1.4. De eerste nederzettingen.
Een ervan
werd al genoemd. Byblos, een dorp van houten vissershuisjes,
dat echter
in de periode van 4500 tot 2900 zich ontwikkelde tot een
kleine stad
met stenen gebouwen. Wat er nog van over is, is een kleine
ovale haven,
resten van muren met twee poorten, de fundamenten van een
tempel, die
gewijd is aan de godin Baälat en nogal wat graven met
onderaardse
gangen.
De stad
Byblos is een van de eerste havensteden aan de Levant, die op
grote schaal
handel ging drijven met Egypte. Maar ook Oegarit heeft zich
in een
vroege ontwikkeling kunnen verheugen. Reeds uit 6000 zijn er
sporen te
traceren van enige bewoning. Vanaf 3000 wordt de stad door de
Semieten
bevolkt. De grootste bloeiperiode vindt plaats tussen 1550 en
1360, waarna
de stad getroffen wordt door aardbevingen en belegeringen.
Nog één keer
daarna komt de stad tot volle glorie, maar omstreeks 1200
verwoesten
de Zeevolken Oegarit definitief.
Een van de
koningen van Oegarit was Niqmad, die in correspondentie en/of
onderhandeling trad met de Hethietische
koning Soeppiloelioema. In
Oegarit
werden verschillende goden en godinnen aanbeden onder de namen
Mot, Baäl,
Anat, Aghat, Yamm en Danel. 1)
Een van de
vele legendarische overleveringen betreft het grote gevecht
tussen de
koningen Keret en Pabel, welke door eerstgenoemde wordt
gewonnen.
Daarna moet hij het ook nog opnemen tegen zijn eigen zoon. 1)
In deze
geschiedenis speelt Tyrus reeds een rol.
Oegarit had ook zijn eigen schrift. 2) De
inwoners van Oegarit spraken een
Kanaänietische taal, die verwant was aan het Fenicisch. Oegarit was
samen met
Byblos in die tijd het belangrijkste handels‑ en havencentrum
aan de kust.
Daarbij speelde de stad als tolk een zeer belangrijke rol.
Er waren
zelfs vertaalbureau's, die vakwoordenboeken uitgaven met in de
wereldhandel
gebruikelijke termen. De vernietiging van Oegarit ver in
het tweede
millenium luidde ook het verval in van het schrift van die
stad. Arvad
is een andere Fenicische stad en die neemt de rol van Oegarit
langzaam
maar zeker over. Daarbij komt het Fenicisch steeds meer in zwang.
In dat proces heeft het Filistijnse en/of
Syrische schrift overigens ook een rol
gespeeld.2).
In Byblos
blijkt een compleet afwateringssysteem aanwezig te zijn. De
vele
kostbare grafgiften tonen aan, dat de stad in verhouding zeer
welvarend
moet zijn geweest, ondanks dat ook deze stad door binnen‑
vallende
volken en stammen in brand werd gestoken. Dat moet zo tussen
2300 en 2100
gebeurd zijn.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
1).Zie "The seasonal pattern in
the Ugaritic myth of Ba'lu" door J C de
Moor.
Proefschrift V.U. te Amsterdam (26‑3‑71).
2).Zie "The
Phoenicians",catalogus bij tentoonstelling Venetië 1988 op
blz 86:The question of the
Alphabet, G Garbini.
"Textes ougarotiques
oublié et <<transfugés>>, P.Bordreuil/D Pardee
CNRS/NELC,Chicago in:SEMITICA XLI-XLII 1993.
Enige
koningen van Byblos waren: Abi-Chemou, Ip-Chemou-Abi.
Deze
koningen worden echter veelal aangeduid met de Egyptische titels voor
"graaf,
prins of sjeik". De invloed van Egypte op de Levantkust is van
oudsher
aanwezig, hetgeen in diverse mythen ook duidelijk is. 1)
Grote
beroemdheid verwierf Byblos door zijn papyrusrollen, die zeer
kunstig
samengesteld waren. Byblos of Byblus of Biblos hebben dan ook
tevens de
betekenis van boek of bijbel.
ncfps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten