3.14. De zevende Siciliaanse
oorlog.
De
oorlog vindt zijn kiem, waar anders (?), in Syracuse met interne
onlusten. Daar probeert een nieuwe avonturier de macht te grijpen door
dankbaar gebruik te maken van een aan de gang zijnde klassenstrijd
tussen de "Gamoren" en de lagere bevolkingsgroepen. "Gamoren"
zijn
landheren, die constant in de geschiedenis van Syracuse een rol gespeeld
hebben. Reeds rond 500 was die klassenstrijd aan de gang. De landheren
waren toen gevlucht naar een nabij gelegen stad, maar werden door Gelo
van Gela in 485 weer teruggebracht naar Syracuse. Ook nu roert de oude
tegenstelling zich in alle hevigheid. Het is niet helemaal duidelijk
welke de nieuwste Griekse condottiere Agathocles in deze strijd kiest.
In ieder geval blijft hij verbannen, maar hij
geeft niet op en blijft
Syracuse bedreigen. Dan vindt Carthago, dat de Griekse zaakjes weer uit
de
hand gaan lopen en men probeert te bemiddelen om te voorkomen, dat er
weer een complete Siciliaanse oorlog gaat ontstaan. De vreedzame
contacten tussen Grieken en Carthagers op het eiland komen in gevaar en
daarom komt Carthago met een compromis. Agathocles wordt militair
commandant, maar van het burgerlijk bestuur moet hij afblijven. Daarmee
halen de Carthagers een gevaarlijke wolf binnen het kamp van Syracuse.
Hamilcar van Carthago schijnt in deze kwestie bemiddeld te hebben. Hij
laat Agathocles een dure eed zweren de democratie van Syracuse te
verdedigen en verder, dat hij niets zal doen tegen andere Griekse steden
en
ook nog, dat hij de vriend van Carthago zal zijn.
Dat zal teveel van het goede blijken te zijn.
Agathocles zal dus de belangen van Carthago gaan verdedigen en in ruil
daarvoor krijgt hij de steun van Hamilcar, die zelfs 5000 huurlingen bij
hem achterlaat. Hamilcar moet Agathocles wel erg vertrouwd hebben, net
zoals een kleine eeuw tevoren
Dionysius door Himilco werd vertrouwd. De
Carthagers hadden het zo langzamerhand toch moeten weten. Het woord of
een eed van een Griekse condottiere stelt niets voor. Niettemin is het
begrijpelijk, wat Hamilcar doet, want had men geen goede ervaring
opgedaan met Timoleon?
Agathocles is echter geen rechtschapen man en neemt geen genoegen met
dit "wegpromoveren". Zodra hij de gelegenheid heeft, breekt
hij zijn
woord en grijpt de absolute macht over Syracuse. In het jaar 311 heeft
hij Messana veroverd en bedreigt hij Akragas. Op het moment, dat de
strijdkrachten van Agathocles de Halykos overschrijden, moet Carthago
noodgedwongen weer grootscheeps in actie komen.
Map 18: Diodorus van Sicilië, C.H.Oldfather, Cambridge Massachusetts ,
Harvard Univ.Press, 1946, William Heinemann, London .
HAMILCAR
Er komen nogal wat Hamilcar's voor in de geschiedenis van
Carthago. Hierdoor komen er vaak verwisselingen voor. De
Hamilcar, die Agathocles in Syracuse wegpromoveerde, is
bijvoorbeeld niet dezelfde als de Hamilcar, die daarna zal
optreden en tenslotte bij Ecnomus Agathocles zal overwinnen.
Voor het zover is, sturen de Carthagers eerst in 313 een
vloot van 60 oorlogsschepen naar Agrigentum, dat door Agathocles
wordt aangevallen. Vluchtelingen uit Syracuse vormen bij Centuripae
een eigen leger onder Deinocrates. De Carthagers doen nog in dat‑
zelfde jaar een aanval op de haven van Syracuse, waarbij door hun
vloot van 50 schepen er o.a. één Atheens koopvaardijschip tot
zinken wordt gebracht en één wordt buitgemaakt.
In 312 proberen de gevluchte
Syracusers hun stad te heroveren, maar
worden vanuit Galeria teruggeslagen door de huurlingen van
Agathocles.
In 311 gaan in een door Diodorus vermelde storm 60 Carthaagse oor‑
logsschepen en 200 transportschepen ten onder. Carthago is in grote
droefheid daarover en men drapeert de muren met zwarte doeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten