1.19. De stichting van Carthago.
Carthago betekent eigenlijk Qart
Hadasjt in het Fenicisch,
waarvoor
o.a.de volgende letertekens staan:
* * *
* * *
* * *
*
***** * * * * *
***** ***** * * *
* * *
* * * * * *
***** * *
* * *
* * *****
* * * *
*
* *
*
*
*
Qart Hadasjt betekent "nieuwe
stad". De Tyriërs wilden hun bezittingen
veiligstellen. Dat gebeurde al in
vroeger tijden op
Cyprus (Kition),
maar de roofzuchtige Assyriërs lieten
ook dat eiland niet met rust. In
de loop van de negende eeuw wordt de
druk van
Assyrië zo groot,
dat
steeds meer Feniciërs uitwijken over
de zee naar hun factorijen. Het
is niet alleen Tyrus, dat nieuwe steden
sticht. Meer nog
de steden
Sidon, Byblos en Arvad hebben er
behoefte aan om
veiliger oorden te
vinden. Ze zullen immers op den
duur de Assyriërs
zelf binnen hun
poorten vinden. Alleen Tyrus weet ze
tot op zekere hoogte te weerstaan.
Het zal echter de stad teveel kracht
kosten. Mogelijk zien de Tyriërs de
bui aankomen, want omstreeks 800
wordt de nieuwe hoofdstad gesticht. Als
traditionele stichtingsdatum geldt
814. Mogelijk was er al een
kleine
nederzetting, die met de komst van
een grote schare
emigranten sterk
uitgebreid werd.
Een der oudste archeologische
vondsten dateert uit de 7e eeuw,
namelijk
een medaillon van goud, waarop de
volgende inscriptie staat:
"Aan
Asjtarte, aan Pum'yaton,Idamelek, zoon van pd'h, aan Asjtarte, aan
Pum'yaton."
Asjtarte
was de Fenicische vruchtbaarheidsgodin.
Idamelek was kennelijk de
vervaardiger
of bezitter van het medaillon.
De Fenicische tekens staan op blz
22a.
Er zijn zeer veel boeken verschenen over Carthago. Een
van de oudere, maar wel vrij overzichtelijk en beknopt is: CARTHAGE M.Hours‑Miédan. Que sais‑je reeks. Presses Universitaires de
France.
Paris. 1949. Zeer beknopte vorm. Tamelijk verouderd. Enige kaartjes. Eigenlijk meer een excerpt.
Meer recent is bijvoorbeeld een tijdschrift: 188.ARCHEOLOGIE MAGAZINE 2002
o.a:‑Carthago, Roald Doctor
(Fascinerende zoektocht naar oudste sporen van Carthago, Lou Lichtenberg) De
Bir Messaouda site.
1.19.1. De verhalen over Elisja en
Dido.
Is het dezelfde prinses of zijn er
twee in het spel. W Culican stelt in
zijn boek "The first merchant
Venturers", dat in 666 pas (!)
de koning
Baäloe (Belus) uit Tyrus ontsnapte aan de
Assyriërs (?) met zijn
twee
dochters Dido en Anna. Het gestelde
typeert de enorme verwarring
over
Elisja. Elisja zou een prinses zijn,
die in
de 8e eeuw
geleefd zou
hebben. Beide verhalen van Elisja en
die van Dido zijn
mogelijk door
elkaar gehaald. Laten we echter
beginnen bij het begin:
ELISJA.
Volgens een bericht van Justinus
huwde Elisja (een zuster
van koning
Pum'yaton met Acherbas. Deze Acherbas
was in Tyrus een rijke priester.
Dit huwelijk had volgens de legende
niet de instemming van
Pum'yaton,
die Acherbas liet vermoorden. Hierop
vlucht Elisja met een groep burgers
naar Cyprus (omstreeks 826-820 zou
dit gebeurd kunnen zijn). Ook een aantal
tempelprostitutiemeisjes worden
meegenomen op hun verdere vlucht
naar
het westen. Het hele gezelschap landt
tenslotte op deplaats in Afrika,
waar Carthago zal ontstaan
(traditioneel 814). Met de inheemse
koning
Hiarbas wordt het accoord gesloten,
dat een stuk land aangekocht mocht
worden, dat een veehuid kan omvatten.
De veehuid wordt in smalle repen
gesneden en achter elkaar gelegd,
waardoor toch nog een aanzienlijk stuk
land verworven kan worden. Er zit
wel wat
in dit onderdeel
van het
verhaal, want later komt in Carthago
een burcht tot stand, die de BYRSA
genoemd wordt en dat betekent in het
Fenicisch huid of vel.
Het verhaal van Elisja is nog niet
ten einde. De inheemse koning Hiarbas
wil namelijk een huwelijk met Elisja.
Om dat te vermijden offert Elisja
zich aan de goden, want ze wil kost
wat kost haar
echtgenoot trouw
blijven. De Carthagers vereren haar
later als godin.
DIDO.
De legende van Elisja is door de
Romeinse schrijver Vergilius (70‑19) in
zijn dichtwerk de "Aeneas"
verwerkt, waarbij hij Elisja Dido
noemt. Aeneas
is een Trojaanse held, die na vele
omzwervingen door een storm
op de
Afrikaanse beland. Daar ontmoet
hij koningin Dido,
die net Carthago
gesticht heeft. Ze worden verliefd op
elkaar, maar Aeneas moet op bevel
van Zeus Carthago verlaten
om een nieuw
vaderland te vinden,
dat
tenslotte Latium zal worden. De arme
Dido kan
dat niet verwerken
en
pleegt zelfmoord.
Sindsdien zou er
tussen Rome en
Carthago een
onverzoenlijke haat zijn ontstaan.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Zie Boek 222.GODEN EN
HELDENSAGEN. naar
het Duitsch van Ernst Hoffmann. Omgewerkt door Dr.J.S.Theisen, P.Noordhoff 1922
Groningen. Vooral van enig belang vanwege de passages over Aeneas.
Aeneas: Juno is de hoedster van
Carthago - Dido, dochter van Sychaeus - Juno stuurt Iris om de schepen in brand
te laten steken - Rutuliërs - het rijk der schimmen
MUTTO
|
_____________|______________
| |
Acherbas x Elisja
Pygmalion
ondersteund door aristocratie
ondersteunt door het volk
Zie:
- L’impact de la
présence phénicienne et la fondation de Carthage, M.Fantar, OLA 26, Brussel
1986
- Le rôle de Chypre
dans la fondation de Carthage, C.Baurain, OLA 26, Brussel 1986
- Chypre et les premiers temps de Carthage, A.M.Bisi,
OLA 26, Brussel 1986
188.ARCHEOLOGIE
MAGAZINE 2002
o.a: Carthago, Roald Doctor (Fascinerende
zoektocht naar oudste sporen van Carthago, Lou Lichtenberg)
Tot zover in het kort
de verhalen over Elisja?Dido.
Ondanks de vooral bij Dido Romeinse romantische
versierselen er om
heen, is het
vrij aannemelijk, dat er een grote mate van historische waarheid in zit.
Feit is, dat de Assyriërs reeds in de 8e eeuw het Tyrus en andere steden zeer
lastig maakten, waardoor groepen
Feniciërs het overzee
gingen zoeken. Een dergelijke groep vluchtelingen of emigranten kan,
mede door interne strubbelingen best
onder leiding van een Fenicische
prinses hebben gestaan. Dat de tocht via Cyprus ging past goed in het
beeld. Ook vanuit Cyprus wilden wel groepen mensen weg, want ook
dat eiland was
niet meer veilig voor
de Assyriërs, terwijl bovendien de Grieken er zich gingen nestelen. Feit is
ook, dat de Feniciërs het, als het even kon,
op een accoord met de inheemse bevolking gooiden. De
overeenkomst d.m.v. de dierenhuid wijst
daarop in de legende. Het verhaal van Vergilius moet daarentegen met veel meer
scepsis bekeken worden.
Bij de stichting van Carthago
waart nog de volgende legende voort.
Er zou een eerste plaats zijn
uitgekozen, waarbij echter de kop van
een koe werd gevonden en dat was
niet zo'n goed voorteken. De tweede
uitgekozen plaats van vestiging
had betere voortekenen, want daar
werd een paardenkop gevonden. Op
de munten van Carthago veel later
zien we dan ook vaak een
paardenkop afgebeeld staan, maar ook komt
dat voor op diverse stèles, zoals
onderstaande:catalogus LEEMANS
CAa 3. Voor verklaring en
vertaling zie onder 3.4.6. Deel Drie.
1.19.2. Vestigingsvoordelen.
Vlak bij het latere Carthago lag al
de eeuwenoude stad
Utica op een
landtong vlak bij de monding van de
rivier Bagradas. Was het misschien
een
voornamelijk Sidonische kolonie,
die al berstensvol
met
vluchtelingen uit
die stad zat?
De vooral uit
Tyrus aangekomen
nieuwkomers zochten mogelijk om deze
redenen een nieuwe plek vlak
bij
Utica. De verbrede landtong tussen
het meer van Tunes (toendertijd nog
meer een lagune) bood daartoe
grote mogelijkheden. Het
schiereiland
bezat vruchtbaar land en had een
gezond klimaat. Het erachter
gelegen
meer van Tunes was voortreffelijk
viswater.
Het schiereiland was
met het vasteland
verbonden door een
smalle
landengte, die in de loop van der
tijden steeds breder geworden is. Deze
landengte was
gemakkelijk af te
sluiten en eventueel
ook vrij
gemakkelijk tegen invallen te
verdedigen.
In het begin functioneerde de
lagune alleen als
ankerplaats voor de
schepen. Pas later worden de havens
gegraven. Nog een vestigingsvoordeel
op deze plaats was het voorkomen van
een aantal vrij
steile heuvels,
waarop enige versterkingen
gebouwd konden worden.
Een betere plaats
hadden de eerste Carthagers
nauwelijks kunnen kiezen.
1.19.3. Het begin van Carthago.
Het begin was tamelijk
bescheiden, maar het
was toch meer
dan een
simpele pleisterplaats. Met
betrekkelijk weinig inspanning
konden de
Feniciërs een voor hen doen groot gebied
beheersen. Meestal waren ze
aangewezen op een kleine kaap, maar
nu kwam een geheel schiereiland ter
beschikking.
Niettemin blijft
Utica in deze
streek de voornaamste
stad der
Feniciërs totdat Qart Hadasjt zo
dicht bevolkt is, dat ze die
titel
ook werkelijk gaat verdienen. Dat zal
nog minstens een eeuw gaan duren.
Voorlopig blijft het een
snelgroeiende uitwijkplaats voor
de in het
oosten in het nauw gebrachte Feniciërs.
Met de inheemse
bevolking
werden contacten gelegd.
Waarschijnlijk waren dit Ibero‑Maurusiërs* en
Maxitanen.
Herodotos:IV, 191:
De inheemse bevolking bestaat
o.a.uit de stam van de Maxitanen (Maxyes),
waarover koning Hiarbas of
Jarbas regeert. Het is een van de
vele Libysche stammen, die
door de Egyptenaren LEBU worden ge‑
noemd. In het Hebreeuws worden ze
LEBAHIM of LUBBIM genoemd.
Andere stammen in de buurt
zijn volgens Herodotos: Gyzanten of Zauèken.
Zie Boek 87.PHOENIX
28,2
Bulletin uitgegeven door het Vooraziatisch‑Egyptisch
Genootschap EX ORIENTE LUX Leiden 1982. Van belang o.a.:
‑ Phoenicisch Karthago: de
handelshaven en de tofet, L.E.Stager
kannibalisme komt overal voor, 8
fasen van urnen-niveau's, 120 graden hoek van de handelhaven 300-150m, pakhuizen
zijn 20 x 4 meter.
Zie Boek 124.PHOENIX
41,1
Ex Oriente Lux, Leiden, 1995. met
o.a.:Karthago: de Phoenicische stad onder het Romeinse
Carthago, R.Doctor. Van belang omdat
op het kruispunt Decumanus en Cardo X de gehele nederzettingsgeschiedenis van
die specifieke plek kon worden teruggevonden.
- Karthago 3000 graven gevonden maar
wenig gepubliceerd. En Ennabli dan? Veel materiaal in de musea. UNESCO
Univ.Hamburg. Kwartier Magon. beschrijving huizen 1 en 3 door de eeuwen heen aan de Decumanus
maximus. Barricade.
Zie Boek 145.CARTHAGE. B.H.Warmington, 1960. Pelican
Books, 1964.
Noordafrika is eigenlijk een eiland.
Nog veel archeologische leemten. Tussen 281 en 262 wijdt een priester van Baal
te Babylon (Berossos) een geschrift over Babyblon aan Antiochus I van Syria. Negatief
bewijs van het NIET voorkomen van Fenicische voorwerpen is hoogst onbevredigend.
Conservatieve Feniciërs emigreren naar Carthago, omdat daar de Griekse invloed
minder is. vlg Dio Chrystotom verandert Hanno de Carthagers van Tyriërs in
Afrikaners. Plato vreest, dat tussen 355-345 de Griekse taal verdrongen zal
worden door het Oskisch of het Punisch. Carthagers hebben een gemengde
constitutie met monarchale, aristocratische en democratische elementen. Er zijn
hoogstens 100.000 pure Feniciërs. Archidamus van Sparta, Alexander van Epirus,
Cleonymus van Sparta komen Grieken helpen tegen Lucaniërs en Bruttiërs.
P.Scipio Nasica: wil niet tegen Carthago optreden, omdat Rome zijn interne
kracht zal behouden, zolang de potentiële vijand bestaat, vooral nu er al
signalen waren van degeneratie in de Romeinse samenleving. Sallustius: de verwoesting van Carthago zette de sluizen
open voor een stroom van immoraliteit te Rome
146.CARTHAGE AND THE
CARTHAGINIANS.
R.Bosworth Smith, M.A., Longmans, Green and Co, New York & Bombay, 1897. Ziet de Feniciërs dwalen van
Malabar tot in de Baltische zee - slavenhandelaren - Dido komt van
David+Jedidiah (geliefde) - diverse overleveringen - Cicero: Carthago zou nooit
haar voorname positie gedurende 600 jaren hebben kunnen behouden, als zij niet
bestuurd zou zijn met wijsheid en staatsmanschap - Fenicische religie:
vergoddelijking van de krachten van de natuur - Bosworth: uiteindelijk is het
maar goed, dat Rome er was, want dat wereldrijk heeft meer voor de mensheid
gedaan, dan wat Carthago had kunnen bereiken. Cadiz = Kaddir = fort, Carmona =
Cherem = vruchtbaar veld, Carteia = Kirjathaim = de 2 stelen, Murviedro =
Muri-veteres, Arpi = Argyrippa. Werkbezoek in april 1887 aan Carthago
800
Geen opmerkingen:
Een reactie posten