houden. Ook zweeft nog
steeds de overwinning bij Himera zo'n zeventig jaren eerder in de
Griekse geest en men gelooft, dat ook ditmaal een grote overwinning voor
de
deur staat. Als Selinous stand houdt, dan hebben de andere Griekse
steden voldoende tijd om een ontzettingsleger samen te stellen.
Hannibal neemt echter geen seconde rust en plaatst zijn aanvalstorens op
de
meest zwakke punten in de verdediging van Selinous. Reeds op de
tweede dag van de belegering dringen zijn troepen opnieuw door binnen de
muren, maar daar is de strijd nog niet mee beslecht. Er volgen vanaf de
derde tot de negende dag straatgevechten, totdat de laatste weerstand op
de
AGORA gebroken wordt. Vrouwen en kinderen worden in de (nog niet
afgebouwde) tempels gespaard. Slechts 2600 Selinunten weten naar Akragas
te ontsnappen, terwijl er 6000 sneuvelen
en 5000 man krijgsgevangen
worden gemaakt. De desertie bij de slaven is massaal en vaak waren die
groter in aantal dan de normale vrije bevolking van een Griekse stad op
Sicilië.
3.4.2. De tijd na de inname van
Selinous.
Selinous is de eerste grote Griekse stad, die in handen van de
Carthagers valt op Sicilië. Hannibal bewijst met deze korte belegering
een uitstekend stedenbedwinger te zijn i.t.t. zijn latere naamgenoot uit
de
familie Barcas, die het meer van de bewegingsoorlog moest hebben.
Inmiddels zijn 3000 Syracusers aangekomen in Akragas aangekomen onder
Diokles. De Grieken zijn van hun schrik bekomen en openen
onderhandelingen met Hannibal over de vrijlating van gevangenen en
vrijwaring van de tempels. Het antwoord van de veldheer schijnt de
volgende ironische en nuchtere uitspraak bevat te hebben:
"De Selinunten hebben hun vrijheid niet kunnen behouden, dus
moeten ze nu in slavernij leven,
terwijl de goden vertrokken zijn, omdat
zij niet tevreden over
Selinous."
Toch krijgen Empedion en de vele vluchtelingen in Akragas de kans om
terug te keren naar hun stad, waarvan de muren echter worden afgebroken.
Hannibal wordt door de Griekse geschiedschrijvers nogal beschreven als
een griekenhater en verwoester.
Er
wordt verhaald over een grootscheepse vernietiging van de stad.
Indien dat zo zou zijn, dan is het niet erg waarschijnlijk, dat de
gevluchte Selinunten o.l.v. Empedion zijn teruggekeerd en dat hebben zij
nu
juist wel gedaan. De echte verwoesting van Selinous vindt pas plaats
in
een later stadium bij een zware aardbeving.
Afgaande op de overgeleverde verliescijfers na het beleg
van Selinous en ervan uitgaande, dat dat alleen betrekking
heeft op de mannelijke weerbare bevolking, dan zou de bevolking
van Selinous ongeveer 40.000 personen hebben kunnen bedragen.
Tijdens het beleg:
gesneuvelden 6000
krijgsgevangenen 5000
gevlucht 2600
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
mannelijke bevolking 13600
totale bevolking x ca.3 = ca.40000
In vredestijd moet de bevolking veel hoger in aantal zijn geweest.
Bij de aanvang van het beleg, moeten velen de stad ontvlucht zijn.
In de aantallen hierboven zijn ook niet de slaven meegerekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten