2.5. Naar het jaartal 1000.
Zo
ontwikkelde Fenicië zich in de elfde eeuw tot een belangrijke
handels‑ en
zeevarende bundeling van stadsnaties. In het oosten pakken
zich echter
al weer donkere wolken samen. Het oude Babylonië verliest de
controle
over het noordelijke deel van Mesopotamië, dat zich vanaf 1100
als een
zelfstandige roofstaat ging ontwikkelen. Onder Tiglath‑Pileser
(1112‑1074)
dringen de Assyriërs voor het eerst daadwerkelijk op naar de
Middellandse
zeekust. Op een tempel te Assoer staat een inscriptie
hierover
(ARAB I, 302):
"Ik
ging naar de Libanon. Ik haalde cederhout voor de tempel van Anoe en
Adad, de
grote goden, mijn gebieders en voerde het naar Azor. Ik voer op
de schepen,
die tot Arvad behoren en vanuit Arvad, dat voor de zeekust
ligt naar de
stad van Samoeri, dat in Amoerroe (ligt)(op een afstand
van) drie
dubbelmijlen over land." 1)
De
Fenicische steden Arvad, Sidon en Tyrus kregen een schatting
opgelegd.
Daar bleef het ditmaal nog bij. De Arameëen hadden heel wat
meer te
stellen met de Assyriërs.
2.5.1. Kanaän in het nauw.
Naast de
eenmalige strooptocht van Tiglath‑Pileser I had Kanaän ook te
leiden van
de invallen van de Arameëen en Israëlieten. De Kanaänietische
cultuur
bleef eigenlijk alleen in het middendeel van Kanaän overeind.
Daar lag
Fenicië verscholen achter de hoge bergen van de Libanon. In
het zuiden
namen de Israëlieten bezit van Palestina en geraakten in
heftige
strijd met de Philistijnen. De Arameëen vestigen zich aan de
oostzijde
van de Anti‑Libanon in Coele‑Syrië. Dit alles droeg ertoe bij,
dat de
Feniciërs het welhaast onder dwang steeds meer op zee moesten
zoeken.
Opeengepakt in hun kleine veilige kuststeden in tijden van
gevaar, zien
we daar op de kust van de Libanon de Fenicische stammen
met als
enige uitweg de sprong over de zee naar veiliger oorden.
De drang om
veiliger oorden te vinden was natuurlijk maar één van de
redenen van
de overzeesche expansie. De andere redenen hebben we al de
revue laten passeren, n.l: de handelsgeest
in het algemeen en de drang
om
delfstoffen en grondstoffen op te halen, die dan weer in de
Fenicische
steden bewerkt werden en gereed gemaakt voor doorvoer dan
wel ten
eigen nutte aangewend konden worden.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
1).Zie:Ancient Records of Assyria and
Babylonia, D.D.Luckenbill, Univ.
of Chicago, Illinois (ARAB
I,302).
HET KONINKRIJK ISRAëL
In 1004 wordt David koning van
Israël en verdrijft de Philistijnen.
Daarna worden de Kanaänietische
enclaves als Megiddo, Taanach en
Bet‑Schean geannexeerd. Dat
belemmert de steden Tyrus en Sidon
overigens niet om een hecht
verbond met het Israël van David te
sluiten.
Bijvoorbeeld:
Samuel 24,6-7: Census David o.a. t/m Tyrus en Sidon.
2 5,11: Hiram stuurt
ambachtslieden en hout naar David.
TYRUS
<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<
olie, graan
&
ISRAëL
SIDON
>>>>>>>>>>>>> hout,koper,luxe goederen
>>>>>>>>>>>>>>
Zie:STUDIA PHOENICIA XI , PHOENICIA AND THE BIBLE, OLA 44, LEUVEN 1990:
- King Solomon's Copper
Supply, E.Knauf.
- Phoenician Deities
Worshipped in Israël and Juda during the time
of the First Temple ,
H.J.Katzenstein.
Zie:STUDIA PHOENICIA V, OLA 22, LEUVEN
1987:
- Les Phéniciens et le
commerce entre la Mer Rouge et la Mer
Méditerranée, A.Lemaire.
Zie:ASPECTS OF THE FOREIGN
POLICIES OF DAVID AND SLAOMON, A.MALAMAT,
HEBREW UNIV., JEUSALEM 1963, JNES
22.
Zie:STUDIA PHOENICIA XII, OLA 46,
LEUVEN 1992:
-Les relations entre les cités
de la côte phénicienne et les royaumes
d'Israël et de Juda,
F.Briquel-Chatonnet.
Zie:JOURNAL OF NORTHWEST SEMITIC
LANGUAGES, STELLENBOSCH 1982:
-Israël and Tyrus im Zeitalter
Davids und Salomons, H.Donner.
Zie Boek 49.ATLAS VAN DE
BIJBEL
The new Atlas
of the Bible. J.Rogerson. i.e.v.v.E.W.van der Poll Equinox book, Elsevier
Amsterdam 1985.
Literatuur, geschiedenis en geografie van de bijbel.
Artikelen over Tyrus en Sidon. Chronologisch overzicht.
Veel kaarten, foto's en afbeeldingen.
Ook diverse interressante thema's, zoals Andere godsdiensten uit de
bijbelse tijd. Van speciaal belang is
de kustvlakte ten noorden van de Karmelberg.
Het voorkomen van Baal in:
Baala
Baalat
Baal-Gad
Baal-Hasor
Baal-Peor
Baal-Perazim
Baal-Salisa
Baal-Sefon
Het voorkomen van Asjtarte:
Astarot (Beestera)
Astarot-Karnaïm
2.5.2. De Fenicische verscheidenheid.
In feite is
er nooit, zelfs niet in de tijden van het grootste gevaar,
een enkele
Fenicische mogendheid geweest. Het waren duidelijk van
elkaar
verschillende stadsstaten met hun eigen koningen of rechters aan
het hoofd.
Grofweg valt de 250 kilometer lange kustzône der Feniciërs
uiteen in
drie delen. Het noordelijk deel met Oegarit, Arvad, Shukshu,
Marathus en
Simyra was de oudste streek, die vooral op Cilicië en Syrië
de handel en
scheepvaart richtte. In dit noordelijk deel van Fenicië
is de
Kanaänietische grondslag voor een goed deel verdwenen door een
grondige
vermenging met Amorieten, Hethieten, Luviërs en Choerrieten
bijvoorbeeld. Na de verwoesting van Oegarit zal Arvad in deze
noordelijke
streek de eerste plaats gaan innemen. In deze streek zien we
ook de
eerste Grieken verschijnen in eigen factorijen, zoals te Shukshu
en te Al
Mina.
Het
middendeel van Fenicië met Byblos als centrale plaats heeft iets
mystieks.
Het lijkt het heiligdom te zijn van de Feniciërs met vele
altaren hoog
in de bergen (Afka) en met tempels aan de rand van de zee.
Later zal er
door andere Fenicische steden gezamenlijk een nieuwe stad
Tripolis
gesticht worden als symbool van het besef, dat men toch tot
eenzelfde
volk behoort. Byblos doet hier vreemd genoeg niet aan mee.
Het
zuidelijk deel van Fenicië strekt zich uit van de rivier de
Asklepios
tot voorbij de berg Karmel in Palestina. Sidon en Tyrus zijn
de
voortrekkers in dit gebied. Het zijn vooral deze steden, die ook de
grootste rol
spelen bij de overzeesche reizen en kolonisaties in het
westelijk
deel van de Middellandse zee. Andere steden zijn Sarepta,
Acco, Dôr,
Akhziv en zelfs het ver zuidelijk gelegen Joppe.
In de tijd
zien we een verschuiving van het zwaartepunt van noord naar
zuid. Het
begon met Oegarit en het eindigt tenslotte met Sidon en Tyrus.
Iedere stad
blijft echter een staatje op zich. Men had ook zo zijn
verschillende bestuurssystemen. In Arvad zien we bij toerbeurt twee
dynastiëen
elkaar constant afwisselen uit de families Amiel en
Jerostratus.
In Sidon vinden we een koninklijke familie, die bijna even
oud is als
de stad zelf, terwijl in Tyrus op het laatst het suffetensysteem,
afgewisseld
met (priester)koningen opgeld doet. De Fenicische
stadsstaten
waren eigenlijk de eerste republieken in de oudheid. Er was
een sterke
aristocratisch/oligarchische inslag, waardoor toch kan gezegd
worden, dat
het absolute monarchistische systeem er niet of nauwelijks voorkwam.
SCHEMA VAN EENHEID NAAR DIFFERENTIATIE
_____________________________________________
[_______________
_______________| EENHEID
[_______________
_______________| ÉÉN KANAÄN
[_______________
_______________|
[_______________
_______________|
[_____________________________________________
Zee‑Kanaänieten VERSCHEIDENHEID
_____________ ____________________________
[_____________] | |
_____________ |
Arameëen |
[_____________] | |
_____________ | |
[_____________] |____________________________|
_____________ | |
[_____________] |
Israëlieten |
_____________ | |
[_____________] |____________________________|
Feniciërs
Zie:Topographie historique de la Syrie
Antique et Medievale
R Dussaud, Librairie
Orientaliste Paul Geuthier 1927
Who were the Phoenicians? S
Moscati in THE PHOENICIANS/Biompani.
blz 24.
2.5.3. De ontwikkeling van Tyrus.
Voorheen
heette Tyrus waarschijnlijk Avatha (Aldoun) of Zor (rots). In
oude
Egyptische geschriften komt de naam Su/aru naar voren. Na de reeds
geschetste
mogelijke vlucht van mensen uit Sidon na een aanval door de
Zeevolken,
breidt Avatha of Zor zich sterk uit. De eilanden voor de kust
worden
steeds dichter bebouwd. De huizen worden hoger. Het benodigde
drinkwater wordt in kommen opgevangen of
per schip naar de rotsen in de
zee
gebracht. Tegenwoordig wordt Tyrus Sour genoemd (Tsor=rots). In de
loop van de
11e eeuw wordt Tyrus net zo belangrijk als Sidon, dat tot
ca.1000 de
belangrijkste stad in Zuid‑Fenicië was. De eerste enigszins
bekende
koning van Tyrus is Baäl-remeg, maar zijn naam is zowat het
enige wat we
van hem weten. Bekender wordt Abibaäl, die omstreeks
1000 v.C
leefde. Zijn zoon is Hiram, die een belangrijke rol zal gaan
spelen in de
Fenicische geschiedenis. 1)
2.5.4. Sidon bekleedt de eerste plaats. 2)
In de 11e
eeuw was Sidon de "primus inter paris" in Fenicië. De
Feniciërs
worden door de andere volken dan ook aangesproken als
Sidoniërs.
Lange tijd noemen de koningen van Tyrus zich ook nog koning
van de
Sidoniërs en later zal in enige gevallen ook werkelijk sprake
zijn van een
dubbel‑koningsschap. Over de grote zee speelt Sidon in eerste
instantie een
belangrijke rol in de lange afstandsexploratie.
Sidon zelf
ligt gewoon aan de kust aan twee baaien. Er is slechts sprake
van een zeer
klein eilandje en enige riffen. De hoofdgod van de stad is
Esjmoen. De
Sidoniërs maken gebruik van koopvaardijschepen van allerlei
afmetingen.
Allen hadden zij een typisch ronde constructie met hoge
boegen en
achterstevens. De beplanking was volledig bedekt met pek om de
schepen
waterdicht te maken. De oorlogsschepen (nog zeer weinig in
aantal)
waren veel smaller en veelal langer.
Ondanks de
belangrijke positie, die Sidon in deze tijd inneemt is toch
geen naam
van een of meerdere koningen bekend. Wellicht was die ook niet
aanwezig en
was er toen al sprake van een oligarchisch/aristocratisch
bestuur.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
1).Voor de Tyrische koningen wordt
verwezen naar "De Regeerders van
Tyrus", H van Diessen, Apeldoorn, 1999.
2). Zie Boek 140.SAIDA ‑
SIDON. Conseil
national du Tourisme au Liban. Georges Borgi. Ongedateerd. Eigenlijk meer een
folder, maar wel goed qua informatie en uitvoering.
Bij de stichting van Saul's
koninkrijk, staat Tyrus
nog vijandig tegenover de
Israëlieten. Als echter David
ook nog de Philistijnen
overwint, verandert die houding.
In Sam.(II 5:11) en Kronieken
(I 14:1) lezen we dan ook:
"Hiram, koning van
Tyrus, zond een delegatie naar David;
hij zond hem cederhout en
daarmee ook de timmerlui en
steenbewerkers, die voor
David een huis bouwden."
In HELLENOSEMITICA van Zie Boek 48.In CANANAATE TOPONYMES IN
A.C.Astour worden voor ANCIENT EGYPTIAN DOCUMENTS
deze tijd de volgende Shmuel Ahituv worden de
plaatsen genoemd volgende plaatsen genoemd
[alleen binnen
het gebied van
de Feniciërs]
Himulli
Birzihe
Gib'ala
Siyannu
Arwada
Sumura
Irqata
Ambi
Ammia
Sigata Samsuna
Busruna Busruna
Qedem
Gubla Afqa
Gaddasuna Gaddsuna
Beruta Be'eroth
Magar(a)
Hasi
Siduna Siduna
Kumudi Kumidi
Zarephath
Surri Su/aru
Usu
Kana'
'Ain
Mish'al
Achshaph
Akka Akko
Aphek
Rehob
Maacha
Libnath
Du'ra
Geen opmerkingen:
Een reactie posten