2.6. De Fenicische kolonisatie van Noord‑Afrika.
In de eerste eeuwen na de tot
stand koming van
de verbinding tussen
Tartessië en Fenicië werden op de
Noord‑Afrikaanse kust vele zij het
provisorische aanleg‑ en
uitwijkplaatsen gesticht. Alleen
Hippo, Utica
en Carthago waren plaatsen van enige
allure. In de
periode, dat het
moederland Fenicië als thuisbasis
voornamelijk werd uitgeschakeld en
de Feniciërs van het westen zo
langzamerhand op eigen kracht
verder
moesten, groeiden vele
provisorische factorijen uit
tot goeddeeels
onafhankelijke plaatsen.
2.6.1. De Mauretaanse Middellandse zeekust.
Slechts enkele plaatsen zijn ons
bekend geworden. Er is allereerst het
oude Abyla aan de straat van
Gibraltar, dat nu
Ceuta genoemd wordt.
Abyla ligt op een
uitstekend verdedigbare landtong
en beheerst de
zeestraat, die Afrika van Spanje
scheidt.
Twintig kilometer zuidelijker ligt
het voorgebergte Ras‑Tarf en
enige
kilometers het binnenland in ligt de
inheemse stad Tamuda. Aldaar zijn
Fenicische vondsten gedaan uit vooral
de latere tijden. Tamuda is het
huidige Tetouan.
Verder naar het oosten gaand komen we
het huidige Al‑Hoceima tegen, dat
voor de scheepvaart een
voortreffelijke natuurlijke haven heeft. Het
is
hoogstwaarschijnlijk, dat hier de
Feniciërs een steunpunt hadden. Na
de kaap van de "Trois
Fourches" ligt Melilla. De
Feniciërs noemden
deze plaats Rusaddir.
Vijftig kilometer oostelijker liggen
voor de kaap "Ras‑el‑Ma"
een paar
eilandjes de
"Chafarinas". Het is
een uitstekende plaats
voor een
Fenicisch steunpunt, maar helemaal
zeker is dat niet.
_______________________________________________________________________
Zie:
P.Cintas:"Contribution à l'étude de l'expansion cartha‑
ginois au Maroc: un
sanctuaire précarthaginois sur la
greve
de Salammbô." In:Revue Tunesienne, 1947.
2.6.2. De Numidische kust.
De
Numidische kust is zo mogelijk
nog dichter bezaaid
met
nederzettingen. Ook hier moet een
onderscheid gemaakt worden
tussen
mogelijke en traceerbare Fenicische
steunpunten.
tabel 5. Traceerbare plaatsen en mogelijke
plaatsen
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑-------------------------------------------------
Portus Magnus* (Rachgoun)
Cartennas (Mersa Madakh)
Cartili (Oran)
Gunugu
(Mostaganem)
Iol
(Boudouaou)
Tipasa (Zemmouhri)
Icosium* (Djenet)
Rusguniae (Tigzirt)
Rusubicari (Ziama)
Rusuccuru
(al‑Aouna)
Rusippisir (ras‑Afiah)
Rusazus (Stora)
Igilgili (Chetaibi)
(Chullu)
(Saldae) (el‑Kala)
Rusicade Hippo Regius*
Thabraca
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑---------------------------------------------------
Tussen haakjes staan de latere namen.
Met een * voorzien betreft het de
Latijnse naam. Met name de woorden,
beginnende met 'Rus' of 'Cart' zijn
typisch Fenicisch. Het betekent
respectievelijk 'kaap' en 'nieuw'.
Maar liefst minstens 18 plaatsen
hebben een Fenicische stichting gekend,
ofwel
zijn door de Feniciërs overgenomen
van de inheemse bevolking. Nog eens
14 plaatsen komen met waarschijnlijkheid
in aanmerking daarvoor.
Op de bijna 1000 km lange Numidische
kust moeten er minstens
zo'n 30
ankerplaatsen geweest zijn voor de
Fenicische schepen. Na elke 30‑40
km was er altijd wel een beschutte aanlegplaats te
vinden. Niet alle
nederzettingen hebben zich tot een
stad ontwikkeld. De meesten
bleven
een versterkt dorp, maar Tipasa,
Hippo Regius, Icosium en Iol moeten
omvangrijker van omvang en allure
geweest zijn.
Lang niet alle nederzettingen zijn al
tussen 750 en 650 gesticht. Tussen
Cartennas en Mostaganem is een
opmerkelijke leegte. De kust hier leent
zich ook niet zo goed voor havens.
Zie: "Fouilles puniques à Tipasa", P
Cintas (1948).
In:Revue Africaine (XCII) 1949 pag 1‑88.
Zie: Atlas van de
Fenicische en Punische stammen, steden en volken.
Fenicisch en Punische
nederzettingen op de kust van Algerije:
41A. regio
Oran
41B. West Algerije
41C. Les Andalouses
41D.
Mersa Madakh
41E. Oued Tafna/Rachgoun
41F. Rachgoun
41G. Hart van Masaesylië
41H. Centraal Algerije
41I. Tenes
41J. Romeinse haven van Tipasa
41K. Tipasa: overzicht
41L. Punisch Tipasa
41M. Woongebied bij de zee te Tipasa
41N. Regio Algiers
41O. Groot‑Kabylië
41P. Klein Kabylië
41Q. Oost‑Algerije
Zie: "Fouilles puniques à Tipasa", P
Cintas (1948).
In:Revue Africaine (XCII) 1949 pag 1‑88.
Zie: Atlas van de
Fenicische en Punische stammen, steden en volken.
Fenicisch en Punische
nederzettingen op de kust van Algerije:
41A. regio
Oran
41B. West Algerije
41C. Les Andalouses
41D.
Mersa Madakh
41E. Oued Tafna/Rachgoun
41F. Rachgoun
41G. Hart van Masaesylië
41H. Centraal Algerije
41I. Tenes
41J. Romeinse haven van Tipasa
41K. Tipasa: overzicht
41L. Punisch Tipasa
41M. Woongebied bij de zee te Tipasa
41N. Regio Algiers
41O. Groot‑Kabylië
41P. Klein Kabylië
41Q. Oost‑Algerije
Geen opmerkingen:
Een reactie posten