VOORWOORD
De Feniciërs
waren eigenlijk een heel vredelievend volk. Een handjevol
bedoeïnen
aan de kusten van de Middellandse Zee, die zich tegen alle hen
omringende
grotere mogendheden bleven verzetten en dat lange tijd met
succes.
Alleen de
laatste en tevens grootste mogendheid van de oudheid werd hen
noodlottig. De kleine David, die zoveel
Goliath's om de tuin leidde.
Daar gaat
veelal de symphatie naar uit. Er ligt een paralel met de
Hollanders
uit de 16e en 17e eeuw. Ook dat waren slechts een handjevol
boeren (geworden),
die de zeeën gingen bevaren, de grootste handelsnatie
van hun tijd
werden en en passant grote mogendheden als Engeland,
Frankrijk en
Spanje wisten te weerstaan totdat een consul Bonaparte als
een ware
Scipio het kleine landje degradeerde tot een wingewest. De
Hollanders
zijn in vele opzichten vergelijkbaar met de Feniciërs, maar
zij halen
het toch niet bij de grootheid van de Feniciërs, die voor
hun tijd
gigantische prestaties hebben geleverd. Er zijn ook duidelijke
verschillen.
Zo gingen de Hollanders ook niet ten onder. Zij overleefden
de aanslag
door de grote mogendheden door zich te schikken in het lot
van een
kleine mogendheid. De Feniciërs gaven echter nooit geheel op.
Zij stierven
voor een goed deel met hun steden Tyrus, Sidon en Carthago.
De
geschiedenis van de Feniciërs breekt vrijwel plotseling af, als zij
nog een
macht van betekenis vertegenwoordigen.
Hollanders en Feniciërs waren beiden
kooplieden, die voor alles voor
vredige
rustige tijden waren, maar als zij zelf werden aangevallen toch
geweldig van
zich af konden bijten. Wie kent niet de tocht van de
Hollandse
vloot o.l.v.M.A.de Ruyter naar Chatham en wie kent niet
Hannibal's
tocht over de Alpen naar Italië?
Zijn het
o.a. deze overwegingen geweest, die mij als 20e eeuwse
Nederlander
de impuls gaven om alle beschikbare kennis der Feniciërs
te vergaren
en te bundelen in één groot boekwerk? Overigens, de bewoners
van de lage
landen hebben zelfs hun naam gemeen met de Feniciërs,die
zichzelf
waarschijnlijk laaglanders noemden, maar dat is een bijkomstige toevalligheid.
Achter dit
in wezen te romantische voorwoord, gaat een tragische
geschiedenis
schuil, die tot op heden nog erg verward overkomt.
Om met
S.Moscati te spreken: Naast de Grieken en de Romeinen als pijlers
van onze
Europese beschaving, waren er nog de "anderen" in de antieke
historie,
die daaraan een wezenlijke bijdrage hebben geleverd.
Dit boekwerk
geeft de fascinatie weer, die de schrijver ondervond bij de
herontdekking van een beschaving, waarvan de vruchten schier onopgemerkt
in onze
samenleving zijn opgenomen.
Vele
discussiepunten over wat er werkelijk met de Feniciërs gebeurd
is, staan
nog open. Niettemin tracht dit boekwerk een zo compleet
mogelijk
beeld te geven van wat er in zijn totaliteit nu (2000 na Chr.)
bekend is
over de Feniciërs en tracht tevens in alle objectiviteit een
reeël beeld
te geven tussen de vele romantische interpretaties van de
niet minder
omvangrijke onbekendheid met en dus vaak onderschatting
van de
Feniciërs. Daarbij is getracht om zorgvuldig niet te vervallen
in
Feniciofobie noch Feniciomanie, waarop later zal worden ingegaan.
ncfps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten