3.1.6. De Fenicische "eenheid" verbroken.
De eenheid onder de Feniciërs, die
toch al niet zo groot was,
wordt
onder de Assyrische bezetting voor
een goed deel gebroken. Tijdens
de
aanval van Sanherib vechten zelfs
wellicht Feniciërs tegen Feniciërs,
al of niet
gedwongen. In hoeverre Sidon e.a.
zich met vreugde of
verdriet tegen
Tyrus keren, is moeilijk uit te
maken. Natuurlijk zullen
de andere
Fenicische steden de dominante
positie van Tyrus wel beu zijn geweest,
zoals later Utica dat t.o.v.Carthago
was, maar het is onwaarschijnlijk,
dat dat hun drijfveer is geweest.
Veeleer de drang tot overleven onder
de Assyriërs is in dit opzicht
doorslaggevender geweest.
.……………………………………....................................................................
3.1.7 De opstand van 677.
Ditmaal is Tyrus niet de leider. Na
de dood van Sanherib in 681 gist het
al overal in het Assyrische rijk en
het is een paar jaar later
vooral
Sidon, die de lont in het kruidvat
gooit. Abdi‑Milkutti van
die stad
verbindt zich met de Ciliciërs en
weet zich in de
rug gesteund door Egypte. *
Assarhaddon van Assyrië verwoest
echter Sidon en deporteert de burgers.
Assarhaddon vermeldt daarover in zijn
Annalen:
"Ik verwoestte Sidon, de versterkte stad in het midden van de zee,
tot
op de grond, ik vernietigde en gooide
de muren en huizen in de zee en
vernietigde de plaats, waar dit
alles stond. Voor
wat betreft Abdi‑
Milkutti, haar koning, die in het
aangezicht van mijn legers naar
het
midden van de zee was gevlucht, die
hakte ik
het hoofd af. Ik ver‑
plaatste zijn onderdanen, die zeer
talrijk waren, naar
Assyrië. Ik
reorganiseerde het gebied en plaatste
een van mijn ambtenaren aan
het
hoofd om over hen te regeren."
Bovendien richt hij er een eigen
burcht op. Ook de opstand in
Cilicië
wordt neergeslagen en Tyrus moet nu
naast de eigen koning een goeverneur
dulden, wiens voornaamste taak
het is
voldoende belastingen naar
de
Tigris te zenden. Nog steeds heeft
Tyrus geen Assyrische bezettingsmacht
van betekenis in huis. Tyrus krijgt
zelfs voormalige gebieden van Sidon
onder zijn beheer. De een zijn dood
is de ander zijn brood lijkt
hier
wel zeer op zijn plaats. Sidon zelf
wordt trouwens met
andere bevol‑
kingsgroepen en ook Assyriërs weer
opnieuw bevolkt en na enige tijd weer opgebouwd.
Sidon heet sindsdien Kar‑Assarhaddon
naar de burcht, die
de Assyriër
daar liet oprichten om de stad nog
beter in de tang
te houden. Kar‑
Assarhaddon wordt de hoofdstad van de
middelste Assyrische provincie in
Fenicië. In het noorden is dat
Simyra, nadat Arvad hardhandig tot de
orde is geroepen. In het zuiden is
dat Tyrus.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
BAAL VAN TYRUS
Het exacte begin van zijn
regering is niet bekend. Hij regeert tot
660 en laveert zijn stad tussen
de gevaarlijke klippen om zijn stad
heen door. Zijn politiek bestaat
er in om geen duidelijke anti‑
Assyrische handelingen te plegen
en toch ook om op goede voet met
Egypte te blijven. In de handel
wordt scherp met Sidon
geconcurreerd.
Uiteindelijk onderneemt Baäl een
poging om een grote anti‑Assyrische
confederatie op te richten van
maar liefst 22 koningen uit Syrië.
Juda en Cyprus. Alleen dan heeft
het zin om zich teweer te stellen.
Zie: I rapporti politici di Tiro con l'Assiria alla
luce del
trattato
tra
Assarhaddon e Baal, G.Pettinato, RSF III, Roma, 1975.
Zie: ATLAS VAN DE
FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart
33.De opmars van Esarhaddon & Assurbanipal (VIIe eeuw v.C).
3.1.8. Taharqa van Egypte.
Vooral deze farao tracht de situatie
in de Levant te
veranderen. Hij
doet diverse invallen in Palestina,
maar wordt telkens verslagen.
Ook
staat hij achter de volgende opstand
van diverse Fenicische steden in
674. Tyrus is nu weer de leider van
de rebellie en weer
belegeren de
Assyrische troepen vergeefs de
eilandstad. Tot 671 duurt het, voordat er
weer een vergelijk komt. Baäl van
Tyrus moet echter
wel een grote
schatting betalen en gijzelaars naar
Ninivé zenden. Taharqa is inmiddels
verslagen in de veldslag van Ishkupri
en moet zich naar het zuiden van
Egypte terugtrekken.
De Assyriërs bezetten
zeven jaren lang
de
Nijldelta. In 670 tracht Taharqa
geheel Egypte weer te bevrijden en komt tot Memphis.*
Dat noopt Assarhaddon om in 669
opnieuw naar Egypte
te
gaan. Daar verdrijft hij Taharqa,
maar overlijdt aldaar niet veel later.
Taharqa zet de strijd voort tot 664,
wanneer ook hij sterft.
................................................…………………………………….....................
3.1.9. Assoerbanipal.
Onder
deze Assyrische koning
komt het rijk
tot zijn grootste
ontplooiing. Hij verjaagt Taharqa
definitief uit de Nijldelta en bereikt
na 660 zelfs Thebe. Het is de laatste
opflikkering van het
Assyrische
wereldrijk, dat nu snel naar zijn
eind gaat door o.a. interne twisten,
familieruzies én door de invallen van
o.a. de Skythen. Nog heersen
er
aan de Levant Assyrische vazallen,
zoals:
‑Baäl van Tyrus
‑Mugallu van Metilene
‑Jakinlû van Arvad
‑Sandas(h)ame van Cilicië
‑Itûandar van Paphos op
Cyprus(Etewandros).
In deze tijd worden
de Fenicische kolonies
en factorijen steeds
zelfstandiger. Alleen de religieuze
en traditionele binding blijft erg
sterk. Door aanvallen van de Grieken
en de Assyrische knechting dreigt
in deze periode ook de hegemonie van de
Feniciërs in de Middellandse
zee in elkaar te storten. De
beproeving van de Assyrische overheersing
is echter bijna voorbij.
De stad Carthago is nog maar net zo
uitgegroeid, dat zij aarzelend
de
leiding in het westen kan overnemen
van Tyrus en Sidon. Dit heeft
het
gevolg, dat de Grieken vrij spel
lijken te hebben op Sicilië en
Zuid‑
Italië.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
*
zie Map 48.1.10.Fenici e Cartaginesi a Memfi, G.Chiera, Roma, RSF XV, 1987.
650
HET BAALVERDRAG VAN 671.
Met Assarhaddon wordt een verdrag
afgesloten, dat tekenend is voor
datgene, wat de Assyriërs met
veel andere steden aan de Middellandse
zeekust hebben afgesloten.
Het verdrag valt uiteen in vier
delen:
a.Inleiding.
b.???(vrijwel geheel beschadigd).
c.Voorwaarden voor het verdrag.
d.Vloekformules.
Het komt er op neer, dat het
verdrag (adê) bepaalt, dat Baäl geen
brief mag openen, tenzij de
Assyrische gedeputeerde (gêpu) aanwezig
is. Voorts bevat het regels bij
schipbreuk van Tyrische schepen en
regels voor landingsplaatsen en
voor handelsroutes. Ook de bevoegd‑
heden van de gêpu worden er in
aangegeven.
Zie:ATLAS VAN DE
FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart 39A.De Fenicische wereld in het
oosten o.b.v. in het Fenicisch
overgeleverde namen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten