1.2. De vestiging van de proto‑Feniciërs aan de
Levant.
Byblos werd
de eerste grotere stad van de Levant van de proto‑Feni‑
ciërs. Van
daaruit ontwikkelde zich een zeevaart langs de kust, naar
Cyprus, op
Egypte en zuidelijk Klein‑Azië. Voordat het zo ver was, dat
de proto‑Feniciërs
zich op zee waagden, vond echter een zeer geleide‑
lijke
omschakeling plaats van veeteler naar koopman/handelaar en verder
naar
zeevaarder. Een zeer gunstige "push"factor naar de zee, was de
aanwezigheid
van immense cederwouden op de flanken van het Libanonge‑
bergte. De
grote voorraad hout maakte het relatief gemakkelijk om tot de
bouw van
schepen te komen. Zeker het cederhout leende zich uitstekend
voor het
bouwen van stevige zeewaardige schepen.
Men heeft
reeds resten van Byblos uit het jaar 4500 aangetroffen. Toen
was het
echter nog een onaanzienlijk dorp. Ongeveer duizend jaar later
ontstaat pas
iets als een stad, waarin het volk van de Giblieten is
komen te
wonen. Deze stad had een eigen afwateringssysteem. De Giblieten
leefden van
de visserij, maar langzaamaan ging men ook over op zeevaart
en handel.
Byblos ligt
ongeveer 40 km ten noorden van het huidge Beiroet. De naam
Giblieten is
afgeleid van "Gablu", wat berg betekent. Een van de
koningen is
Ahiram, wiens zoon Ithobaäl zorgde voor een praalgraf,
waarop een
inscriptie voorkwam met de waarschuwing aan grafschenners het
vooral niet
open te breken. Het is onzeker, of de Giblieten aldaar van
oudsher
gewoond hebben, of dat zij proto‑Feniciërs zijn, die zich
aldaar met
de oorspronkelijke bevolking vermengden. Indien dat laatste
het geval
is, dan vond reeds vroeg een eerste versmelting van meerdere
volkeren aan
de Levant plaats.
Opmerkingen:
‑Nog steeds
noemen de Libanezen zich "mensen van de
bergen"(=Ahl al‑Jabal). Hieraan ontleent ook Byblos
zijn
naam:Jbail=Gablu.
‑De resten van
Byblos werden in 1860 na Chr.door
E Renan
ontdekt(zie:Mission de Phénicie 1864).
‑De eerste grote
opgravingen vonden plaats in 1919
na Chr. o.l.v.P
Montet.
‑Zie:Ancient
Byblos Reconsidered; Nibbi
Alessandra;Oxford, DE Publications, 1985.
BYBLOS:
5000‑4000
neolithische nederzetting.
De inwoners doen
aan landbouw,veelteelt en visserij.
Kenmerkend is de
visgraat‑keramiek.
3500‑3100 chalcolithische
nederzetting.
Er zijn relaties
met Mesopotamië>>zie de bewerkte
ivoren pot, die
de stijl van Ur heeft.
3100‑2900 proto‑urbane
nederzetting.
De L vormige
tempel en de tempel van de dame van
Byblos komen tot
stand. De handel bloeit op.
2900‑1300
nederzetting uit de vroege bronstijd.
Omstreeks 2600 zijn er relaties
met Egypte. Byblos
komt voor in de
mythe van Isis. Ook zijn er relaties
met Ebla. Byblos
importeert ruwe metalen, textiel,
parfum, vee en voedsel en exporteert
linnen en afge‑
werkte metalen
objecten.
Omstreeks 2000 is
er geen relatie met Egypte meer,
waardoor in de
"Lamentaties van Ipu‑wer" klinkt:
"Vandaag
gaan geen zeilen meer naar het noorden naar
Byblos. Hoe
krijgen we nu ceder voor onze mummies?"
Oorzaak is naast
interne Egyptische twisten de inval
van de Amorieten.
Omstreeks 1900‑1800
komt de handel met Egypte weer
op gang. Sinuhe
(Eg) beschrijft:"Ik ging naar Byblos
en kwam te Qedem
en bleef daar 1½ jaar."
In deze tijd
ontstaat de tempel van de obelisken.
In de 18e eeuw is
er ook een relatie met Mari.
In de 17e eeuw
volgt de inval van de Hyksos.
ThutmosisI (1525‑1515)
herstelt de macht van Egypte.
BASSIT (RAS EL
BASSIT).
Zie:Bassit; P
Gourbin in Syria LXIII 1986 (Map 38.3.1)
La céramique à engobe rouge de
l'age du fer à
Bassit; F
Baemer in Syria LXIII 1986 (Map 38.3.2)
Bassit is een plaats op de kust van Syria even ten
noorden van Ras
Shamra en ten zuiden van de berg
Cassius. P J Riis
vindt in 1969 na Chr een voorwerp,
dat dateert uit
circa 400. Verdere onderzoekingen
hebben aangetoond,
dat de plaats al voor 1000
bestond. Diverse
vondsten wijzen verder op relaties
met Kition,
Tyrus, Sukas en Al Mina.
ncfps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten