1.5.2. Terug naar het nomadisme.
Na ongeveer
2500 verdwijnen in Kanaän de grotere steden, behalve de
kuststeden.
Het is een tijd van verhoogde chaos. Er wordt steeds meer
weer
nomadisch geleefd. De infiltratie vanuit de steppezone wisselt
voortdurend.
We zien in deze tijd ook een achteruitgang van de landbouw
en een
uitbreiding van de veeteelt. De bedoeïnenstammen worden groter,
terwijl de
koningen en hun vazallen in diverse staatjes steeds meer
greep
krijgen op hun onderdanen, die meer en meer een zwervend bestaan
gaan leiden.
Tussen 2100
en 2000 is Byblos het toneel van verwoesting. Na of tijdens
de storm van
de Amorieten dringen deze dieper door in wat we nu Libanon
noemen.
Niettemin bloeit de stad Byblos na deze catastrofe weer snel op.
De Amorieten
en de Kanaänieten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Het verschil
ligt er waarschijnlijk daarin, dat de Amorieten in het
noorden en
oosten te plaatsen zijn. De Soemeriërs noemen hen dan ook
'westerlingen'. De Kanaänieten zitten meer in westen en zuiden en hun
naam
duidt op
'laaglanders' of 'purperververs'. De Kanaänieten ondergaan meer
de
Egyptische invloed.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie: Map 2.10.Nomaden en sedentairen in het oude
Midden Oosten, C.H.J.de Geus.
Opmerking: P K Hitti is van mening, dat er etnisch
weinig verschil is
tussen de proto‑Feniciërs
en de Amorieten, maar die stelling
valt zeer te betwijfelen.
SINOUHIT = Egyptische prins in de
Bekaa vallei.
AMENUHET I (1991-1962 v.C)
>>> ceder-expeditie.
ABI-CHEMOU
+ IP-CHEMOU-ABI = Koningen van Byblos.
Zie Boek 48.CANAÄNITE
TOPONYMS IN ANCIENT EGYPTIAN DOCUMENTS
Shmuel
Ahituv. The Magnes Press, Hebrew University Jeruzalem E.J.Brill Leiden 1984. O.a. fenicische plaatsnamen als
Acco, Aphek, Dor, Hadasjt, Jaffa, Lebanon, Qedem, Sidon, Tyre, Usju, Astarte,
Abel, Achshaph, Be'eroth, Beth-Anat, Beth-Dagan, Beth-Shemesh, Carmel, Kumidi,
Laban, jamsjuna,Zarepath. Enige duidelijke kaarten. Hebreeuwse en geografische index.
Enige foto's. Zie ook Atlas kaart 4A. De Egyptische periode. Opname van de
hiëroglyphen-tekens! Zie ook blz 46a.
Zie Boek 174.PREHISTORY AND THE FIRST CIVILIZATIONS.
J.M.Roberts.
TIME‑LIVE BOOKS, Alexandria ,
Virginia . 1998. The Illustrated
History of the World. Gevarieerd
algemeen beeld van het begin van de
beschavingen. Ook enige aandacht voor de
Feniciërs. Veel mooie prenten. Met name hoofdstuk 4: Intruders and Invaders,
blz 132.
Zie Boek 195.NATIONAL
GEOGRAPHIC NR.154.6
o.a.:
‑ Ancient Ebla opens a new History. Splendor of an unknown Empire. Howard La
Fay, James L.Stanfield, Louis S.Glanzman. blz 730‑759. December 1978. Opgraving door Paolo
Matthiae. Foto's, kaartje. Mitchell Dahood geeft de relatie met de bijbel weer.
Tell Mardikh. Het schrift wordt bestudeerd door Pettinato. Relaties met Oegarit
en Mari.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten