3.6.3. De Romeinse ordening.
Voordat de Romeinen in 63 ordening
brachten, heersten in het binnenland
vooral rondom Baälbek de Ityreërs
o.l.v.Ptolemeus Mennaos, die het bevel
voerde over een keurkorps van 8000 ruiters.
De Ityraërs schijnen
de
voorlopers te zijn van de huidige
Druzen. *
In Tripolis heerste de condottière
Dionysios en te
Byblos was dat
Kinyras. Verder in het achterland had
de Jood Silias nabij Apamea
een
rijkje gesticht. Het geheel gaf dus
een zeer wanordelijke
toestand,
waarbij de heersers van toen
vergeleken kunnen worden
met de latere
roofridders in Middeleeuwen. De Romeinen
hielden grote opruiming onder
de lokale despoten. Alleen Ptolemeus
Mennaos wist het eigen leven en de
vrijheid te redden door zich voor
1000 talenten vrij te kopen.
Na de toestand in Syrië en Fenicië
geregeld te hebben, waren de Joden
aan
de beurt, die
zich echter niet
goedschiks bij de
Romeinse
aanwijzingen neerlegden. Ze kwamen in
opstand, maar werden verslagen. De
Nabateërs ten zuidoosten van de Dode
Zee konden vrij blijven. Via
hun
havens aan de golf van Aqaba en via
hun hoofdstad Petra verzorgden zij
een Indische handel.
3.6.4. Fenicië onder het keizerrijk
Hoe langer de periode
duurt, dat de
Feniciërs onder Griekse
of
Romeinse regimes verkeren, des
te minder er
over hen verder
is te
melden. We kunnen nu ook
beter over "Libanum" gaan
spreken i.p.v.
Fenicië, want de Feniciërs worden
steeds minder herkenbaar.
Hiermee zou ook eigenlijk dit boek
kunnen worden beëindigd.
ware het
niet, dat, ondanks het verdwijnen van
de eigen taal en identiteit,
nu
nog steeds in de twintigste eeuw n C
trekken in het Libanese
volk en
omstandigheden in Libanon zijn aan te
wijzen, die duidelijk
terug te
voeren zijn op de vroegere Feniciërs
en hun leefwijze.
Net zoals de Romeinen omarmen de
Feniciërs de Griekse cultuur. Ondanks
de politieke en economische
eenheid, die in
het Romeinse rijk
is
ontstaan, blijft toch een verscheidenheid in
menig opzicht bestaan.
Berbers,
Joden, Grieken en
Germanen bijvoorbeeld blijven
als
afzonderlijke segmenten
nawijsbaar. Zo ook
blijft de bevolking
van
"Libanum" hetzelfde
zeevarende en handeldrijvende volk,
maar de eigen
identiteit gaat verloren. Dat is niet
het geval bij
de Joden, die
omstreeks 70 n C in opstand komen.
Titus verwoest Jeruzalem grondig.
DE
HIERNA VOLGENDE EEUWEN
WORDEN WELHAAST ONVERANTWOORDELIJK KORT
BEHANDELD. TOCH IS IN VOGELVLUCHT
EEN KORT
INZICHT PER PERIODE
VAN
OVERHEERSING NODIG OM TENSLOTTE DE
SITUATIE IN LIBANON NU TE BEGRIJPEN.
Grote schokkende zaken gebeuren niet
of nauwelijks aan de kusten van de
Levant. Het wereldgebeuren geschiedt
aan de randen ervan. In 130
n C
komen nog een keer de Joden in opstand(Bar
Kochba). Het Christelijke
geloof begint zich te verspreiden. In
eerste instantie naar
Damascus,
maar later ook naar Libanon. Rond 250
n C
worden Christenvervolgingen
algemeen. In het oosten wordt het
rijk der Parthen afgelost door dat van
de Sassanieden (Nieuw‑Perzen). In de
keizerlijke provincie Syria blijft
het relatief rustig. Aan de einder in
de Syrische woestijn en
aan de
bovenloop van de Eufraat vinden
grensoorlogen plaats met
de Nieuw‑
Perzen. "Libanum" wordt
slechts indirect daarmee
geconfronteerd, omdat
dan natuurlijk weer de handel stokt,
tenminste van de normale producten.
De slavenhandel komt juist in die
perioden op gang.
Tegen het eind van de 5e eeuw n C is
het Christelijke geloof overal in
het rijk doorgedrongen. Uit deze tijd
stammen de huidige Maronieten, die
nu nog voor een deel in de Libanon
wonen.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Geen opmerkingen:
Een reactie posten