3. ONDER VREEMDE HEERSCHAPPIJ.
Vanaf ongeveer het jaar 750 zal
Fenicië meestal verder onder vreemde
heerschappij verkeren, m.u.v. soms
van enkele eilandvestingen als Tyrus
en Arvad. Het begint met de Assyriërs
en spoedig daarna met de Babyloniërs
opnieuw. Dan komen de Perzen, die
worden opgevolgd door de Macedoniërs
en Grieken. Tenslotte zijn er dan
in de oudheid de
Romeinen. Deze
vreemde rijken en volken overheersen
Fenicië in de oudheid, maar ook
daarna is het niet afgelopen met de
vreemde bemoeienis. Overigens gaat
dat nog steeds door tot in de
huidige tijd. Arabieren,
Kruisvaarders,
Turken, Fransen, Engelsen, Syriërs,
Israëlieten, Palestijnen e.d. hebben
te maken met of vestigen zich
metterdaad in Fenicië/Libanon.
Het is eigenlijk niet verwonderlijk,
dat dat alles gebeurt. Daar
waar
een lacune aan eenheid en macht is, vullen staten die gewoon op. Men kan
het verdeelde kleine land niet met
rust laten. De
ettelijke kleine
stadsstaten zijn te verdeeld, of te
eigenzinnig om tot één hechte staat
te komen, waar de buren wel voor
oppassen om daar
binnen te vallen.
Daarbij komt, dat Fenicië wel een
heel verleidelijke buit is om op te
snoepen. Het is rijk aan bijna alles,
behalve dan een
sterke eigen
legermacht. Pas Carthago zal, een
paar eeuwen later, daar als
nazaat
van de Feniciërs toe overgaan en
daarmee haar bestaan en het bestaan
van vele andere Fenicische
nederzettingen in het westen nog
een paar
eeuwen rekken, totdat de Assyriërs
van het westen zonodig alle
andere
beschavingen (behalve die van de
Grieken!) moesten wegvagen, opdat
de
bezittingen en
rijkdommen van die
beschavingen opgestreken konden
worden. Niettemin, ondanks alle
vreemde heerschappijen, vinden we nog
steeds trekken, aanwijzingen en resten
van de vroegere
Fenicische
beschaving terug, zowel
in het oosten
als in het
westen van de
Middellandse zee.
……………………………………......................................................................
Geen opmerkingen:
Een reactie posten