maandag 28 juli 2014

31.De Fenicische eenheid verbroken.



          3.1.6.  De Fenicische "eenheid" verbroken.

 

          De eenheid onder de Feniciërs, die toch al niet zo  groot  was,  wordt

          onder de Assyrische bezetting voor een goed deel  gebroken.  Tijdens  de

          aanval van Sanherib vechten zelfs wellicht Feniciërs tegen Feniciërs,  al  of  niet

          gedwongen. In hoeverre Sidon e.a. zich met  vreugde  of  verdriet  tegen

          Tyrus keren, is moeilijk uit  te  maken.  Natuurlijk  zullen  de  andere

          Fenicische steden de dominante positie van Tyrus wel beu zijn geweest,

          zoals later Utica dat t.o.v.Carthago was, maar het is onwaarschijnlijk,

          dat dat hun drijfveer is geweest. Veeleer de drang tot  overleven  onder

          de Assyriërs is in dit opzicht doorslaggevender geweest.

          .……………………………………....................................................................

 

          3.1.7   De opstand van 677.

 

          Ditmaal is Tyrus niet de leider. Na de dood van Sanherib in 681 gist het

          al overal in het Assyrische rijk en het is een paar  jaar  later  vooral

          Sidon, die de lont in het kruidvat gooit.  Abdi‑Milkutti  van  die  stad

          verbindt zich met de Ciliciërs en weet zich  in  de  rug  gesteund  door Egypte. *

          Assarhaddon van Assyrië verwoest echter Sidon en deporteert de burgers.

          Assarhaddon vermeldt daarover in zijn Annalen:

          "Ik verwoestte Sidon, de versterkte stad in het midden van de  zee,  tot

          op de grond, ik vernietigde en gooide de muren en huizen in  de  zee  en

          vernietigde de plaats, waar dit alles  stond.  Voor  wat  betreft  Abdi‑

          Milkutti, haar koning, die in het aangezicht van mijn  legers  naar  het

          midden van de zee was gevlucht, die hakte  ik  het  hoofd  af.  Ik  ver‑

          plaatste zijn onderdanen, die  zeer  talrijk  waren,  naar  Assyrië.  Ik

          reorganiseerde het gebied en plaatste een van mijn  ambtenaren  aan  het

          hoofd om over hen te regeren."

          Bovendien richt hij er een eigen burcht op. Ook de  opstand  in  Cilicië

          wordt neergeslagen en Tyrus moet nu naast de eigen koning een goeverneur

          dulden, wiens voornaamste taak het  is  voldoende  belastingen  naar  de

          Tigris te zenden. Nog steeds heeft Tyrus geen Assyrische bezettingsmacht

          van betekenis in huis. Tyrus krijgt zelfs voormalige gebieden van  Sidon

          onder zijn beheer. De een zijn dood is de ander zijn  brood  lijkt  hier

          wel zeer op zijn plaats. Sidon zelf wordt  trouwens  met  andere  bevol‑

          kingsgroepen en ook Assyriërs weer opnieuw bevolkt en na enige tijd weer opgebouwd.

          Sidon heet sindsdien Kar‑Assarhaddon naar de  burcht,  die  de  Assyriër

          daar liet oprichten om de stad nog beter in  de  tang  te  houden.  Kar‑

          Assarhaddon wordt de hoofdstad van de middelste Assyrische provincie  in

          Fenicië. In het noorden is dat Simyra, nadat Arvad hardhandig  tot  de

          orde is geroepen. In het zuiden is dat Tyrus. 

       XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 
                           BAAL VAN TYRUS
              Het exacte begin van zijn regering is niet bekend. Hij regeert tot
              660 en laveert zijn stad tussen de gevaarlijke klippen om zijn stad
              heen door. Zijn politiek bestaat er in om geen duidelijke anti‑
              Assyrische handelingen te plegen en toch ook om op goede voet met
              Egypte te blijven. In de handel wordt scherp met Sidon
              geconcurreerd.
              Uiteindelijk onderneemt Baäl een poging om een grote anti‑Assyrische
              confederatie op te richten van maar liefst 22 koningen uit Syrië.
              Juda en Cyprus. Alleen dan heeft het zin om zich teweer te stellen.
 
 
                               Zie: I rapporti politici di Tiro con l'Assiria alla luce del trattato
                                               tra Assarhaddon e Baal, G.Pettinato, RSF III, Roma, 1975.
 
                               Zie: ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
                                               Kaart 33.De opmars van Esarhaddon & Assurbanipal (VIIe eeuw v.C).
 

          3.1.8.  Taharqa van Egypte.
 
          Vooral deze farao tracht de situatie in de  Levant  te  veranderen.  Hij
          doet diverse invallen in Palestina, maar wordt  telkens  verslagen.  Ook
          staat hij achter de volgende opstand van diverse Fenicische steden  in
          674. Tyrus is nu weer de leider van de rebellie  en  weer  belegeren  de
          Assyrische troepen vergeefs de eilandstad. Tot 671 duurt het, voordat er
          weer een vergelijk komt. Baäl  van  Tyrus  moet  echter  wel  een  grote
          schatting betalen en gijzelaars naar Ninivé zenden. Taharqa is inmiddels
          verslagen in de veldslag van Ishkupri en moet zich naar het  zuiden  van
          Egypte  terugtrekken.  De  Assyriërs  bezetten  zeven  jaren   lang   de
          Nijldelta. In 670 tracht Taharqa geheel Egypte weer te bevrijden en komt tot Memphis.*
          Dat noopt Assarhaddon om in  669  opnieuw  naar  Egypte  te
          gaan. Daar verdrijft hij Taharqa, maar overlijdt aldaar niet veel later.
          Taharqa zet de strijd voort tot 664, wanneer ook hij sterft.
          ................................................…………………………………….....................
 
          3.1.9.  Assoerbanipal.
 
          Onder  deze  Assyrische  koning  komt  het  rijk   tot   zijn   grootste
          ontplooiing. Hij verjaagt Taharqa definitief uit de Nijldelta en bereikt
          na 660 zelfs Thebe. Het is de laatste opflikkering  van  het  Assyrische
          wereldrijk, dat nu snel naar zijn eind gaat door o.a.  interne  twisten,
          familieruzies én door de invallen van o.a. de Skythen.  Nog  heersen  er
          aan de Levant Assyrische vazallen, zoals:
          ‑Baäl van Tyrus
          ‑Mugallu van Metilene
          ‑Jakinlû van Arvad
          ‑Sandas(h)ame van Cilicië
          ‑Itûandar van Paphos op Cyprus(Etewandros).
          In deze tijd  worden  de  Fenicische  kolonies  en  factorijen  steeds
          zelfstandiger. Alleen de religieuze en traditionele binding  blijft  erg
          sterk. Door aanvallen van de Grieken en de Assyrische  knechting  dreigt
          in deze periode ook de hegemonie van de Feniciërs in  de  Middellandse
          zee in elkaar te storten. De beproeving van de  Assyrische  overheersing
          is echter bijna voorbij.
          De stad Carthago is nog maar net zo uitgegroeid, dat  zij  aarzelend  de
          leiding in het westen kan overnemen van Tyrus en Sidon.  Dit  heeft  het
          gevolg, dat de Grieken vrij spel lijken te hebben op  Sicilië  en  Zuid‑
          Italië.
 
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
 
* zie Map 48.1.10.Fenici e Cartaginesi a Memfi, G.Chiera, Roma, RSF XV, 1987.
                                                                                                                                 650
              HET BAALVERDRAG VAN 671.
              Met Assarhaddon wordt een verdrag afgesloten, dat tekenend is voor
              datgene, wat de Assyriërs met veel andere steden aan de Middellandse
              zeekust hebben afgesloten.
              Het verdrag valt uiteen in vier delen:
              a.Inleiding.
              b.???(vrijwel geheel beschadigd).
              c.Voorwaarden voor het verdrag.
              d.Vloekformules.
              Het komt er op neer, dat het verdrag (adê) bepaalt, dat Baäl geen
              brief mag openen, tenzij de Assyrische gedeputeerde (gêpu) aanwezig
              is. Voorts bevat het regels bij schipbreuk van Tyrische schepen en
              regels voor landingsplaatsen en voor handelsroutes. Ook de bevoegd‑
              heden van de gêpu worden er in aangegeven.
 
                               Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
                                   Kaart 39A.De Fenicische wereld in het oosten o.b.v. in het Fenicisch  overgeleverde namen.


30.Sanherib e.d.

 
          3.1.3.  Sanherib.
 
          Deze Assyrische koning maakt definitief een einde aan elke  Fenicische
          illusie  voor  zelfstandigheid.  Hij   verovert   volgens   zijn   eigen
          reisverslag Sidon, Usju, Akko, Akzib, Mahalliba, Sariptu  en  Bit‑Sitti.
          Sariptu is natuurlijk Sarepta en Usju is de  oude  kuststad  van  Tyrus.
          Tyrus zelf wordt  dus  nog  niet  veroverd.  Al  eerder  biedt  de  stad
          jarenlang weerstand. Ook onder Sargon II en Salmanassar V is  er  sprake
          van een "Assyrische" vloot, waartegen  de  Tyrische  vloot  een  zeeslag
          wint. Deze  "Assyrische"  vloot  bestaat  natuurlijk  uit  gerecruteerde
          schepen van voornamelijke  andere  Fenicische  kuststeden.  Cyprus  en
          Cilicië gaan nu  ook  nominaal  tot  het  Assyrische  rijk  behoren.  De
          dichtstbij gelegen  toevluchtsoorden  worden  afgesneden  en  Tyrus  kan
          alleen nog maar steunen op zijn ver verwijderde  westelijke  factorijen.
          Fenicië staat voor zijn grootste crisis  tot  dan  toe,  want  ook  de
          overzeesche factorijen hebben het moeilijk. Die worden bedreigd door  de
          overal kolonies stichtende Grieken.
          In het westen tracht Carthago te redden wat er te redden is  en  in  het
          oosten zijn het Tyrus en Sidon onder de leiding van Elouläos ofwel Luli,
          die zich tegen de opmars van Assyriërs blijven verzetten. In  het  begin
          heeft Luli nog de steun van de Philistijnen en van Hizqia van  Juda.  De
          helpers worden echter een  voor  een  de  ring  uitgeslagen.  Hosea  van
          Samaria wordt na een jarenlange belegering  verslagen  en  de  bevolking
          wordt gedeporteerd. Zelfs de steun van en door farao Chabaka helpt  niet
          veel, want het Egyptische hulpleger wordt  bij  Aqqaron  verslagen.  Een
          epidemie in het Assyrische leger geeft nog even  respijt,  maar  op  den
          duur moeten ook Jeruzalem, Sidon en Tyrus het hoofd  buigen.  Luli  moet
          vluchten naar Cyprus. Tyrus wordt schatplichtig en moet een  vazalkoning
          Baäl dulden. In Sidon komt de vazal  Tu'baäl  (Ithobaäl).  Tyrus  krijgt
          echter geen Assyrische strijdmacht binnen zijn  muren.  Kennelijk  heeft
          men als enige een schikking kunnen treffen met de Assyriërs  en  dat  is
          meer, dan de meeste andere steden en staten van de Levant kunnen zeggen. 
          De eilandligging van Tyrus betaalt zich uit.
          Het Assyrische leger was voor die tijd een  unieke  zaak.  Het  was  een
          staand leger, dat ten alle tijden kon worden ingezet. Het waren ook geen
          huurlingen; nee, de eigen bevolking  werd  goeddeels  gerecruteerd.  Dat
          leger behaalde zeer veel successen met het  gevolg,  dat  het  rijk  van
          Assyrië steeds groter werd. Op den duur  werd  het  zo  groot,  dat  dat
          tegelijk ook de eigen ondergang inluidde.
          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
 
Zie Map 17.7.Ancient Records of Assyria and Babylonia, D.D.Luckenbill, Univ.of Chicago Press, Chicago.
              SUMUR=SIMIRRA=SIMYRA
              Simyra wordt mogelijk de eerste Assyrische provincie in Fenicië.
              Naast Symira zelf gaan daartoe ook behoren Arqa, Usnun en Siannu.
              De zuidgrens is vermoedelijk het Sa‑Â‑e gebergte. Naar het oosten
              en noorden toe wordt de provincie begrensd door het gebied van
              Hamath.
 
 
 
              DE ZEESLAG
              Tijdens het beleg door Salmanassar V tussen 724‑719 vindt er volgens
              Menander van Ephesus een zeeslag plaats tussen Tyrische schepen en
              die van de andere Fenicische steden. Dat zouden 12 Tyrische en 60
              andere schepen geweest zijn.De Tyriërs maken 500 gevangenen, terwijl
              op de 60 andere schepen volgens het bericht 800 roeiers zouden zijn
              geweest. Deze cijfers zijn niet met elkaar in overeenstemming.
              VRAGEN: a.Hoe kunnen 12 schepen maar liefst 60 andere verslaan?
                      b.Had ieder schip dan slechts 13/14 roeiers?
                      c.Waren de Tyrische schepen wellicht groter?
              ANTWOORD:Het ware aantal andere schepen moet 16 geweest zijn, want
                       dat komt qua bemanning dan overeen met pentekonters(16x50).
 
                      Zie:Josephus:Antiquités Judaïques IX,14. (Map 35.2.1.Semitica XXVI 1976).
                          Une bataille navale au VIIIe siècle, R Rebuffat.
 
              BELEGERING VAN TYRUS
              724/723‑719/718 door Salmanassar V en Sargon II
 
              VERWOESTING VAN SIMYRA
              in 720
 
              TRIBUUTBETALING DOOR VRIJWEL ALLE FENICISCHE STEDEN
 
              Zie Nimrud brieven. In 1952 werd een vertaling uitgegeven door
              H W Saggs (IRAQ XVII 1955, 126 ff).
 
          Niet alle provincies konden meer door  datzelfde  leger  onder  de  duim
          gehouden worden. Het overzicht voor de koningen van  Assoer,  Kalach  en
          Ninivé  verdween.  Voorlopig  breidt  de  Assyrische  macht   zich   nog
          onweerstaanbaar uit tot aan Egypte en Cyprus toe.
          ......................................................................

              TAMARTU
              "Min of meer vrijwillige" schenking.
              Aan Assyrië doen dat bijvoorbeeld:
              MENAHEM VAN SAMSIMURUNA
              ABDILI'TI VAN ARVAD
              URUMILKI VAN BYBLOS
              ETHBAAL VAN TYRUS
              MITINTI VAN ASDOD
              BUDUILI VAN BETH AMON
              KAMMUSUNADBI VAN MOAB
              AIARAMMU VAN EDOM
 
 
 
 
 
                  ENIG FRANS HISTORISCH WERK IN DE LEVANT.
                  Zie:"Une inscription phénicienne champlevée des environs  de Byblos", P Bordreuil.
                      "Essai sur cinq sceaux phéniciens", A lemaire.
                      "L'Inscription de Yehawmilk, roi de Byblos" A Dupont‑Sommer.
                      "Trois sceaux nord‑ouest sémitiques inédits", P Bordreuil.
                      "Fragment d'un alphabet ouest‑sémitique du VIIIe siècle av JC", A Lemaire.
                      "Le sceau CIS II,74 et sa signification historique", A Lemaire.
                      "Les fonctions de RAB et de suffète en phénicie", J.Teixidor.
                                ^
                                ^
                              in inscriptie Sidon (Louvre AO 1759):
                              1.HMNHT 'S(H) YTN *BDMSKR RB *BR LSPT
                              2.RB S(H)NY BN B*LSLH L'DNY LS(H)LMN YBRK
                                         ' '
          3.1.4.  Egypte's rol bij de Assyrische onderwerping van de Levant.
 
          Lange tijd heeft Egypte werkeloos toegezien, hoe  haar  bondgenoten  van
          weleer langzaam werden opgeslokt door  het  Assyrische  rijk.  Dat  komt
          onder meer door interne strubbelingen en revoluties. In het tweede  deel
          van de 8e eeuw moeten de Nubische krachten opboksen  tegen  de  krachten
          uit het noorden.
          Pas wanneer de  Assyriërs  Gaza  bedreigen  en  innemen,  dan  komen  de
          Egyptenaren in actie. Niet eens gebeurt dat door een  openlijke  oorlog,
          maar meer door diplomatieke contacten. Het blijft halfslachtig.  Byblos,
          Sidon en Tyrus worden benaderd  om  zich  teweer  te  stellen  tegen  de
          Assyriërs. In 701 komen Tyrus, Sidon, Ascalon en Ekron in opstand  samen
          met het koninkrijk Juda. Egypte stuurt nu ook troepen, maar  die  worden
          al snel in de slag bij Altaku (=Aqqaron) verslagen. Daarmee  is  de  rol
          van Egypte nog niet uitgespeeld. Men blijft de Feniciërs, Philistijnen
          en Hebreeën aanmoedigen. In de jaren 677‑671 proberen  deze  volken  het
          opnieuw.
 
          3.1.5.  Onder het Assyrische juk.
 
          De eerste tientallen jaren van de 7e eeuw zuchten de Fenicische steden
          onder het juk van de verschrikkelijke Sanherib en zijn  opvolgers.  Niet
          alleen de schatplicht is genoeg.  Er  moet  ook  daadwerkelijk  voor  de
          Assyriërs gewerkt worden. Zo bouwen de Feniciërs en Cyprioten talrijke
          schepen te Ninivé aan de Tigris. Met deze vloot zakt Sanherib af naar de
          monding van de rivier om ook Elam een afstraffing te geven.
          De vloten van de Fenicische steden blijven de zeëen bevaren,  maar  nu
          niet meer primair ten eigen bate. Dat alles heeft een grote exodus  naar
          de  ver  verwijderde  kolonies  ten  gevolge  in  het  westen   van   de
          Middellandse zee.
 
          In het westen van de Middellandse zee vestigen de nieuwe emigranten zich
          vooral in Carthago, welke stad op haar beurt  weer  nieuwe  steden  gaat
          stichten, bijvoorbeeld op de Balearen en op Sardinië.
          Langzaam gaat Carthago zich ook voorbereiden op de  absolute  leidersrol
          in het westen van het Middellandse zeegebied. Het krijgt die rol min  of
          meer opgedrongen door de bedreiging van de Grieken in het westen  en  de
          Assyriërs in het oosten.
          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
 
          Zie:"Les rélations entre l'Egypte et la Phénicie du voyage d'Ounamon  à l'expédition d'Alexandre." van Jean Leclant.
                  Zie:
                  "Deux marchands de blé phéniciens à Ninive", E Lipinski.
                  "Sull nome fenicio della porpora", G Garbini.
                  "Il 'segno di Tanit' in Oriente", G Benigni.
                  "A gold ornament with the representation of an 'Astarte', V Karageorghis.
 
 
                               Voor specifiek de geografische implicaties van de Assyrische opmars:
                               Considérations géographiques sur la place occupée par la Phénicie dans
                               l'expansion de l'empire assyrien, G.Bunnens, OLA 15, Leuven, 1983.
 
                               Zie ook:  Les rélations entre les cités phéniciennes et l'empire assyrien
                                                               sous la règne de Sennacherib, J.Elayi, SEMITICA XXXV.
                              
 
                               Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
                                   Kaart 37A.Cyprus t.t.v.de Assyrische schatplichtigheid.
                                   Kaart 37B.Amathos (Eteo-Cyprisch).
                                   Kaart 37D.Oud-Paphos.
                                   Kaart 37E.Fenicisch Cyprus (VIIIe eeuw v.C).