3.16.2. Pyrrhus op Sicilië.
In 278 weet Pyrrhus de Carthaagse
blokkades te omzeilen en landt in
Syracuse. Op het land verslaat hij de
Carthagers waar hij maar wil. De
Carthagers weerstaan hem in het open veld
ook nauwelijks en zeker niet
in een grote veldslag. Ze weten
immers hoezeer de Romeinen inmiddels
zijn afgetuigd en die moeten wel
opgelucht hebben ademgehaald bij het
vertrek van Pyrrhus naar Sicilië.
Griekse overleveringen beweren, dat
de Carthagers zo'n 50.000 man
hadden samengetrokken bij Syracuse,
terwijl Pyrrhus nauwelijks 10.000
man onder zijn bevel had. Het grote
aantal van 50.000 is weer erg
onwaarschijnlijk. De Carthagers
zouden niet goed wijs zijn, wanneer ze
een vijfvoudige overmacht niet ten
nutte hadden kunnen maken.
De Fenicische stam en de Carthaagse
loot daarvan, was in verhouding
tot de omringende volken slechts
gering in aantal en ze hadden al de
grootste moeite om hun vloot te
bemannen. een leger van 10.000 tot
20.000 man als troepenmacht
(huurlingen inbegrepen), is in dit geval
veel waarschijnlijker.
Pyrrhus krijgt op Sicilië
inmiddels steun van de tirannen Heraclides,
Thoinon en Sosistratos. Ook de meeste
Sicilioten erkennen hem als hun
koning. Het leger van Pyrrhus zwelt
nu snel aan tot 30.000 man in de
tijd, dat hij dwars over het eiland
naar Henna, Akragas en Segesta
trekt. Bij de berg Eryx stuit hij
voor het eerst op werkelijk serieus
verzet. Zware stormaanvallen en
belegeringswerktuigen zijn nodig om in
de vesting door te dringen. Het
volgende doel was Panormus, dat in de
luwte van de berg Heircte ligt.
Lilybaeum, waarop de Carthagers hun
krachten concentreren, laten de
Grieken links liggen. Na Panormus ook
veroverd te hebben, zwenkt Pyrrhus
helemaal terug naar Messana, waar hij
voor de poorten van de stad de
Mamertijnen verslaat.
HET VERDRAG VAN 278
Het verdrag, wat Rome en Carthago
in 278 afsluiten, is
omhuld met onduidelijkheden en
mogelijkheden tot verschil‑
lende interpretaties. Philines
beweert stellig, dat er
afgesproken is, dat Rome het bij
Italië zou houden en
Carthago zou Sicilië tot zijn
invloedssfeer mogen rekenen.
Polybius meldt niets over die
afspraak, omdat mogelijk de
Romeinse administratie een
dergelijke voor Rome bezwarende
afspraak op schrift niet openbaar
wilde maken. Een afspraak,
die Rome later zo flagrant zou
schenden.
Volgens Tenney Frank in "The Cambridge Ancient
History" (vol
vii, 1928 pag.672) behelst het
verdrag ook de overeenkomst,
dat het Romeinse leger Carthago
zou helpen in Sicilië, terwijl
voor de terugkeer Carthago dan
zou zorgen voor de noodzake‑
lijke transporten.
Heel wat meningen en
interpretaties, waarbij de meeste beoor‑
delaars een lichte ondertoon
laten doorklinken, dat Philines
het het meest bij het rechte eind
gehad moet hebben, omdat
hij over meer informatie
beschikte dan Polybius (III).
De stad zelf krijgt Pyrrhus niet in
handen en tenslotte keert Pyrrhus in
278 terug naar Syracuse. In een jaar
tijd is de situatie grondig
veranderd. In 279 waren de Carthagers
heer en meester op het grootste
deel van het eiland, maar nauwelijks
een jaar later hebben ze nog maar
één groot steunpunt over. Toch is er
een lichtpunt voor de Carthagers in
deze voor hen zo donkere tijd. In 277
worden onderhandelingen gevoerd om
tot vrede te komen. De Carthagers
willen zich bij de status quo
neerleggen en dus alles op Sicilië
afstaan behalve Lilybaeum. Dat wilden
de Siciliaanse Grieken niet
aanvaarden. Ook Lilybaeum moest worden
overgedragen en dat ging weer net
iets te ver voor de Carthagers.
De oorlog ging dus verder en de
Grieken slaan het beleg voor Lilybaeum
in 276. Lilybaeum beschikte over een
groot aantal katapulten en een
sterke bezettingsmacht. Na twee
maanden vruchteloze aanvallen zijn de
Grieken geen steek opgeschoten en
Pyrrhus geeft het beleg op. Met bruut
geweld noch met enige list blijkt de
stad te nemen, terwijl Carthaagse
schepen voortdurend versterkingen
aanvoeren. Dan speelt ook Pyrrhus in
navolging van Agathocles met de
gedachte van een directe aanval op
Carthago. Daar voelen de Siciliaanse
Grieken niet veel voor; het
uiteindelijke debâcle van een dertigtal
jaren geleden staat nog vers in
het geheugen.
Toch probeert Pyrrhus zijn wil door
te drukken en dat nu roept voor het
eerst daadwerkelijk verzet op bij de
Griekse steden op Sicilië. Na
verloop van tijd kiezen zelfs enige
steden openlijk partij voor de
Carthagers. Daar zal ook wel een
economisch motief achter gezeten
hebben, want de Carthaagse vloot zat
niet stil. De kust van Sicilië werd
vakkundig geblokkeerd en de
strooptochten op onbeschermde kustplaatsen
kwamen steeds meer voor.
Zo keerde op Sicilië langzaam het tij
en Carthago met zijn Punische en
Griekse bondgenoten op het eiland
klauterde langzaam uit de diepe kuil.
In Italië werd Tarentum opnieuw
bedreigd door de Romeinen, terwijl ook
op Sicilië Pyrrhus zijn overwinningen
niet kan uitbuiten. Hij verliest
de moed en de belangstelling voor het
eiland, terwijl nu de Siciliaanse
Grieken denken het wel zonder hem te
kunnen.
Nog in 276 moet Pyrrhus zich zelfs
terughaasten naar Italië, want de
Romeinen zien hun kans schoon en zijn
bezig om de Lucaniërs en de
Bruttiërs aan zich te onderwerpen.
Bovendien gaan vele Griekse kuststeden
in hun handen over.
ZEESLAG VOOR Lucanië
In deze zeeslag voor de kust
van Lucanië worden
70 schepen (oorlog+transport)
van Pyrrhus tot zinken
gebracht. 28 schepen worden zwaar beschadigd
en er keren
slechts 12 onbeschadigd aan
land terug. De
sterkte van de Carthaagse
vloot moet tussen de
100 en 200 schepen hebben
bedragen.
Pyrrhus vertrekt met 110
oorlogsschepen en vele transportschepen uit
Syracuse, maar onderweg ontmoet hij
de zowat complete Carthaagse vloot,
die nu wraak gaat nemen voor de
verliezen op Sicilië. Maar liefst 70
Griekse oorlogsschepen worden tot
zinken gebracht. Een deel van de
Syracusaanse vloot weet niettemin
Locroi te bereiken, waar Pyrrhus nog
23000 man kan laten debarkeren. In
Italië verbindt Pyrrhus zich met de
Samnieten, maar in de eerste de beste
veldslag bij Beneventum tegen
consul Dentatus verliest hij. In 274
moet hij ijlings terug naar Epirus
om daar de Macedonische invallen te
keren. In een ordinair straatgevecht
te Argos sneuvelt hij tenslotte. Wel
een erg triest en ongepast einde
voor zo'n groot veldheer.
De Carthagers kunnen ondertussen in
recordtempo hun oude posities op
Sicilië weer innemen. Alleen Syracuse
blijft onafhankelijk. Hiermee
eindigt de Grieks‑Punische
confrontatie op Sicilië in, zo lijkt het, een
definitieve overwinning voor
Carthago, maar er was wel de vreemde hulp
van Rome voor nodig. De Carthagers kunnen
maar een paar jaren van hun
overwinning genieten, want inmiddels
hebben de Romeinen vaste voet
gekregen in de punt van de laars van
Italië en zij zullen zich niet tot
Italië beperken in hun agressie.
Ironisch genoeg hebben de Carthagers
zelf de Romeinen daadwerkelijk daar
gebracht.
Voorlopig staat Carthago na de
"affaire Pyrrhus" op het toppunt van haar
macht en heerst zij met haar vloot
over het grootste deel van de
westelijke Middellandse zee en
waarbij het alleen Utica toestaat een bijzondere
aparte
positie in te nemen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten