3.14.8. Ophellas.
Nog in datzelfde jaar 308 (alhoewel sommigen het jaar 309 noemen),
krijgt Agathocles aanzienlijke versterking vanuit het verre Egypte.
De Syracusaanse Orthou haalt de Griek
Ophellas over om met 10.000 man
voetvolk, 100 strijdwagens en 600 ruiters naar Carthago te trekken. Nog
eens 10.000 andere bgeleiden dit leger. Tegen de herfst van 308 gaat de
stoet op weg en in totaal doet men er twee maanden over om bij
Agathocles te komen. Van Cyrene tot Antomolai duurt de tocht 18 dagen en
dat is het meest droge en moeilijke stuk door Libyë.
De
prestatie van Ophellas wordt hem niet in dank afgenomen, want
nauwelijks aangekomen, wordt hij door Agathocles aangeklaagd en ter dood
gebracht. Van het aan Ophellas beloofde (!) koninkrijk komt niets
terecht. Agathocles had immers behoefte aan nieuwe manschappen en niet
aan mededingers. De door Ophellas meegebrachte Macedonische huurlingen
accepteren zonder schroom het nieuwe gezag en worden naar Syracuse
gestuurd. Onderweg raken zij echter in een storm en stranden tenslotte
in
Neapolis. Volgens Justinius voert Agathocles voordien al die troepen
nog aan in een veldslag tegen Bomilcar, maar die is in 309 al
gekruisigd, of het moet een andere Bomilcar zijn. Een andere
mogelijkheid is, dat de mannen van Ophellas al in 309 aankwamen.
E.A.Freeman heeft het in "History of Sicily" over het jaar 307
voor wat
betreft deze gebeurtenissen. Het jaar 308 lijkt echter het meest
waarschijnlijk, want juist in dat jaar is Agathocles militair weer sterk
en
belegert (met de nieuw aangekomen troepen?) Utica. Hij bouwt er een
grote toren in het zichtveld van de stad, waaraan hij 300 gegijzelden
ophangt, op het moment, dat de stad weigert om zich over te geven.
TOCHT VAN EUMACHOS
Op een van zijn tochten naar het zuidwesten komt Eumachos in een
gebied, "waar de bevolking samen met apen woont", zoals hij
bericht.
Ook komt hij in een gebied, waar een stam woont, die donkere huiden
heeft. Hij moet dus tamelijk ver het binnenland zijn ingetrokken.
Utica biedt furieus weerstand. De inwoners van de stad rest in hun
desperate positie niets anders dan de naderbij rollende aanvalstoren te
vernietigen en daarbij ook hun eigen
gegijzelde burgers. Het heeft niet
mogen baten. Na lange tijd valt de stad toch. Daarna komt Hippo
Diarrythus aan de beurt. Na een zeegevecht wordt ook deze stad
stormerderhand genomen. Dan maakt Agathocles een beslissende fout. Hij
meent, dat zijn positie in het achterland van Carthago zo sterk is
geworden, dat hij wel even op en neer kan varen naar Syracuse om nieuwe
troepen te halen en om orde op zaken te stellen in zijn eigen stad.
ncfps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten